Start-up Thermovault werkt aan nieuwe kapitaalronde
Een klein plastic bakje dat uit het zicht kan worden gemonteerd aan de verwarmingsketel of warmteboiler. Meer heeft Thermovault niet nodig om ‘s werelds grootste opslagsysteem voor energie te beheren.
In tijden van dreigende stroomtekorten en een steeds groener energiesysteem wint vraagsturing aan belang. In ons land pionieren bedrijven als REstore en Actility al enkele jaren met dat concept. Ze schakelen industriële installaties, of delen ervan, tijdelijk aan of af. Dat verschuift het piekverbruik. Daarvoor krijgen ze een vergoeding van de netbeheerders of ze verkopen de energie op de stroommarkt.
Liefst 42 procent van dat verschuivingspotentieel zit evenwel niet bij de industrie, maar bij thermische toestellen in de residentiële en dienstensector, zoals verwarmingstoestellen, diepvriezers, ventilatiesystemen en boilers. “De moeilijkheid bij huishoudens is dat hun verbruikspatroon, en dus het temperatuurverloop, zeer heterogeen is, en niet lineair”, schetst Sandro Iacovella (32), de oprichter en chief technology officer (CTO) van Thermovault. Er is meestal een ochtend- en een avondpiek, maar die liggen voor gezin A soms enkele uren vroeger dan voor gezin B. Samen met VITO en KU Leuven schreef Iacovella een algoritme om met die verschillen rekening te houden.
Tegen 2022 willen we bij een half miljoen huishoudens zitten
Het bedrijf beheert intussen de elektrische boilers en verwarmingstoestellen van meer dan 150 gezinnen in Limburg en Antwerpen. Daarmee beschikt het over één megawatt aan stuurbaar vermogen. Dat is niet slecht na enkele maanden, maar het blijft peanuts, zeker in verhouding tot de doelstelling: het grootste decentrale opslagsysteem van energie ter wereld uitbouwen.
Dertig ijskasten
Die gezonde ambitie ontwikkelde Iacovella tijdens zijn opleiding. Als industrieel ingenieur aan de Katholieke Hogeschool Limburg deed hij een stage bij het Leuvense onderzoekscentrum imec, waar hij onder andere organische geheugens aanstuurde. Hij breide er een vervolg als burgerlijk ingenieur aan vast, waarvoor hij als doctoraatsproef een veldtest kon doen bij 240 gezinnen. “Ik ben heel wiskundig en analytisch, maar ook enorm praktijkgedreven. Een van de lessen die ik meenam, is dat het opslagpotentieel vooral zit in elektrische wagens en thermische toestellen.”
Als gastonderzoeker aan de Universiteit van Californië (UCLA) in Berkeley kwam hij in contact met professor Duncan Callaway, zowat dé goeroe in energiesystemen en de integratie van hernieuwbare energie daarin. Ze zetten een proefproject op met een dertigtal identieke ijskasten in de studentenkamers, en kwamen uit op een apparaat dat 27 dollar kost, maar jaarlijks 10,8 dollar kon besparen. “In essentie is ons bedrijfsplan nog hetzelfde.”
Dat overtuigde Citris Foundry, de start-upaccelerator van UCLA, om mee in het kapitaal te stappen. “Toch hebben we ervoor gekozen eerst in Europa actief te worden. In de Verenigde Staten vind je makkelijker kapitaal, hier de technici. Bovendien is de impact van groene energie hier groter. Voor het eerst in honderd jaar controleren we niet het hele energiesysteem: wind en zon zijn er, of niet. Daardoor zijn de kosten om het net in evenwicht te houden, snel aan het stijgen.”
Door de verwarmingsapparaten als opslagbatterij te gebruiken, kunnen particulieren helpen de energietransitie mee mogelijk te maken. “In vergelijking met de thuisbatterijen die nu op de markt zijn, bieden wij tot vijf keer meer opslagcapaciteit tegen een kostprijs die vijftig keer lager ligt.”
Geen koude douche
Bovendien kan ook bestaande lucht- en waterverwarmingsapparatuur ermee worden uitgerust. “We werken met zelflerende algoritmes en die zijn universeel toepasbaar. We letten ook op de temperatuur, want als ons apparaat één koude douche zou veroorzaken, dan krijg je het niet verkocht. Een gemiddeld huishouden kan met onze apparatuur zowat 25 procent besparen op zijn energiekosten.”
De eerste megawatt bokste Thermovault bijeen door deel te nemen aan Vlaamse onderzoeksprojecten. Met de distributienetbeheerder Fluvius start het begin januari bijvoorbeeld een proefproject met warmtepompen in Leuven, Lochristi en Genk. “We werken samen met loodgieters en huisvestingsmaatschappijen, maar we denken na over samenwerking met grotere, strategische partners. Dat wordt wellicht een energiebedrijf, of een toestelfabrikant.”
Tegelijk loopt een kapitaalronde. Blue Bear Ventures, een fonds van Berkeley, wil voor 10 procent intekenen. Thermovault werd in oktober geaccepteerd in het acceleratorprogramma van Start it @KBC voor innovatieve en schaalbare ondernemingen, maar het zoekt nog een hoofdinvesteerder. Het kijkt daarvoor naar risicokapitaalfondsen, banken of businessangels. De kapitaalronde moet de groei ondersteunen, en de mogelijkheid bieden extra mensen aan te werven. Bij Thermovault werken vier vaste en vijf losse medewerkers. In de raad van bestuur zitten de professoren Geert Deconinck, Ronnie Belmans (beiden KU Leuven en Energyville) en Duncan Callaway.
“De volgende stap is te worden opgenomen in de primaire reserve van de hoogspanningsnetbeheerder Elia. Het is nu belangrijk dat we onze technologie kunnen toepassen in België, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk, en dan in de rest van Europa.”
De apparatuur is in principe ook bruikbaar voor ijskasten en diepvriezers, maar Iacovella wil geen stappen overslaan. “We willen nu focussen op thermische toestellen met een grote opslagcapaciteit. In België zijn er 164.500 gezinnen die zich elektrisch verwarmen, en in Frankrijk staan 8 miljoen elektrische boilers en meer dan 50 miljoen elektrische radiatoren.”
Toch ziet Thermovault zich niet als een concurrent van REstore of Actility. “Zij kijken meer en meer naar de particuliere markt, omgekeerd gaan wij niet naar de grote vermogens. Dat vergt een ander proces: ingenieurs die op de site het productieproces analyseren. Wij geloven in copy-paste: als je het gemeentehuis slim wil sturen, plaats je gewoon een aantal van onze apparaten, veeleer dan een specialist die ter plaatse komt voor een unieke oplossing. Onze focus ligt op de residentiële markt. Tegen 2022 willen we bij een half miljoen huishoudens zitten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier