Tupperware aan de rand van de afgrond, personeel legt kort het werk neer
De toekomst van Tupperware Brands, vooral bekend van de plastic potjes, is hoogst onzeker. ‘Er is substantiële twijfel of het bedrijf zal kunnen voortwerken’, zo zegt de producent van keukenproducten zelf bij de publicatie van zijn kwartaalresultaten. Het aandeel verliest meer dan 40 procent op de beurs van New York. Tupperware heeft een vestiging in Aalst.
Daar werd na het bekendraken van het nieuws kort het werk neergelegd, bericht Het Laatste Nieuws woensdagavond. De ongeveer 260 personeelsleden zijn erg ongerust. Zij die niet aan het werk waren, zakten af naar de fabriek. Na een gesprek met de Aalsterse directie ging iedereen weer aan het werk, aldus HLN.
Tupperware was nog een van de winnaars tijdens de coronapandemie, omdat meer mensen thuis aten en dus de verkoop van keukenbenodigdheden zoals vershoudpotten en kooksets piekte. Inspanningen om de gekende Tupperware-feestjes bij mensen thuis te vervangen door onlinebijeenkomsten wierpen hun vruchten af.
Maar intussen is het tij helemaal gekeerd. De omzet in het derde kwartaal bedroeg 302,8 miljoen dollar (omgerekend 306,7 miljoen euro), een vijfde minder dan een jaar eerder.
De voortgezette activiteiten waren ook verlieslatend. Het bedrijf zegt dat de wisselvallige inkomsten en de strenger wordende convenanten met de banken ‘substantiële twijfels doen rijzen over de mogelijkheid om voort te werken’, aldus Tupperware.
Het onderhandelt wel voort met de banken over een oplossing, maar ‘het is niet zeker dat die inspanningen succesvol zullen zijn’. Tupperware had aan het einde van het kwartaal 103 miljoen dollar cash, terwijl de schuld meer dan 700 miljoen dollar bedraagt.