Thierry Saegeman (CEO Engie Electrabel): ‘Geen deal betekent geen kernenergie meer in België’

© Belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Het belang van de onderhandelingen over de verlening van de kerncentrales kan niet worden onderschat, zegt Thierry Saegeman, de CEO van Engie Electrabel. “De uitkomst zal een impact hebben op de volgende generatie, de volgende regeringen en de toekomst van kernenergie in ons land.”

Onder de kerstboom van Engie liggen dezer dagen geen pakjes maar miljardenfacturen. De Commissie voor Nucleaire Voorzieningen (CNV) vraagt dat Engie 3,3 miljard euro extra stopt in de nucleaire spaarpot voor de ontmanteling van de kerncentrales en de berging van het afval. De federale regering trakteert het bedrijf op een extra overwinstbelasting van 300 miljoen euro. Daarom heeft het beursgenoteerde Engie deze week de financiële markten moeten informeren, hoewel het bedrijf delicate onderhandelingen voert met de federale regering over de verlenging van de kerncentrales Doel 4 en Tihange 3. Engie is bereid tot een verlenging, mits er een maximumfactuur komt voor de berging van het afval en mits de staat co-aandeelhouder van die kerncentrales wordt. Vooral het bepalen van de maximumfactuur blijft een harde noot om te kraken, hoewel Engie en de federale regering daarover een intentieverklaring ondertekenden op 21 juli.

“Deze nieuwe facturen sterken ons in de overtuiging dat die intentieverklaring de basis moet vormen voor een akkoord over de verlenging van de kerncentrales,” zegt Thierry Saegeman, de CEO Engie Electrabel. “We willen de Belgische staat als co-aandeelhouder van de verlengde kerncentrales, met een fiftyfifty-verdeling als voorstel, omdat een contract met de Belgische overheid, in casu over de omvang van de nucleaire taksen, blijkbaar onvoldoende bescherming biedt voor de investeringen van een privaat bedrijf. We hopen dat de belangen betere uitgelijnd zijn bij een gedeeld aandeelhouderschap, waarbij de winsten en de risico’s evenwichtig verdeeld worden.”

En waarom is een maximumfactuur voor de berging van het kernafval een tweede breekpunt voor u?

THIERRY SAEGEMAN. “Die maximumfactuur is nodig omdat de nucleaire provisies blijkbaar om de drie jaar ongebreideld blijven stijgen, zonder limiet in de tijd en wat het bedrag betreft. En dat terwijl de bouw van de bergingsinfrastructuur, betaald met die provisies, niet dichterbij komt. Voor ons is het problematisch dat we geen enkele hefboom hebben om dat proces te versnellen. Het is de staat die het nucleaire afval moet bergen. Het is de staat die moet beslissen op welke manier ze dat wil doen. Het is de staat die de kosten moet inschatten. Vaak wordt ook vergeten dat deze infrastructuur alle nucleaire afval moet bergen, ook het afval van de staat, want ook de staat is bijvoorbeeld via het studiecentrum voor kernenergie in Mol (SCK) of via Belgoprocess in Dessel een producent van kernafval. Ongeveer 40 procent van de bergingskosten zal moeten worden gedragen door de staat en dus de belastingbetaler. Het is dus in het belang van beide partijen dat er een maximumfactuur komt.

“Een maximumfactuur zou ook niet uniek zijn in de wereld. Er is een maximumfactuur vastgelegd in Duitsland. In Nederland zijn de nucleaire provisies overgedragen naar de Nederlandse staat. In Frankrijk bestaat er een plafond op de bergingskosten van het afval.”

Is er sinds 21 juli vooruitgang geboekt in de onderhandelingen om tot een definitief akkoord te komen over de maximumfactuur en een gedeeld aandeelhouderschap?

SAEGEMAN. “Beide partijen zoeken naar oplossingen. De start was traag, maar de gesprekken lopen constructief en we zien vooruitgang. Dit complexe dossier vraagt tijd, in de wetenschap ook dat de volgende stap het zetten van een handtekening is onder een bindend akkoord.”

Uw onderhandelingspositie zou zijn verzwakt door die nieuwe miljardenfactuur.

SAEGEMAN. “Ik redeneer niet in termen van zwak of niet zwak. Uiteindelijk is de uitkomst van die onderhandeling het creëren van een nieuw kader voor kernenergie in België na 2025. En dit in de volledig andere filosofie van een partnerschap. Engie en de overheid worden samen aandeelhouder. We gaan samen deze nieuwe fase in, die belangrijk is voor de bevoorradingszekerheid van België en voor de keuzemogelijkheden in de toekomstige energiemix. Wil men nog dat kernenergie na 2025 nog deel uitmaakt van die mix? Heel wat belanghebbenden, ook politieke partijen, behouden graag dat kernenergie daar deel van uitmaakt. Het succes van de onderhandelingen zal bepalen of kernenergie in de toekomst als keuzemogelijkheid behouden blijft. En als men ooit nog nieuwe kerncentrales wil in België, groot of klein, dan is die maximumfactuur nodig. Niemand investeert in kerncentrales zonder te weten wat hij zal moeten betalen om het kernafval te bergen. Een ongelimiteerde toekomstige factuur zal voor een nieuwe investeerder enorm afschrikkend werken. Een investering in een nieuwe kerncentrale is een investering voor honderd jaar – tien jaar bouw, zestig jaar uitbating en dertig jaar om ze te ontmantelen. Zo’n investering heeft een stabiel kader nodig, met een duidelijke zichtbaarheid op de baten en de kosten.”

Het belang van de deal kan niet worden onderschat?

SAEGEMAN. “Het belang van de deal wordt nog te vaak onderschat. De uitkomst zal een impact hebben die verder gaat dan onze generatie, ons bedrijf en de huidige regering. Dit zal ook de volgende regeringen engageren en zal bepalend zijn voor de toekomst van kernenergie in België.

Geen deal betekent geen kernenergie meer in België?

SAEGEMAN. “Zonder deal binnen het geschetste kader is het moeilijk in te denken dat we nog investeren in kernenergie.”

Zelfs als dat kader er komt, ben je in België nooit zeker dat het een stabiel kader is. De overheid durft terug te keren op eerder gemaakte deals.

SAEGEMAN. “Precies daarom vragen we dat de overheid co-aandeelhouder wordt van de kerncentrales. Zo krijgt de overheid ook een beter zicht op de rendabiliteit van die kerncentrales, want daar bestaan veel misverstanden over. Dit jaar zullen we verlies maken door de hogere provisies en de extra belastingen, ondanks de goede beschikbaarheid van de kerncentrales en de hoge elektriciteitsprijzen. Dit is niet de eerste keer. De voorbije acht jaar eindigden de nucleaire activiteiten zeven keer met verlies. Enkel in 2021 boekten we een positief resultaat. Dat is niet duurzaam. Geen enkele goede huisvader blijft investeren in iets wat telkens verlies oplevert.

“Let op, we blijven bereid om de belastingen op de nucleaire activiteiten te betalen zoals overeengekomen in de bestaande akkoorden. De bestaande nucleaire taksen lopen dit jaar op tot 1 miljard euro. Daarmee financier je volledig het uitgebreide sociale tarief voor elektriciteit, waarvan volgend jaar 17 procent van de Belgische gezinnen, of 940.000 gezinnen, zullen genieten. Zij krijgen op jaarbasis een korting van 980 euro op hun elektriciteitsfactuur. Die belasting vechten we niet aan. Maar nog eens een extra overwinstbelasting van 300 miljoen euro vechten we wel aan, onder meer omdat de Belgische regering verder gaat dan op Europees niveau was afgesproken.

“Wat ons het meeste stoort, is dat kernenergie, in tegenstelling tot andere technologieën, niet mag aantonen dat de reële inkomsten lager zijn dan de inkomsten berekend volgens een bepaalde formule. Waarom krijgt kernenergie niet dezelfde behandeling als andere energie? Dat is voor ons moeilijk om te aanvaarden. Door die discriminatie kunnen we niet anders dan onze rechten te proberen vrijwaren, en de regering vriendelijk aanmanen om het bestaande contract te honoreren.”

Dat bestaande contract zegt dat er geen extra belasting mogelijk zijn boven op de bestaande nucleaire taksen?

SAEGEMAN. “Dat contract zegt dat er geen nieuwe overwinstbelastingen mogen komen op de nucleaire activiteit, behalve als het om belastingen van algemene aard gaat. Dit is geen overwinstbelasting van algemene aard. En met die nieuwe belasting, stijgt de belastingvoet op het bedrijfsresultaat uit kernenergie naar 70 procent. De vennootschapsbelasting bedraagt 25 procent. De olie- en gasproducenten, die grote winsten boeken, wordt een solidariteitsbijdrage van 33 procent gevraagd. Het nucleaire wordt dus meer dan dubbel zo hoog belast. Het nucleaire moet echter ook kunnen blijven investeren in de eigen activiteiten, bijvoorbeeld in een levensduurverlening, want dat gaat geld kosten. Wij willen als groep de energietransitie versnellen. Het nucleaire kan niet alles betalen. Ergens is er een limiet. We zullen onze rechten dus beschermen, zonder agressiviteit te tonen. De beeldvorming is dat wij druk zouden uitoefenen op de regering, maar dat is niet het geval. Waar ligt de grootste macht? Bij diegene die de wetten maakt, of bij diegene die de wetten ondergaat? Wij gaan de nucleaire belastingen en de hogere provisies betalen, maar in een rechtstaat kunnen we dat als bedrijf betwisten om een deel van onze centen te recupereren. Dat is trouwens een proces van jaren. Zo machtig voelen wij ons niet, hoor.”

De overheid heeft u toch nodig om de bevoorradingszekerheid van het land de volgende jaren te garanderen?

SAEGEMAN. “De bevoorradingszekerheid is niet onze verantwoordelijkheid. Dat is de verantwoordelijkheid van de regering, met de steun van hoogspanningsnetbeheerder Elia, die als enige beschikt over de simulatiemodellen die aantonen of we in een gevarenzone komen. Wij als marktspeler bieden, net als andere marktspelers, oplossingen om de bevoorradingszekerheid te ondersteunen. Binnen het capaciteitsremuneratiemechanisme zijn er ook mogelijkheden om tekorten op te vangen. De aardgascentrale van Tessenderlo Chemie bijvoorbeeld beschikt over een vergunning voor 800 megawatt. Men zou die centrale kunnen bouwen en inschakelen om mogelijke tekorten in te vullen.”

Heeft kernenergie op lange termijn een rendabel businessplan in een context van een toenemend belang van groene energie en een stijgende vraag naar elektriciteit?

SAEGEMAN. “Dat hangt van een aantal parameters af. Hoe afhankelijk wil je als land zijn van de invoer van energie? De tweede vraag is dan uit welke mix de nodige capaciteit moet bestaan, zodat er continu bevoorradingszekerheid is, zodat de prijzen onder controle blijven voor bedrijven en gezinnen, en zodat je de klimaatdoelstellingen respecteert. Soms moet je daarbij keuzes maken. Om de vraag te antwoorden: ja, kernenergie kan een bouwsteen van de toekomst zijn. Soms zal kernenergie duurder zijn dan de geldende marktprijs, maar soms ook goedkoper bij een nieuwe opstoot van de prijzen. Zodra je als maatschappij al dan niet hebt gekozen voor kernenergie, moet je het kader creëren dat bedrijven toelaat om te investeren. Iedereen die erin stapt, moet weten waar hij aan toe is, zonder achteraf voor verrassingen te staan. Onzekerheid is het meest dodelijke voor investeringen.”

Hebben we kernenergie hoe dan ook nodig om een verwachte verdubbeling van de elektriciteitsvraag op te vangen?

SAEGEMAN. “Niet noodzakelijk, er zijn landen die de keuze maken om zonder kernenergie verder te gaan. Maar ook niet iedereen heeft bijvoorbeeld toegang tot veel waterkracht. En ook wij willen zo snel mogelijk en zo veel mogelijk hernieuwbare energie ontwikkelen. Dat is de kern van de strategie van Engie. Hernieuwbare energie moet straks meer dan de helft van de energiemix van de groep vormen. Elke euro die we in hogere nucleaire provisies moeten steken, is een euro die we niet kunnen investeren in een versnelling van de energietransitie. Dat baart ons zorgen, wetend dat die provisies elke drie jaar voor herziening vatbaar zijn.”

Past kernenergie nog in de groepsstrategie van Engie, waarbij de focus ligt op gereguleerde of voorspelbare activiteiten en waarbij de risico’s worden afgebouwd?

SAEGEMAN. “Nieuwe kerncentrales bouwen en uitbaten maakt vandaag geen onderdeel uit van de strategie van de groep. Al onze aandacht gaat naar oplossingen die onze klanten helpen om hun koolstofuitstoot te verminderen. We bouwen zelf zo veel mogelijk hernieuwbare energie en we denken dat flexibele, performante en toekomstbestendige aardgascentrales heel compatibel zijn met hernieuwbare energie. Daarom zetten we ook in op de productie van groene gassen ter vervanging van aardgas. We werken ook aan een oplossing om de CO2-uitstoot van aardgascentrales te capteren en te gebruiken als grondstof voor de productie van synthetisch methaangas. Zo kunnen we via een circulair schema de decarbonisering met aardgas realiseren. We zijn ervan overtuigd dat een doorgedreven elektrificatie van de economie niet volstaat. Voor sommige sectoren, zoals chemie, staal en cement, is het heel moeilijk om alle productieprocessen volledig te elektrificeren.”

Kernenergie past dus alleen nog in de groepsstrategie als de bijbehorende financiële risico’s voldoende worden afgebouwd?

SAEGEMAN. “Ja, dat geven we ook heel consequent aan sinds 2019. Toen heeft de regering duidelijk gemaakt dat ze liever zonder kernenergie verder wilde en wilde gaan voor gascentrales. We hebben ons ingeschreven in die logica. Het is pas sinds het uitbreken van de oorlog in Oekraïne dat de situatie veranderd is. We hebben als groep in maart onmiddellijk aangegeven dat we bereid waren tot een koerswijziging en tot een verlenging van de kerncentrales, mits onze bekende voorwaarden. Dat heeft geleid tot de intentieverklaring van 21 juli. Binnen dat kader zijn we bereid ongeveer 500 miljoen euro te investeren in de verlenging van de kerncentrales. Dat betekent ook dat we een nucleaire operator zullen blijven na 2025, wat absoluut niet meer was voorzien. Dat zijn toch tekenen van goede wil van een groep die bereid is om de strategie helemaal om te gooien, als de randvoorwaarden ingevuld worden.”

De regering wil natuurlijk niet te veel risico’s overnemen van Engie.

SAEGEMAN. “Daar zal duidelijkheid over zijn. De maximumfactuur zal moeten worden gevalideerd door Belgische én Europese instanties, omdat de Europese Commissie wil checken of er geen sprake is van ongeoorloofde staatssteun. Dat is exact wat gebeurd is in Duitsland. Dat zal ook hier gebeuren. Alle instanties zullen in alle transparantie een aantal checks kunnen doen en kunnen zeggen of het om een faire, evenwichtige deal gaat.”

Zijn de nucleaire provisies nu te hoog, naar uw inschatting?

SAEGEMAN. “Deze provisies worden zéér voorzichtig berekend. De CNV vraagt om de provisies van 14,9 miljard euro te verhogen met 3,3 miljard euro. Die oefening vertrekt van heel conservatieve berekeningen waarbij alle mogelijke risico’s met marges zijn afgedekt, want de wet zegt dat de commissie moet handelen vanuit een prudentieel perspectief. Ze moeten ervoor zorgen dat er voldoende centen in de spaarpot zitten. De wet voorziet echter ook dat de commissie moet bewaken dat er niet te veel provisies worden aangelegd, wat onderbelicht wordt. Die nieuwe verhoging van de provisies vinden we niet meer gerechtvaardigd. De spaarpot is al serieus gespijsd en we hebben deze spaarpot met cash gespijsd door leningen terug te betalen. Het is dus belangrijk om een berekeningsmethode overeen te komen die leidt naar een maximumfactuur die redelijk en aanvaardbaar is voor Engie.”

Het grootste deel van de verhoging van de provisies is te wijten aan een verhoging van de ontmantelingskosten van de kerncentrales. De CNV zegt dat deze kosten in het verleden te laag zijn ingeschat.

SAEGEMAN. “De kosten voor wat de CNV de ‘ontmantelingskosten’ noemt, stijgen met 2,3 miljard euro. Maar daar is spraakverwarring. We hebben ook zelf een verhoging van de ontmantelingskosten van 1,5 miljard euro voorgesteld aan de commissie. Wat moeilijker ligt, is dat ook een hele reeks aanbevelingen van Niras worden meegenomen die te maken hebben met kosten die gelinkt zijn aan het beheer van het nucleaire afval van de ontmanteling. Momenteel is niet duidelijk aan welke voorwaarden dit afval moet voldoen. De CNV zegt dus: de ontmanteling zal meer kosten dan u denkt en gaat gepaard met meer onzekerheid dan u denkt. We krijgen dus een dubbele rekening gepresenteerd voor zaken waar wij niet verantwoordelijk voor zijn. Dat vinden we niet rechtvaardig.

“Dan mag je ook de verhoging van de provisies voor de afvalberging met 700 miljoen euro niet vergeten. Deze provisies stijgen omdat de CNV een lagere rentevoet hanteert, op een ogenblik dat wereldwijd de rentevoeten stijgen. We zijn het daar niet mee eens.”

De CNV zegt dit voor de volgende decennia te bekijken. Op die termijn is een verdere daling van de rentevoeten wellicht de overheersende tendens.

SAEGEMAN. “Ook hier is een verschil in visie. De nucleaire spaarpot is heel vergelijkbaar met een pensioenfonds. Die spaarpot zal op een zeer gediversifieerde manier belegd worden, als een goede huisvader, en op een heel lange termijn. Wij komen niet tot de conclusie dat de gehanteerde rentevoet moet dalen van 3,25 naar 3 procent. De CNV heeft ons ook nooit gezegd welke methodologie ze gebruikt. De wet zegt ook dat deze rentevoet om de drie jaar veranderd kan worden. Waarom dan die haast vandaag om de gehanteerde rentevoet te verlagen? We zullen nu binnen de zestig dagen een tegenvoorstel doen. Een eventuele stap naar de rechtbank is nog ver weg.”

U verwijst ook naar een kostprijs van 1,3 miljard euro, omdat een beslissing over de definitieve berging van het afval uitblijft. Over welke kosten gaat het?

SAEGEMAN. “Elke keer als de geologische berging uitgesteld wordt, moeten wij het afval langer opslaan op onze terreinen. Die extra kosten hadden we vooraf niet begroot. Daarnaast kondigt de overheid extra onderzoeks- en ontwikkelingskosten aan, zolang er geen beslissing genomen is. Maar gedurende decennia was het duidelijk dat het afval in diepe kleilagen in Dessel zou geborgen worden. Alles was daarop afgestemd. Alles kosten hebben we daar samen met de belastingbetaler voor betaald. Als we de teller nu weer op nul zetten, zijn dat nieuwe niet begrote kosten. Wij zien geen andere mogelijkheid meer dan na te lijken hoe we die kosten kunnen verhalen op diegenen die daar verantwoordelijk zijn.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content