Valentin Stalf (oprichter digitale bank N26): ‘Bankieren is een opwindende sector’
Een jonge Oostenrijker gooit de traditionele bankwereld overhoop, slim, agressief en snel. Valentin Stalf richtte zes jaar geleden de digitale bank N26 op en die ziet haar klantenbestand pijlsnel stijgen. “Miljoenen mensen zijn niet tevreden over het aanbod van hun bank.”
Valentin Stalf (33) richtte N26 amper zes jaar geleden op, samen met Maximilian Tayenthal. Nu heeft de onlinebank meer dan 1400 werknemers en is ze de duurst gewaardeerde start-up van Duitsland. Met opvallende slogans als ‘Banking. But without bullshit’ overtuigde het duo meer dan 3,5 miljoen klanten in 26 landen een rekening te openen bij N26. Iedere dag komen er gemiddeld 10.000 bij, zeggen ze. 50 miljoen klanten moet mogelijk zijn in de komende jaren.
Stalf vindt de traditionele banken omslachtig en restanten van het verleden, en hij valt hen agressief aan. Kapitaalverschaffers zijn dol op hem en zijn plannen. En nu is hij ook nog verkozen tot European Manager of the Year 2019 ( zie kader).
Het imago van de bankiers heeft enorm geleden sinds de financiële crisis. Waarom wilde u toch een bank oprichten?
VALENTIN STALF. “Ik heb gestudeerd aan een klassieke businessschool in Zwitserland. De meeste van mijn klasgenoten werden consultant of investeringsbankier, heel voorspelbaar. Ik voelde me meer aangetrokken tot een sector die sterk groeide en waar ik snel het verschil zou kunnen maken: alles wat met internet te maken had. Ik kreeg een kans bij Rocket Internet in Berlijn, waar ik in enkele start-ups in de betalings- en banksector kon werken” (de zogenoemde fintechs, nvdr).
Dat is nog wat anders dan zelf een bank oprichten.
STALF. “We hadden aanvankelijk ook niet echt een plan. Toen Maximilian Tayenthal en ik in 2013 samen N26 oprichtten, was het basisidee heel anders. We hadden een elektronische zakgeldkaart voor kinderen ontwikkeld, met een app waarmee de ouders hun uitgaven in het oog konden houden. Tijdens de testfase zegden veel mensen dat onze app veel beter was dan die van hun traditionele bank. Toen zagen we onze kans: miljoenen klanten zijn ontevreden over het aanbod van de banken.”
De banksector ligt onder vuur. Winst maken op de traditionele manier is vrijwel onmogelijk geworden.
STALF. “Veel bedrijven, en vooral de banken, worstelen met de digitalisering. Bovendien zijn de behoeften van de consumenten sterk veranderd. Vroeger ging je naar je bankkantoor en regelde je daar al je zaken. Nu kan dat allemaal thuis of eender waar. De combinatie van die factoren maakt van bankieren een opwindende sector.”
Wat doet u beter dan de traditionele banken?
STALF. “Ten eerste: we bieden de beste gebruikerservaring, vooral op smartphones. N26 gebruiken is even eenvoudig als muziek beluisteren op Spotify. Ten tweede: er zijn geen verborgen kosten, wij zijn het veel goedkopere alternatief.”
Hoe kunt u dat?
STALF. “Omdat we van nul begonnen zijn. Wij slepen geen verouderde IT-systemen mee, we hebben heel weinig overheadkosten en hoeven geen kantoormastodonten te onderhouden in Frankfurt of zo.”
N26 groeit spectaculair. Sinds kort is het de duurst gewaardeerde start-up in Duitsland. Gaat het niet te snel?
STALF. “We worden op 3,5 miljard dollar gewaardeerd. Daarmee behoren we tot top drie van de Europese fintechs en tot de top tien wereldwijd. Het is mooi om te zien dat je ook vanuit Europa innovatie in de wereld kunt brengen. Niet alles moet uit Silicon Valley komen.”
De verwachtingen zijn hoog. Onlangs haalde u 470 miljoen dollar op.
STALF. “We hebben al meer dan 670 miljoen dollar opgehaald. Ons eerste geld kwam van businessangels, mensen uit de bank- en de start-upsector, die elk een paar tienduizenden euro’s investeerden tot een totaal van een half miljoen euro. De eerste institutionele investeerders waren een Duits en een Zwitsers zaaikapitaalfonds, die 2 miljoen aanbrachten. Daarna hebben we 10 miljoen opgehaald bij Valar Ventures, een Amerikaans fonds van Peter Thiel, de oprichter van Paypal. Dat was een belangrijk signaal, voor de buitenwereld en voor ons. Door Amerikaanse investeerders aan te trekken met tientallen jaren ervaring in internetbedrijven en enkele van de succesvolste start-ups ter wereld, hebben we veel geleerd en groter kunnen denken. Door die ervaring konden we meermaals internationale investeerders warm maken.”
Het is mooi om te zien dat je ook vanuit Europa innovatie in de wereld kunt brengen. Niet alles moet uit Silicon Valley komen
Hoe krijgen twee jonge, relatief onervaren Oostenrijkers toegang tot de wereld van de grote investeerders?
STALF. “We werden snel de wereldmarktleider in mobiel bankieren en trokken veel aandacht omdat we een oude industrie op haar kop zetten. Dat wekte de interesse van gerenommeerde investeerders die graag geld willen stoppen in start-ups. In de loop der jaren hebben we onze geldschieters leren kennen en vertrouwen opgebouwd.
“Voor elke nieuwe kapitaalronde praten we wel met nieuwe mogelijke financiers. Uiteindelijk ga je met drie of vier van hen in zee. We hebben altijd heel intensief aan onze kapitaalrondes gewerkt, en we hebben veel goede partners kunnen vinden. Daar zijn we erg trots op. Het Chinese Tencent en het Duitse Allianz bijvoorbeeld leidden de ronde waarin we 160 miljoen dollar ophaalden. Allianz is een van de meest traditionele Europese financiële bedrijven en Tencent is een van de meest fascinerende en succesvolle bedrijven ter wereld. Een unieke combinatie, die voor ons veel nieuwe kansen biedt. Vandaag hebben we een geweldige raad van bestuur met veel kennis, die altijd aan onze zijde staat.
“Onze jongste kapitaalronde, van 470 miljoen dollar, werd geleid door Insight Ventures, een van de grootste Amerikaanse durfkapitaalfondsen. Dat was heel belangrijk, want enkele weken geleden hebben we N26 ook gelanceerd in de Verenigde Staten.”
Geld genoeg om te verbranden dus.
STALF. “We verbranden geen geld, we bouwen aan een duurzame business. We maken bankieren voor miljoenen mensen eenvoudiger en goedkoper. Zolang mensen over heel de wereld kampen met slechte bankproducten en te hoge kosten betalen, blijven we groeien. De sterke financiering biedt ons de mogelijkheid dat te doen.”
Er zijn de voorbije jaren ongetwijfeld ook moeilijke momenten geweest?
STALF. “Een bedrijf bouw je op in fases. De eerste is de oprichting. Maximilian en ik hebben onze baan opgezegd. Iedereen die wil ondernemen, moet die beslissing nemen en dat is niet eenvoudig. Je verlaat een stabiele baan en in plaats van geld te verdienen, moet je de eerste paar duizenden euro’s uit eigen zak investeren, zonder dat er inkomsten tegenover staan. Dan probeer je investeerders aan te trekken. We konden investeerders relatief snel overtuigen van onze kindercreditcard. Na de feedback van onze testklanten hebben we besloten een bankrekening te ontwikkelen. Dat was geen gemakkelijke beslissing, want al het geld was toen al bijna uitgegeven. Eerst moet je jezelf overtuigen, dan de werknemers en ten slotte de geldschieters.”
Zolang mensen over heel de wereld kampen met slechte bankproducten en te hoge kosten betalen, blijven we groeien
Je moet kunnen toegeven dat jouw idee niet goed genoeg is?
STALF. “Het is vooral moeilijk een balans te vinden tussen je eigen idee willen ontwikkelen en de feedback van de klanten ernstig nemen. We waren overtuigd van de kinderkaart en trokken honderd geldschieters over de streep. Dat lukt niet als je niet in je idee gelooft. Maar je moet ook een kans kunnen herkennen als ze zich aandient. Jezelf en je werknemers overtuigen is dan één ding. Maar moet je je investeerders vertellen dat je in zes maanden al hun kapitaal hebt opgedaan en opnieuw geld nodig hebt. En dat het eerste idee intussen begraven is.
“Dat was een moeilijke tijd voor ons. Maximilian en ik wisten dat we nog maar voor drie weken geld hadden. Maar we hadden al vijftien mensen in dienst. Als de investeerders zich hadden teruggetrokken, moesten we de boel sluiten. Achteraf gezien was het een van de beste beslissingen die we hebben genomen, omdat ze een veel grotere markt opende. Maar tegelijk was het een van de moeilijkste fasen in de geschiedenis van het bedrijf. We stonden op instorten.”
De jongste tijd kreeg u tegenslagen te verwerken. De Duitse toezichthouder wil nauwer toezien op uw activiteiten, en een hacker nam N26 in het vizier.
STALF. “Geen enkele rekening van N26 is gehackt. Enkele klanten werden het slachtoffer van fraudeurs die om wachtwoorden of kaartnummers vroegen. Dat is een probleem voor heel de sector, en we moeten samenwerken om de mensen daar bewust van te maken. Maar onze klanten kunnen sneller reageren op dat soort praktijken, omdat bij elke transactie onmiddellijk een melding naar de mobiele telefoon wordt verzonden.”
En de toezichthouder?
STALF. “Zoals elke financiële instelling staan we in nauw contact met de toezichthouder. Ons bedrijf ontwikkelt zich snel, daarom is een intense samenwerking erg belangrijk. Vooral omdat ons personeelsbestand het voorbije anderhalf jaar enorm is gegroeid, van 300 naar meer dan 1400 werknemers.”
Is dat omdat zelfs de klanten van een sexy internetbank liever met echte mensen praten dan met robots?
STALF. “Contact met de klant is erg belangrijk. Tegenwoordig kan N26 vragen van klanten binnen 10 tot 30 seconden verwerken, dat is onze standaard. Meer dan 400 interne en 400 externe medewerkers werken voor onze klantenservice. Onlangs hebben we ook een chatbot toegevoegd, die 20 tot 30 procent van de vragen beantwoordt, en onze klanten zijn daar zeer tevreden over. Maar ze kunnen ook altijd met een echte medewerker vragen. Die concentreren zich op klanten met meer ingewikkelde vragen. Zelfs een onlinebedrijf leeft dankzij zijn werknemers, zij bepalen het succes van ons bedrijf.”
European Manager of the Year
De trofee European Manager of the Year wordt uitgereikt door de European Business Press (EBP). Die omvat veertig leidende zakenbladen uit 27 landen, waaronder The Wall Street Journal Europe, Les Echos, Handelsblatt, Dagens Industri, Milano Finanza en Trends.
De EBP bekroont sinds 1991 de European Manager of the Year. Onder de laureaten vinden we ronkende namen als Ingvar Kamprad (IKEA), Wolfgang Mayrhuber (Lufthansa), Luca di Montezemolo (Ferrari), Tom Enders (Airbus) en Håkan Samuelsson (Volvo Cars).
Dit jaar is de trofee voor Valentin Stalf, de medeoprichter en CEO van N26, een Duitse onlinebank die in 26 landen actief is, waaronder België.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier