Vakbonden en ngo’s klagen ‘hongerlonen’ bij Nike en adidas aan
De budgetten voor marketing en sponsoring zijn in tien jaar tijd meer dan verdubbeld. Het deel van de winkelprijs van een paar sportschoenen van adidas of Nike dat bij de arbeiders belandt, ligt daarentegen 30 procent lager dan in de jaren 90. Dat staat in het ‘Foul Play’-rapport van de internationale Schone Kleren Campagne en de Franse organisatie Collectif Éthique sur l’étiquette.
In de aanloop naar het WK voetbal brengt het internationaal rapport ‘Foul Play’ aan het licht dat sportmerken adidas en Nike ‘hongerlonen’ betalen aan de duizenden vrouwen die de voetbalshirts en schoenen van de voetballers en supporters naaien. Een groot deel van de sportkleren en -schoenen van Nike en adidas wordt geproduceerd in Indonesië, waar kledingarbeiders – vooral vrouwen – tussen de 82 en 200 euro per maand verdienen. Een leefbaar loon bedraagt in Indonesië echter minstens 363 euro per maand. Sommige kledingarbeidsters verdienen niet eens het wettelijke minimumloon.
Vakbonden en ngo’s roepen adidas en Nike daarom op om leefbare lonen mogelijk te maken in de toeleveringsketen. Tien jaar geleden al beloofden ze daar onderhandelingen over op te starten, maar de sportmerken blijven weigeren om de gesprekken over lonen en contracten verder te zetten, zegt de Schone Kleren Campagne. Een tekort aan middelen is er duidelijk niet, blijkt uit het rapport. ‘Als Nike en adidas de sponsorcontracten op het niveau van 2012 gehouden hadden, zouden ze genoeg geld hebben bespaard om gedurende een jaar leefbare lonen te garanderen voor de werknemers in hun belangrijkste productielanden’, aldus de Campagne.
‘We eisen een nieuw Protocol over lonen. De arbeidskost van een sportshirt ‘made in Indonesië’ bedraagt maar 1 procent van de kostprijs, dus het lijkt me logisch dat de lonen wat kunnen worden opgekrikt. Maar tot nu toe weigeren de sportmerken om met ons aan tafel te gaan zitten’, zegt Raja Siregar van de Indonesische vakbond Garteks.