Topwetenschapper Peter Carmeliet: ‘We praten met een investeringsfonds om een spin-off op te richten’
Peter Carmeliet (59) is al jaren een referentie in de levenswetenschappen. Nochtans had hij zonder Désiré Collen wellicht nooit een wetenschappelijke carrière gehad.
Iedere maand stelt Trends een wetenschapper voor wiens werk belangrijk kan worden voor de economie.
Waarom moet u deze wetenschapper kennen?
Peter Carmeliet kreeg in september als eerste Belg de Heinekenprijs voor geneeskunde. Hij staat aan het hoofd van het laboratorium voor angiogenese en vasculair metabolisme. Zijn onderzoek naar bloedvatvorming opende perspectieven in de behandeling van kanker, omdat voor de vorming van een tumor nieuwe bloedvaten cruciaal zijn.
Met een vader die onderzoek deed in de elektrofysiologie – de elektrische geleiding van het hart – stond een onderzoekersleven in de sterren geschreven. “Ik ging geneeskunde studeren, maar wist vanaf het begin dat ik in het onderzoek wou”, blikt Carmeliet terug.
Toch was toeval belangrijk in de carrière van Carmeliet. In de jaren tachtig moest wie geneeskunde en onderzoek wilde combineren een lang traject doorlopen. Nadat je was afgestudeerd, moest je nog vier tot vijf jaar specialiseren, alvorens je leven aan onderzoek te kunnen wijden. Zoveel geduld had Carmeliet niet. Halverwege zijn specialisatie interne geneeskunde gaf hij er de brui aan. Sommigen voorspelden het einde van zijn academische carrière. Désiré Collen zag iets in de jonge onderzoeker en stuurde hem naar de Verenigde Staten. Eerst naar Harvard in Boston en later naar het Whitehead-instituut aan het MIT. “Toen ik terugkwam, heb ik gevraagd op angiogenese te werken. Enkele jaren later stonden onze resultaten in Nature.”
Hoe groot is de internationale renommee?
Dat artikel over de bloedvatvorming was een schot in de roos. “Het is mijn meest geciteerde artikel”, lacht Carmeliet. Zijn labo heeft een hoge Hirsch-index. Dat cijfer kwantificeert de impact van een wetenschapper. Hij hoort daarmee tot de meest geciteerde wetenschappers in ons land.
In het labo van Carmeliet werken een kleine 60 mensen. Naast Carmeliet is er nog een prof in de onderzoeksgroep. Dat maakt geld vinden moeilijker. De nieuwe regels bij het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek leggen sinds kort een maximumaantal beursaanvragen per prof op. “We verliezen op die manier minstens een kwart van ons jaarlijkse budget. Ofwel moet er geld uit de lucht vallen, ofwel moeten we inkrimpen en mensen ontslaan.”
Extra Europees geld is niet de oplossing. Carmeliet heeft al een hernieuwing van zijn beurs van de European Research Council op zak.
Zijn er economische toepassingen?
Thrombogenics was het geesteskind van Désiré Collen, maar het fundament voor een van de onderzoekslijnen stamt uit het labo van Carmeliet. Intussen heet Thrombogenics Oxurion en een deel van de onderzoekslijn is ondergebracht in de spin-out Oncurious. “Ons onderzoek naar antilichamen tegen de placentale groeifactor PGLF geldt voor beide bedrijven nog altijd als een veelbelovend product.”
Carmeliet wil focussen op enkele doorbraken uit zijn labo die tot nieuwe geneesmiddelen kunnen leiden. “We praten met een investeringsfonds om een spin-off op te richten. We willen een proof of concept mee laten financieren en samen een octrooi indienen.”
Geld is niet de motivatie voor Carmeliet. Sinds vorige maand loopt een klinische trial over de impact van een ketogeen dieet – vetrijk, veel proteïnes en weinig suikers – op de behandeling van lymfe-oedeem. Dat treedt op wanneer bij uitgezaaide borstkanker ook de lymfeklieren zijn weggehaald. “Ik verdien daar niets aan, maar potentieel is er wel een belangrijke maatschappelijke impact. Dat vind ik fijn.”
Waar komt de inspiratie vandaan?
“Tot mijn vijftigste deed ik nauwelijks aan sport”, vertelt Carmeliet. “Ik begon last te krijgen van jetlags en ben beginnen te fietsen. Nu neem ik altijd de fiets. Ik ben twee keer na elkaar de Ventoux opgereden.”
Een col oprijden kost krachten, maar is het moeilijker dan een artikel in Nature te krijgen? “Ik vind van wel”, lacht Carmeliet. “Hoewel ze mij bij Nature kennen, krijg ik geen carte blanche. Ook onze artikels worden soms afgeschoten. Daarmee moet je leren omgaan. Bij een col is dat ook belangrijk: rustig blijven, niet opgeven en doseren.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier