TomorrowLab-topvrouw Marijke Verhavert over de toekomst: ‘Neem cybersecurity even serieus als veiligheid in de fysieke wereld’

MARIJKE VERHAVERT "Ik wil een echte discussie zien over wie onze data mag gebruiken en waarvoor. Pas dan kunnen we databeheer goed organiseren." © Debby Termonia
Myrte De Decker
Myrte De Decker redacteur Trends

We moeten meer en beter nadenken over de toekomst, zegt Marijke Verhavert. De directeur van TomorrowLab ziet dagelijks hoe bedrijven, overheden en de maatschappij achterop raken, omdat noodzakelijke discussies niet worden gevoerd. “We overschatten wat er in vijf jaar kan gebeuren, maar onderschatten wat in tien jaar mogelijk is.”

Een garde tikt tegen een metalen kom, de seizoengroenten worden gesneden, instructies vliegen over en weer. Chef Marc Clement treft de laatste voorbereidingen voor de middagshift, waarbij hij ook experimenteert met de laatste technologische keukensnufjes. Op de twaalfde verdieping van de innovatiecampus Living Tomorrow staan we tussen restaurant Sapor en een inspirerende en innoverende leefruimte, waar bedrijven hun ideeën kunnen testen. Hoewel het uitzicht over onze hoofdstad hierboven magnifiek is, bestaat de kans dat we over pakweg tien jaar in woontorens zonder ramen wonen. Dat is toch een van de suggesties in deze woonkamer.

“Als we kleiner en compacter moeten wonen, is er mogelijk geen plaats voor vensters”, zegt Marijke Verhavert, directeur van TomorrowLab (zie kader Klaarstomen voor de toekomst). “Misschien zal een muur volledig uit schermen bestaan, waarop een uitzicht kan worden geprojecteerd. De bewoner kan dan zelf kiezen of dat downtown Manhattan of een azuurblauwe zee is. Vergelijk het met de beelden van een knisperend haardvuur die je nu al op tv kunt afspelen.”

Klaarstomen voor de toekomst

Living Tomorrow, vroeger bekend als het Huis van de Toekomst, werd dertig jaar geleden opgericht om de maatschappij te laten nadenken over de mogelijkheden van de toekomst. Op de innovatiecampus in Vilvoorde zijn zes belevingsruimtes, ingevuld volgens de thema’s slimme mobiliteit en logistiek, slim wonen en leven, slimme gezondheidszorg en welzijn, slimme gebouwen en infrastructuur, slimme steden en industrie en slim werken. Bedrijven, overheden en organisaties kunnen zich laten inspireren of samenwerken binnen ecosystemen. Onder meer de eerste domoticasystemen en eerste laadpalen voor elektrische voertuigen werden getest op de innovatiecampus.

Zes jaar geleden werd de zusterorganisatie Tomorrowlab opgericht, een onafhankelijk kenniscentrum dat toekomstverkenningen creëert voor bedrijven, steden en overheden. Dat zijn potentiële werelden waarin ze over tien tot twintig jaar kunnen terechtkomen. De bestaande businessmodellen worden daaraan getoetst en het innovatiepotentieel wordt blootgelegd. Het doel is om actieplan voor te leggen en zo bedrijven en organisaties toekomstbestendig te maken.

TomorrowLab helpt bedrijven om hun businessmodel toekomstbestendig te maken. Waarom blijkt dat voor vele zo moeilijk?

MARIJKE VERHAVERT. “Een bedrijf werkt vandaag in twee soorten ecosystemen. Het eerste is een transactioneel ecosysteem: dat zijn de partners waarmee bedrijven regelmatig in contact komen, zoals de werknemers, de klanten, partnerbedrijven of bepaalde overheidsdiensten. Daarrond situeert zich een contextueel ecosysteem dat het transactionele ecosysteem beïnvloedt. Denk aan een grote maakfabriek die in contact komt met milieumaatregelen van een overheidsinstantie, die op hun beurt zijn opgelegd door nationale of Europese wetten.

“Bedrijfsleiders weten doorgaans wel dat er veranderingen op til zijn en ze weten meestal hoe ze die willen aanpakken. Het probleem is dat ze niet nadenken wat de gevolgen zullen zijn voor hun ecosystemen. Ze veronderstellen bijvoorbeeld dat ze met dezelfde leveranciers of klanten zullen blijven werken. We zien vaak dat innovatie in bedrijven faalt, omdat het hele ecosysteem niet mee in kaart werd gebracht. Dat is heel menselijk. Ik neem bedrijven dat ook niet kwalijk. Ze hebben een partnerschap met bepaalde leveranciers en willen dat behouden, omdat ze er goede connecties mee hebben. Het komt vaak niet in hen op dat die leveranciers over tien jaar geen rol meer hebben in hun businessmodel. Een deel van de toekomstverkenning is ook tijdig afscheid nemen van partners.”

Het beste moment om de toekomst te plannen, was gisteren?

VERHAVERT. “Hoe sneller een bedrijf futureproof wordt, hoe beter. Daarom moeten toekomstverkenningen onderdeel worden van het managementproces. Dat is geen nattevingerwerk. Er bestaat een kwalitatieve onderzoeksmethodiek, waarbij dezelfde vragen over de toekomst worden gesteld aan verschillende experts, personen uit het bedrijfsleven en de rest van het ecosysteem. Waarom kwalitatief? Omdat we de toekomst niet in cijfers kunnen gieten, anders zou het veel gemakkelijker zijn. We moeten op zoek naar wat de verschillende mogelijkheden zijn die zich kunnen ontwikkelen. Die moeten we aftoetsen bij verschillende doelgroepen om de plausibiliteit van de mogelijkheden te zien.”

We hebben geen glazen bol, dan is het toch moeilijk om de toekomst te zien of te begrijpen?

VERHAVERT. “We zijn als mens geneigd om een aantal fouten te maken als het over de toekomst gaat. De eerste is bias: als je vandaag positief over iets denkt, dan denk je daar over twintig jaar nog altijd positief over en omgekeerd. Ten tweede denken we veel te vaag over de toekomst. We beschrijven een wereld, maar laten de details achterwege. In onze toekomst gaat de printer niet stuk en staan we niet in de file. Alle details waardoor dingen worden vertraagd, schrappen we uit ons toekomstbeeld. Daarbij aansluitend de derde fout: we hebben geen tijdsbesef in ons toekomstbeeld. Onze agenda is er leeg, dus denken we dat er voldoende tijd is om problemen op te lossen. We overschatten wat er in vijf jaar tijd kan gebeuren, maar onderschatten wat in tien jaar mogelijk is.

“Daarom is toekomstverkenning zo belangrijk. Wij creëren vier toekomstige wereldbeelden, die we in het extreme trekken. Er is een toekomst waar we bijvoorbeeld de klimaatcrisis redelijk onder controle hebben gekregen, waar het solidariteitsgevoel is doorgesijpeld naar grote delen van de wereld. Maar we creëren ook een beeld waar het klimaatbeleid is gefaald en de polarisatie is toegenomen. Door die uitersten tegenover elkaar te plaatsen, ontstaan verschillende werelden die tot de mogelijkheden behoren en waar bedrijven tot in het diepste niveau op moeten doordenken.

“De realiteit zal allicht niet zo extreem zijn. Bedrijven moeten zich vooral bewust worden van de disruptieve ontwikkelingen in de wereld. Denk aan de fotocameraproducent Kodak, die zijn businessmodel niet omgooide van analoge naar digitale toestellen. Dat bedrijf is er bijna onderdoor gegaan, hoewel het zélf de technologie mee heeft ontwikkeld.”

U staat anderhalf jaar aan het hoofd van TomorrowLab. Wat zijn de belangrijkste evoluties?

VERHAVERT. “We hebben zoveel kennis over toekomstverkenningen opgebouwd dat we de complexiteit ervan kunnen vergroten. Daardoor is het kader waarin we de businessmodellen van bedrijven aan een stresstest onderwerpen ook veel beter. En het lukt ons almaar sneller om projecten uit te werken. Vroeger duurde dat tot twee jaar. Die termijn is fors teruggedrongen.

“Ten tweede zijn ook de competenties in bedrijven belangrijk. Daarom hebben we de Living Tomorrow Academy opgericht, waarin we bedrijven de kans geven op een laagdrempelige manier met ons samen te werken en zo ook hun medewerkers of andere stakeholders mee te krijgen. Dat was voordien niet altijd het geval.”

Op het event Cybersec Europe pleitte u ervoor om cyberveiligheid een onderdeel te maken van toekomstverkenningen. Waarom?

VERHAVERT. “De meeste bedrijven maken oplossingen voor de huidige problemen in cybersecurity, zoals het beschermen en veilig opbergen van onze data terwijl die wel toegankelijk blijft. Maar is dat over tien jaar nog de grote vraag? We zullen dan in een volledig andere context bewegen, met nog meer stromen van goederen, diensten, informatie, technologie enzovoort. Op welke manier zullen die stromen beïnvloed worden door de globale samenwerking tussen de verschillende partijen?

“Europa probeert enkele standaarden vast te leggen en die informatiestromen te beheren. Maar als je naar de wereld kijkt, moet je ook rekening houden met Rusland, China en Amerika of de relatie tussen privébedrijven, overheden en burgers. Dat is veel complexer. En dan moeten we ons de vraag stellen: slagen we erin veilige informatiestromen te creëren of komen we in complete chaos terecht door de snel evoluerende technologie? We zullen die de komende jaren moeten temperen, zodat het draaglijk blijft voor de mens.

“Men heeft de mond vol van data-eigenaarschap, maar ik zie nog geen oplossingen. In een wereld waar globale samenwerking niet meer lukt en de technologie ons overrompelt, wil ik zelf mijn data beheren. Cybersecurity moet even serieus worden genomen als veiligheid in de fysieke wereld.”

Waarom nemen we het minder serieus?

VERHAVERT. “Het wereldwijde web is onzichtbaar, wat het minder tastbaar maakt. En er is de hindernis door privacy. Het debat over cyberveiligheid ontaardt regelmatig in een debat over privacy. Ik ontken het belang van privacyregels niet, maar nu wordt de discussie gepolariseerd door twee kampen, terwijl we als maatschappij net heel duaal omgaan met privacy. We geven alles weg op sociale media, maar zijn boos als we onze gegevens ergens moeten achterlaten.

“Een verzekeringsmaatschappij werd onlangs op de vingers getikt omdat het personen met mentale problemen anders behandelde dan personen met een lichamelijke ziekte. Persoonlijke gegevens werden gebruikt om een onterecht onderscheid te maken, oordeelde de rechtbank. Daar ga ik helemaal mee akkoord. Maar ligt de essentie niet in de manier waarop de verzekeraar – en bij uitbreiding de hele maatschappij – omgaat met zieken, in plaats van met het al dan niet delen van die gevoelige data?

“Het veilig opbergen van data is een zaak, maar ik wil liever eens een echte discussie zien over wie onze data mag gebruiken en waarvoor. Als daarover consensus bestaat, kunnen we databeheer pas goed organiseren. Dat debat wil ik liever nu voeren in plaats van over twintig jaar, wanneer mijn gegevens op straat liggen en mijn rechten daardoor worden geschonden.”

Welke grote disruptieve gebeurtenissen verwacht u in de toekomst nog voor bedrijven?

VERHAVERT. “Artificiële intelligentie zal zichzelf nog verbeteren en versnellen. Ook van de kwantumtechnologie verwacht ik veel. Dat zijn de minuscule onzichtbare deeltjes, zoals elektronen of atomen. Heel simpel gesteld: als die ontwikkelingen gecombineerd worden met computerwetenschappen in kwantumcomputers, gaan we nog véél sneller problemen kunnen oplossen.

“Daarnaast zullen we de integratie van het menselijke lichaam en technologie niet kunnen tegenhouden. De maatschappij kijkt daar argwanend naar, maar het is even disruptief als de smartphone die ons leven is binnengedrongen. Wie kan zich nog een wereld zonder voorstellen? Er zijn nu al heel wat mensen die hun lichaam inzetten voor technologie. Zo zijn er die een kompas laten inplanten, zodat ze altijd weten waar het noorden is. Die proefkonijnen beweren nu dat hun natuurlijke oriëntatievermogen verbeterd is. De meeste ontwikkelingen zijn nog spielerei. Maar je mag niet vergeten dat achter die spielerei een hele machine zit van wetenschappers die verschillende mogelijkheden onderzoeken.”

Zou u zelf overwegen om iets te laten inplanten?

VERHAVERT. “Als het mijn leven makkelijker zou maken, denk ik dat ik ervoor zou openstaan. Maar ik ben niet meteen van plan om een kompas in mijn hand te steken.”

BIO

1996: studeert af als handelsingenieur in beleidsinformatica aan U Antwerpen
1996: gaat aan de slag bij KMPG management consultants
1997: wordt senior management advisor bij Adco
2000: start bij Siemens business services als businessconsultant
2003: wordt data-architect op het departement Welzijn, Volksgezondheid en Gezin van de Vlaamse overheid
2006: wordt afdelingshoofd van Informatie Vlaanderen, krijgt er in 2011 de rol van trajectleider innovatie bij
2017: wordt programmamanager artificiële intelligentie bij Informatie Vlaanderen, mede verantwoordelijk voor de digitale transformatie
2018: komt aan boord bij TomorrowLab als practice lead digitalisation en innovation designer
2023: wordt directeur van Tomorrowlab

Partner Content