Technologie blijft een mannenbastion: meer STEM voor vrouwen
Zowel in de technologische sector als in de informaticasector zijn vrouwen ondervertegenwoordigd. Dat geldt ook in de start-upscene, die nog altijd sterk gedomineerd wordt door mannen.
In België liggen de cijfers van vrouwen die een start-up beginnen erg laag. Amper 13 procent van de start-ups heeft een vrouwelijke (mede)oprichter. Op Europees niveau is dat 15 procent. De mechanismen die schuilgaan achter het glazen plafond – zoals mensen benoemen die op je lijken, waardoor een mannenbastion de neiging heeft zichzelf in stand te houden – spelen ook een rol in het start-upwereldje, vooral bij kapitaalrondes. De meeste investeringsfondsen zijn mannenbastions. Zij zijn het gewend mannen over de vloer te krijgen die hun projecten komen verdedigen.
Wendy Geeraert ondervond het aan den lijve. Ze is mede-oprichtster van Co-libry, een start-up uit Assenede die mensen helpt bij hun zoektocht naar een woning. Geeraert herinnert zich een informeel gesprek met de vertegenwoordiger van een durfkapitalist. “Hij vroeg mij of ik van plan was me te settelen en een gezin te stichten”, zegt Wendy Geeraert. “Hij maakte er geen probleem van, maar het was wel een risico waar hij rekening mee moest houden.” Een recente studie van het adviesbureau BCG, dat 350 start-ups analyseerde, documenteert dat fenomeen. De conclusie is glashelder. Hoewel ze beter presteren (10% meer inkomsten vijf jaar na de oprichting), hebben de start-ups die (mee) werden opgericht door vrouwen gemiddeld de helft minder geld opgehaald dan de start-ups die door mannen zijn opgericht.
Het overgrote deel mannelijke investeerders stopt vooral geld in start-ups met mannen aan het roer.
Om zulke vooroordelen te bekampen, nemen sommige organisaties innovatieve maatregelen. Zo heeft de accelerator Start it @KBC beslist dat in de jury die de start-ups selecteert, evenveel mannen als vrouwen moeten zitten. Zo wil het een einde maken aan wat het zelf een “vicieuze cirkel” noemt, waarbij voor het overgrote deel mannelijke investeerders vooral geld stoppen in start-ups met mannen aan het roer. Bij de meest recente lichting stelde Start it vast dat 35 procent van de start-ups minstens één vrouwelijke oprichter had, tegenover 28 procent vorig jaar. “Je merkt dat iets begint te bewegen”, verzekert Wendy Geeraert. “Het klopt dat jongens, meer dan meisjes, baden in een opvoedkundig model dat hen voorbestemt voor het ondernemerschap. Al heb ik niet echt hindernissen op mijn weg gevonden. Ik ben eerst ondernemer en pas dan vrouw. En ook al verschilt mijn aanpak wellicht van die van mannen, de problemen waarmee ik geconfronteerd word, zijn dezelfde als die van alle start-upoprichters.”
Studies
Dat opvoedkundige model laat zich voelen bij de hogere studies. Hoewel er in het hoger onderwijs meer meisjes zitten dan jongens, maken meisjes in STEM-richtingen ( Science, Technology, Engineering, Mathematics) maar een kwart van de afgestudeerden uit. Dat blijkt uit cijfers van de sectorfederatie Agoria. Houden we enkel rekening met de diploma’s ingenieurswetenschappen en ICT (informatie- en communicatietechnologie), dan daalt het percentage vrouwelijke afgestudeerden nog verder, tot slechts 12 procent.
Meer meisjes dan jongens halen een diploma, maar ze kiezen voor studierichtingen die zowel in jobkansen als in loon minder vooruitzichten bieden. Neem nu de digitale sector. Die kampt met een chronische ondervertegenwoordiging van vrouwen. Nochtans gaat het om een veelbelovende sector met veel toekomstmogelijkheden. Volgens de federale overheidsdienst Economie zullen er dankzij de digitale transformatie tegen dit en 2020 meer dan 50.000 jobs bij komen.
CoderDojo organiseert programmeerworkshops voor kinderen. De beweging heeft al stevig voet aan de grond in Vlaanderen en begint nu ook in Franstalig België door te breken. In de workshops zijn de meisjes goed voor amper een kwart van de deelnemers. Daarom worden er voortaan ook workshops speciaal voor meisjes georganiseerd en doet de organisatie er alles aan om zo veel mogelijk vrouwelijke coaches aan te trekken. Naast CoderDojo organiseert ook CodeFever in Vlaanderen programmeerlessen voor kinderen tussen 8 en 15 jaar. CodeFever wil kinderen vooral ‘computationeel’ leren denken. Aan de hand van spelletjes leren kinderen bijvoorbeeld hoe een algoritme werkt.
Festival
In Brussel is het Women Code Festival net afgelopen. Het festival wil vrouwen warm maken voor nieuwe technologieën, innovatie en de start-upscene. “Het plan is dat het hele Brusselse ecosysteem opkomt voor de vrouwen”, zegt Loubna Azghoud, die de initiatieven Women in Tech en Women in Business aanstuurt. De codeerschool “19”, kondigde naar aanleiding van het festival de lancering aan van een lichting enkel en alleen voor vrouwen. De codeerschool is partner van “42”, een school die in Parijs werd opgericht door de Franse techpionier Xavier Niel. Volgend jaar vindt een speciale versie van de beroemde selectieproeven van de codeerschool plaats, enkel voor vrouwen.
Het klopt dat jongens, meer dan meisjes, baden in een opvoedkundig model dat hen voorbestemt voor het ondernemerschap” – Wendy Geeraert, Co-libry
Een ander, haast strijdlustig initiatief is de editathon of schrijfbijeenkomst op de digitale campus BeCentral in Brussel. Het concept was de collaboratieve encyclopedie Wikipedia een veel vrouwelijkere insteek geven. “Wikipedia is de op vier na meest bezochte website ter wereld, maar amper 17 procent van de biografieën die erop staan, gaat over vrouwen. Dat komt onder meer omdat ruim 80 procent van de mensen die stukjes schrijven voor de encyclopedie, van het mannelijke geslacht is”, zegt Manon Brulard, de COO van BeCentral. Zij organiseerde het event, waar ruim honderd vrouwen op afkwamen.
Rolmodellen naar voren schuiven, daar zet ook Loubna Azghoud zich voor in. Zij nodigde vrouwelijke ondernemers uit om het project van hun start-up in het domein van de artificiële intelligentie te pitchen voor een zaal die vol zat met een hoofdzakelijk vrouwelijk publiek. “We willen toegankelijke vrouwen tonen. Brusselse vrouwen die actief zijn in de digitale sector en die een bron van inspiratie kunnen zijn voor toekomstige vrouwelijke ondernemers”, geeft Loubna Azghoud mee.
‘Je hoeft geen ingenieur te zijn’
Er zijn nog altijd te weinig vrouwen die een start-up oprichten. Ségolène Martin is een van hen. Ze is de medeoprichtster en CEO van Kantify, dat zich onder meer bezighoudt met algoritmes om de prijs van grondstoffen te voorspellen. Ségolène Martin is master in de politieke wetenschappen en is met Kantify al aan haar tweede start-up toe.
“Het klopt dat maar weinig vrouwen zich aan het ondernemerschap wagen. Ik wil duidelijk maken dat het perfect mogelijk is, zelfs in ogenschijnlijk complexe en technische domeinen zoals artificiële intelligentie. De ingenieursfaculteiten zullen niet van vandaag op morgen voor de helft vol zitten met vrouwelijke studenten. Maar ik ben een voorbeeld dat je niet per se een developer of een ingenieur hoeft te zijn om een start-up te beginnen. Niet alles is een kwestie van technologie. Je moet ook marketingvaardigheden hebben en je oplossing weten te verkopen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier