Met 1,75 miljard euro is UCB Biopharma het familiebedrijf dat in 2024 in ons land de grootste toegevoegde waarde leverde. De vennootschap is een onderdeel van het beursgenoteerde biofarmabedrijf UCB, dat wordt gecontroleerd door de familie Janssen via Financière de Tubize.
Het is al farma wat de klok slaat aan de top van de ranking van Belgische vennootschappen met de hoogste toegevoegde waarde in 2024. Multinationals zoals Janssen Pharmaceutica (5,67 miljard euro) en GSK Biologicals (5,53 miljard euro) voeren de prestigieuze lijst aan. We hoeven niet zo gek veel verder te scrollen om tot de eerste Belgische familiebedrijven te komen. De vennootschap UCB Biopharma realiseerde vorig jaar een toegevoegde waarde van 1,75 miljard euro. Haar zustervennootschap UCB Pharma kwam uit op 1,4 miljard euro. Beide vennootschappen zijn een onderdeel van het beursgenoteerde biofarmaceutische bedrijf UCB, dat zich toelegt op de ontwikkeling en de verkoop van medicijnen in immunologie, neurologie en zeldzame aandoeningen.
Operationele betrokkenheid
Dat zijn indrukwekkende cijfers voor een organisatie die over drie jaar maar liefst honderd kaarsjes mag uitblazen. Minstens even indrukwekkend is dat de oprichtende familie Janssen de touwtjes nog altijd stevig in handen houdt. De familietakken hebben hun UCB-aandelen verenigd in het vehikel Financière de Tubize, waarmee ze een controlerend belang aanhouden. Midden dit jaar bedroeg die participatie 36,28 procent.
Financière de Tubize heeft zelf een beursnotering op Euronext Brussel. Iets meer dan 40 procent van de aandelen is vrij verhandelbaar. De vier familiale aandeelhouders handelen in onderling overleg en hebben de controle over 56,89 procent van de Financière de Tubize-aandelen. Het gaat om de bv FEJ (23,62%, Eric Janssen), Daniel Janssen (13,21%), de nv Altai Invest (11,26%, Evelyn du Monceau) en de bv Barnfin (8,80%, Bridget van Ryckevorsel).
De Belgische monoholding profileert zich nadrukkelijk als de referentieaandeelhouder van UCB. Dat blijkt ook uit het jaarverslag, waarin de toenmalige voorzitter Gaëtan Hannecart ingaat op de verschillende pijlers van de bedrijfsmissie. De eerste is de deelneming in UCB op lange termijn strategisch beheren. “Dankzij de inzet van onze vier vertegenwoordigers in de raad van bestuur van UCB, bepalen wij zo goed als mogelijk mee de strategische keuzes van UCB die het mogelijk zullen maken nieuwe producten te ontdekken ten voordele van patiënten met ernstige ziekten en UCB verder te laten groeien.” In april dit jaar werd Hannecart opgevolgd als voorzitter door professor Bruno Holthof, die al onafhankelijk bestuurder van de vennootschap was.
De ontwikkeling van nieuwe groeiaandrijvers is cruciaal nu de medicijnen Cimzia, Vimpat en Keppra op de terugweg zijn.
De familie Janssen is operationeel altijd nauw betrokken geweest. Een mooie illustratie daarvan is Fiona du Monceau, de achterkleindochter van oprichter Emmanuel Janssen (zie kader Bijna honderd jaar UCB), die haar carrière begon bij de consultant McKinsey en later de stap naar de farmasector zette: eerst bij GlaxoSmithKline en Eli Lilly, en uiteindelijk bij UCB. Sinds maart vorig jaar is de veertiger verantwoordelijk voor de late ontwikkeling van medicijnen. Dat is een cruciale rol in het biofarmabedrijf, want op die manier is ze mee verantwoordelijk voor het marktrijp maken van nieuwe blockbusters, medicijnen die een jaarlijkse omzet van 1 miljard dollar genereren.
Familie behoudt vertrouwen
Voor UCB was 2024 een boerenjaar. Het bedrijf kreeg meerdere goedkeuringen in de belangrijkste afzetmarkten. De ontwikkeling van nieuwe groeiaandrijvers is cruciaal nu de medicijnen Cimzia (weliswaar nog altijd de belangrijkste omzetmaker), Vimpat en Keppra op de terugweg zijn door onder meer generieke concurrentie en prijsdalingen.
Het stermiddel is het psoriasismedicijn Bimzelx, dat voor verschillende huidaandoeningen mag worden ingezet en vorig jaar zijn omzet zag verviervoudigen tot meer dan 600 miljoen euro. Alles wijst erop dat UCB daarmee een nieuwe blockbuster in handen heeft. Begin deze week kwam er goed nieuws voor Bimzelx. Een potentieel concurrerend middel van het Zwitserse Moonlake Immunotherapeutics blijkt niet zo doeltreffend te zijn dan Bimzlex. De beurskoers van UCB schoot daarop 16 procent hoger, waardoor het bedrijf nu het op AB InBev na meest waardevolle van België is.
Andere groeimotoren in de portfolio zijn Rystiggo en Zilbrysq (spierziekte myasthenia gravis), het epilepsiemiddel Fintepla en het osteoporosemedicijn Evenity.
De familie Janssen behoudt het vertrouwen in UCB. Niet alleen door de mooie resultaten, maar ook omdat Financière de Tubize met de ontvangen dividenden zijn aandeelhouders extra kon verwennen. Bovendien kon de monoholding de laatste schulden ter waarde van 41,3 miljoen euro terugbetalen, waardoor de balans schuldenvrij is. Meer nog, de referentieaandeelhouder tastte nog eens in de buidel en kocht in de eerste jaarhelft voor meer dan 4 miljoen euro UCB-aandelen bij.
Bijna honderd jaar UCB
In 1928 richtte Emmanuel Janssen het bedrijf Union Chimique Belge (UCB) op. In de beginjaren legde het zich toe op industriële scheikunde, maar zeker na de Tweede Wereldoorlog groeide de aandacht voor de farmaceutische afdeling. Vooral Daniel Janssen drukte zijn stempel op het bedrijf. Eerst als CEO (1975-1984) en later als vicevoorzitter van de raad van bestuur (1984-2006). De baron keek ver over de bedrijfsmuren heen en had tal van mandaten. Zo was hij tussen 1981 en 1984 ook de voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO).
In 1989 lanceerde UCB het anti-allergiemedicijn Zyrtec. Het was voor het bedrijf het eerste medicijn dat de omzetkaap van 1 miljard dollar rondde. Later deden ook Keppra (anti-epilepticum) en Cimzia (behandeling van reumatoïde artritis en ziekte van Crohn) dat huzarenstukje over.
Aan het begin van de 21ste eeuw legde UCB de focus volledig op biofarmacie. Het verkocht de film- en chemieactiviteiten en daarna volgden grote en kleinere acquisities van onder andere Celltech (2004), Schwarz Pharma (2006), Ra Pharmaceuticals (2019), Handl Therapeutics (2020) en Zogenix (2022).
UCB in cijfers
•Omzet: 6,152 miljard euro in 2024
•Aantal medewerkers: 9.378 eind 2024
•Aantal mensen die wereldwijd medicijnen van UCB gebruiken: 3,1 miljoen in 2024
•Aantal molecules in klinische ontwikkeling: 9 in 2025
Bekijk hier de rangschikking van de 200 beste familiebedrijven op basis van toegevoegde waarde (pdf)
Lees ook: Colruyt Group is de grootste familiale werkgever in België
Zo vonden we de beste Belgische familiebedrijven
Om te bepalen wat van een bedrijf een familiebedrijf maakt, gebruikten we de definitie van de sectorfederatie European Family Businesses. Die zegt dat in een familiebedrijf de meerderheid van de zeggenschap ligt bij de natuurlijke personen die het bedrijf hebben opgericht of overgenomen, of bij hun familie. De grootte van het bedrijf speelt geen rol. De meerderheid van de besluitvormingsrechten kan direct of indirect zijn. Als een bedrijf een beursnotering heeft, volstaat het dat de familie 25 procent van de aandelen bezit. Daarnaast moet ten minste één vertegenwoordiger van de familie formeel betrokken zijn bij het bestuur van de onderneming.
Met die definitie in de hand plozen we de cijfers van Trends Business Information uit. We analyseerden de jaarrekeningen van het boekjaar 2024 die in september beschikbaar waren. We keken naar de toegevoegde waarde en naar het aantal werknemers. De toegevoegde waarde geeft, veel beter dan de omzet, weer in welke mate een onderneming aan de nationale economie bijdraagt. Het aantal werknemers illustreert de bijdrage van die bedrijven aan de tewerkstellingsgraad in ons land. Belgische vennootschappen die gecontroleerd worden door buitenlandse families hebben we buiten de vergelijking gehouden. Op die manier kwamen we tot twee lijsten met respectievelijk 200 en 100 familiebedrijven.