Vlaamse fabrikanten maken indruk tijdens Olympische Spelen voor weefmachines

ITMA "Een overdonderend succes, de beurs is volledig uitverkocht."

Op ITMA, de vierjaarlijkse wereldbeurs voor de sector van de textielmachines, pakten de Vlaamse fabrikanten uit met technologische hoogstandjes. Maar het moeilijke internationale handelsklimaat steekt stokken in de wielen van de machinemakers.

Onze vroege vlucht naar Barcelona zit tjokvol West-Vlaamse textiliens. Toplui, kaderleden en technici van textielbedrijven zoals Beaulieu, Balta en Sioen vliegen naar de Catalaanse hoofdstad voor de achttiende editie van ITMA, de vierjaarlijkse wereldbeurs voor de sector van de textielmachines. De imposante machinebeurs verzamelde dit jaar meer dan 1700 standhouders uit 45 landen, goed voor 220.000 vierkante meter expositieruimte. Meer dan 100.000 bezoekers uit 137 landen trokken naar het hallencomplex Fira de Barcelona om de laatste nieuwigheden te bekijken.

“Het is een overdonderend succes, de beurs is volledig uitverkocht”, zegt Charles Beauduin, de eigenaar en CEO van de West-Vlaamse textielmachinebouwer Vandewiele, die ook voorzitter is van de beursorganisator ITMA Services. Samen met zijn echtgenote Bernadette de Bethune, ook actief in het management van het bedrijf, leidt hij ons rond op de stand. Door de beurshal weerklinkt het geluid van een misthoorn, het signaal om alle textielmachines gedurende twintig minuten volle bak te laten draaien. Dat is waar de bezoekers voor komen. De hoogtechnologische machines mogen dan wel slim en geconnecteerd zijn, ze maken nog altijd een hels kabaal. Zeker als ze allemaal tegelijk in gang schieten.

De weefmachinebouw zit in een fameuze transitie. Alles draait rond digitalisering” – Charles Beauduin, Vandewiele

West-Vlaamse toptechnologie

“De machinebouw zit in een fameuze transitie. Alles draait rond digitalisering. Voor een weefmachine wil dat zeggen dat elke draad die in de machine komt, volledig digitaal gecontroleerd wordt. Je moet de spanning van de garens controleren, je moet weten wat het verbruik is. Als je al die informatie hebt – we hebben het over big data – kun je volledig nieuwe dingen doen. Dat is wat wij hier op verschillende plaatsen demonstreren”, vertelt Charles Beauduin.

Luc Tack, de CEO van de weefmachinebouwer Picanol, vergelijkt deelnemen aan ITMA met de Olympische Spelen. “We trainen hier vier jaar voor: onderzoeken, ontwikkelen, onze innovatieplannen uitwerken. We staan hier met toptechnologie. Deze beurs draait om technologische vernieuwing. We tonen machines die in energieverbruik, afvalproductie, efficiëntie, automatisatie en gebruiksvriendelijkheid een belangrijke stap vooruit zijn.” Tack, die ook voorzitter is van Symatex, de sectorvereniging van de Belgische textielmachinebouw, benadrukt dat we de textielbranche niet te eng mogen bekijken. “Er zit textiel in de vleugels van Airbus-toestellen, in de banden van je auto, in airbags, in medische toepassingen, theezakjes, noem maar op. Onze machines worden breed ingezet. Dat maakt ons veel sterker.”

Vlaamse fabrikanten maken indruk tijdens Olympische Spelen voor weefmachines

Volgens Tack is Picanol – met 2300 medewerkers wereldwijd, van wie 1500 in Ieper – technologisch een voorloper in de branche. Concurrenten in het Verre Oosten proberen al decennialang de technologie van Picanol te kopiëren. “Dat houdt ons scherp. Het is zaak aan de top te blijven door te blijven investeren”, zegt Tack. De weefmachinebouwer werkt al jaren met artificiële intelligentie om de verzamelde data van de machines te analyseren en zo de performantie te verbeteren. “We hebben niet gewacht op de slogans over artificiële intelligentie”, aldus Tack.

Met het dochterbedrijf Melotte was Picanol een van de pioniers die in België industrieel aan de slag gingen met 3D printing. “We beseffen heel goed welke mogelijkheden die technologie heeft. En er zal nog vooruitgang worden geboekt. Maar vergis je niet, het volume is nog altijd heel klein als je dat vergelijkt met het aantal stukken dat wereldwijd op de klassieke manier geproduceerd wordt. Ik denk dat er evenveel 3D geprint wordt als er auto’s op waterstof rijden. Dat is de verhouding vandaag”, weet Luc Tack.

Honger naar 5G

Charles Beauduin ervaart bij zijn klanten dan weer een enorme honger naar procesverbetering. Als het moeilijker gaat in de industrie, wordt gezocht naar optimalisaties. “Je moet altijd een stap verder staan dan de concurrentie. Technologie maakt het eenvoudiger”, zegt Beauduin. Dat geconnecteerde machines en slimme fabrieken ook kwetsbaar zijn voor cybercriminaliteit – kijk naar wat onlangs gebeurde met de bouwer van vliegtuigonderdelen Asco – ontkent Beauduin niet. “Er zijn enorme risico’s aan verbonden. Wij beveiligen de technologie en beschermen onze klanten, maar zelfs uit de best beveiligde gevangenis kun je ontsnappen. Het is ook de verantwoordelijkheid van de overheid dat te bewaken.”

Vlaamse fabrikanten maken indruk tijdens Olympische Spelen voor weefmachines

Ook bij Picanol zien ze dat de wereldwijde markt op zoek is naar meer digitalisering, meer interactiviteit, meer controle. “Iedereen wil vooruit, iedereen wil mee zijn. Dat vergt grote investeringen”, vertelt Luc Tack. Over de cyberrisico’s van geconnecteerde machines en digitale fabrieken is de baas van Picanol realistisch. “Niemand kan zeggen dat hij niet kwetsbaar is. Je probeert zo veel mogelijk te investeren om je af te schermen, de technologie te beveiligen en het risico te beperken. Maar we kunnen niet garanderen dat een inbraak bij ons niet zal gebeuren.”

Volgens Luc Tack staan we nog maar aan het begin van de digitale revolutie. “Daarom is het zo belangrijk dat België snel werk maakt van 5G. Die technologie mogen we niet onderschatten. Hoe sneller we hier 5G hebben, hoe beter we ons kunnen profileren als technologische topregio in de wereld. Daarover gaat het.” De West-Vlaamse industrieel presenteert nog enkele prioriteiten voor de toekomstige regeringen. “We hebben veel talent in ons land. De prioriteit moet zijn iedereen aan het werk te krijgen in België. In de maakindustrie is werk voor iedereen, van de ongeschoolde arbeider tot en met de ingenieurs. We moeten dingen blijven maken, niet alleen ontwikkelen”, stelt Tack.

Het is door een gebrek aan creativiteit dat de problemen niet opgelost raken in België” – Luc Tack, Picanol

Andere werkpunten voor de Belgische economie zijn volgens Luc Tack een slankere overheid, mobiliteit en energie. Via Tessenderlo Group investeert de industrieel in eigen gascentrales. “Als we niet willen dat het licht uitgaat in België, hebben we zeker gascentrales nodig die zeer snel kunnen in- en uitschakelen. Dat is een kans. Voor elk probleem leidt creativiteit tot een betere oplossing. We kunnen dat. Het is door een gebrek aan creativiteit dat de problemen niet opgelost raken in België.”

Goede tijden, slechte tijden

2019 wordt een moeilijk jaar voor de textielmachinebouwers. Vandewiele boekte vorig jaar met 3000 medewerkers wereldwijd, van wie 750 in het West-Vlaamse Marke werken, een omzet van 473 miljoen euro. Een derde van de omzet komt van Amerika, een derde van de EMEA-zone en een derde van Azië. Dit jaar zal het veel minder zijn. “Wij zijn een zeer internationaal bedrijf, we opereren wereldwijd. In tijden van handelsoorlogen is het moeilijk zaken doen. De Amerikaanse importheffingen op Chinese producten leiden tot onzekerheid bij onze klanten. Chinese tapijtfabrikanten die naar de Verenigde Staten exporteren, krijgen een importheffing van 25 procent aangerekend omwille van de nationale veiligheid. Dat is belachelijk”, vindt Charles Beauduin.

Vlaamse fabrikanten maken indruk tijdens Olympische Spelen voor weefmachines

En er zijn nog probleemlanden. “Wij hebben een lange traditie van samenwerking met Iran, in Perzië ligt de oorsprong van het oosterse tapijt. Vandaag is Iran afgesloten. Voor ons is dat ook een streep door de rekening. De Amerikanen hebben het slim gespeeld, ze hebben de banken onder druk gezet en op die manier valt de handel stil.”

Het beursgenoteerde Picanol verwacht voor de eerste zes maanden van dit jaar een omzetdaling van 25 procent in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar. “We worden geconfronteerd met handelsconflicten, die leiden tot instabiliteit. Door de onzekerheid durft men niet te investeren. Wij verkopen machines – en dat zijn investeringsgoederen – in meer dan honderd landen. Elke geopolitieke schommeling kan een impact hebben”, duidt Luc Tack. “Daarnaast zijn er geografische conflicten en valutaschommelingen. Het is een cocktail van verschillende zaken, maar we panieken niet.” Tack kan nog geen uitspraken doen over de tweede jaarhelft. “Maar mijn gevoel is vooral dat we ons technologische leiderschap bevestigen. Het vertrouwen is er bij de klanten. Zodra er opnieuw wordt geïnvesteerd, zullen we erbij zijn.”

Volgens Beauduin is machinebouw nog altijd een cyclische activiteit. “We hebben tien fantastische jaren achter de rug, maar dit jaar wordt een slecht jaar. We hopen op het beste en bereiden ons voor op het slechtste. De verschillen kunnen heel groot zijn in onze sector. Tussen 2007 en 2009 is onze omzet met 45 procent gedaald. Al waren we in 2009 nog altijd winstgevend.”

Ook in mindere jaren blijft Vandewiele investeren. In Marke wordt gebouwd aan een nieuw democentrum. “Dat gaan we in oktober openen. Het centrum is gericht op de mogelijkheden van de digitale fabriek”, zegt de ondernemer. Ook de onderzoeks- en ontwikkelingsactiviteiten blijven op peil. Vandewiele werkt met een internationaal netwerk van onderzoekscentra in Marke, Duitsland, Italië, Engeland, Zweden, China en Vancouver in Canada. “Een attractieve locatie is belangrijk om mensen aan te trekken”, weet Charles Beauduin.

Opvallende Belgen in Barcelona

Met een twintigtal standen waren de Belgische textielmachinebouwers goed vertegenwoordigd op de ITMA-beurs. Behalve bekende machinegiganten zoals Picanol en Vandewiele waren ook verschillende middelgrote en kleine nichespelers present in Barcelona. Van gevestigde waarden zoals het Oost-Vlaamse Gilbos (machines voor de productie van tapijtgarens) tot en met onbekende start-ups zoals het Limburgse Hammer-IMS, een spin-off van de KU Leuven gespecialiseerd in onlinemeetsystemen, of het West-Vlaamse QMatex.

“Ik ben vier jaar geleden gestart met het bedrijf. Onze machines zijn maatwerkprojecten voor nichemarkten”, zegt Henk Lambrecht, de oprichter en CEO van QMatex in Harelbeke. Hij verkocht al machines in België, Frankrijk, Marokko, China, India en de Verenigde Staten. Lambrecht geeft het voorbeeld van een machine voor de productie van medisch textiel. “Het gaat om zeer fijne weefsels die via de aderen van de patiënt worden ingebracht.” Vandaag draait QMatex met zeven mensen een omzet van 2 miljoen euro. “We willen de komende jaren groeien naar een team van twintig mensen”, stelt Henk Lambrecht. De ondernemer, die is opgegroeid in de weverij van zijn vader, plant een miljoeneninvestering met de bouw van een nieuw bedrijfspand op de Evolis-site in Kortrijk.

Een meer bekende naam is het familiale Handsaeme Machinery uit Izegem (veertig mensen, 6 miljoen euro omzet), gespecialiseerd in de bouw van machines voor de afwerking van tapijten, zoals het snijden en oprollen. “De tapijtmarkt is verzadigd, we diversifiëren meer en meer naar andere niches om de omzet op peil te houden”, zegt Olivier Handsaeme, de eigenaar en CEO van de familiale kmo. Een van zijn grootste uitdagingen is het vinden van technisch talent voor het ontwerp en de bouw van de machines. “We moeten doen zoals in het voetbal: investeren in een jeugdwerking om talent zelf op te leiden.”

Charles Beauduin
Charles Beauduin “We hebben tien fantastische jaren achter de rug, maar dit jaar wordt een slecht jaar.”© Emy Elleboog

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content