Stiptheid treinen zakt naar laagste niveau in 4 jaar, en er is geen beterschap op komst (infografiek)
De stiptheid van de treinen staat op het laagste niveau in vier jaar. Dat blijkt uit cijfers van spoornetbeheerder Infrabel. En volgens de verwachting van Infrabel zal de stiptheid er tot 2026 niet op vooruitgaan.
Van alle binnenlandse passagierstreinen kwam in november 85,3 procent met een vertraging van minder dan zes minuten in het eindstation aan.
Dat is een verwaarloosbare verbetering ten opzichte van de maand daarvoor: in oktober bedroeg dat stiptheidscijfer 85,2 procent, het laagste niveau sinds november 2018 (83,9 procent).
Ter vergelijking: in november vorig jaar bedroeg de stiptheid nog 90,8 procent en in november 2020 92,8 procent.
De ‘stiptheid na neutralisatie’ (zonder vertragingen veroorzaakt door voorvallen die extern zijn aan de activiteiten van Infrabel en NMBS of het gevolg van geplande en gecommuniceerde infrastructuurwerken) lag in november van dit jaar zelfs voor het eerst sinds november 2018 onder de 90 procent: 89,5.
Bekijk de evolutie van de stiptheid van de treinen over de afgelopen twee jaar
Geen beterschap op komst
Bovendien lijkt er niet meteen beterschap op komst. De kranten De Tijd en L’Echo melden dinsdag dat de nieuwe beheersovereenkomsten van het spoor de komende jaren niet tot stiptere treinen leiden. Ze verwijzen daarvoor naar de aangepaste plannen van Infrabel nadat tijdens het begrotingsconclaaf in oktober was gebleken dat er minder extra budget voor het spoor is dan gepland.
Door die beperktere budgettaire ruimte moet Infrabel besparen op het onderhoud van de sporen. ‘Er zal eerst een verslechtering en daarna een stabilisering van de prestaties van het treinnetwerk zijn’, concludeert Infrabel.
Dat betekent de facto dat ook de stiptheid van de NMBS er tot 2026 niet op vooruitgaat. Een belangrijk deel van de vertragingen en de afgeschafte treinen bij de NMBS zijn het gevolg van defecte sporen of bovenleidingen.
Infrabel verwacht dat het tot 2030 duurt vooraleer er geen enkel treintraject meer is waar treinen trager moeten rijden wegens de slechte staat van het spoor of van de bovenleidingen. In de oorspronkelijke plannen van de beheersovereenkomsten tot 2032 was het de bedoeling het achterstallige onderhoud op het spoor tegen 2025 volledig weg te werken.
Lees verder onder de foto
Onvrede
Eind november nog voerden de grote vakbonden drie dagen actie uit protest tegen een tekort aan investeringen bij spoorwegmaatschappij NMBS en infrastructuurbeheerder Infrabel, en ook om de hoge werkdruk aan te klagen.
De vakbonden klagen al langer over een structureel personeelstekort, met als gevolg verslechterende arbeidsomstandigheden en tanende stiptheid.
De NMBS en Infrabel willen tegen 2032 samen zo’n 2000 banen laten verdwijnen, met als voornaamste reden dat door investeringen in infrastructuur minder onderhoud nodig is. Zo wil Infrabel afslanken naar circa 9200 werknemers. In 2015 waren dat er nog meer dan 11.000. Het gaat om natuurlijke afvloeiingen: personeel dat vertrekt of met pensioen gaat wordt niet vervangen.
Bekijk de evolutie van het personeelsbestand van Infrabel:
Volgens Infrabel is de belangrijkste verklaring voor de daling van het aantal personeelsleden de concentratie van het aantal seinhuizen. ‘Infrabel is bezig met de stapsgewijze concentratie van de seinposten (van waaruit het treinverkeer wordt geregeld in België),’ zo laat de spoorwegbeheerder weten aan Trends. ‘Momenteel zijn er nog 12 moderne seinposten en we evolueren naar 11 eind 2022 en 10 in 2023. Eind 2004 waren er nog 368 seinhuizen.’
‘Andere factoren die meespelen, zijn onder andere productiviteitsverbeteringen op het terrein, de invoer van nieuwe veiligheidsmaatregelen die minder personeel noodzaken en betere planning’, aldus nog Infrabel.