Sophie Vandebroek: ‘Het is niet gelukt me te vervelen’
Sophie Vandebroek voelt zich nog altijd Europees. Daar heeft haar Amerikaanse paspoort en ruim 30 jaar corporate life niets aan veranderd. Haar taal is wel veranderd: ze wisselt tussen Engels en Nederlands. “Taal was dan nooit mijn sterke punt”, lacht ze. “Ik ben goed in wetenschappen. Zo is mijn brein nu eenmaal bedraad.”
De dag dat Neil Armstrong op de maan landde, besloot de zevenjarige Sophie Vandebroek (59) astronaut te worden. Toen de tijd van voortstuderen eraan kwam, bleek aan de KU Leuven geen opleiding voor astronaut te bestaan, dus werd ze ingenieur. Na haar diploma trok ze voor een doctoraat naar Cornell University in New York.
Haar carrière werd een kronkelend pad, waarop zowel IBM als Xerox terugkerende thuishavens waren. Bij Xerox schopte ze het tot chief technology officer. Tot de zomer van 2018 was ze als chief operation officer van IBM Research verantwoordelijk voor 3000 toponderzoekers, verspreid over 20 labo’s wereldwijd. Tegenwoordig combineert ze bestuursmandaten in de Verenigde Staten en Europa. Ze is adviseur van de ingenieursfaculteit van MIT en beheerder bij het Museum of Science in Boston, en ze zit in de raad van bestuur van Wolters Kluwer in Nederland en IDEXX Laboratories, een wereldspeler in dierendiagnostiek. Daarnaast is ze adviseur voor het Flanders Artificial Intelligence Research Program en het investeringsfonds Safar Partners.
“Toch ben ik heel selectief”, zegt ze. “Na een paar decennia met een agenda die zeven per week overbelast was, droomde ik van vrije tijd. Toen ik bij IBM vertrok, keek ik ernaar uit om me eindelijk te kunnen vervelen. Dat is niet gelukt: na enkele maanden miste ik het werken met briljante geesten te veel. Dus ben ik een eigen bedrijfje voor technologieadvies gestart. Ik hoop dat ik mijn knowhow over hoe je doorbraaktechnologie in de markt zet, kan doorgeven aan een nieuwe generatie ondernemers.”
Uw allereerste baan was bij imec. Toch trok u naar Cornell University. Was het werk bij imec niet uitdagend genoeg?
SOPHIE VANDEBROEK. “Zo zou ik het zeker niet zeggen. Toen ik in mijn voorlaatste jaar aan de KU Leuven zat, konden we voor een zomerstage naar HP in Palo Alto. Dat hebben mijn toekomstige man en ik gedaan. Die ervaring om met de beste mensen in het veld van de micro-elektronica samen te werken, was zo fantastisch dat we allebei in de Verenigde Staten wilden voortstuderen. Mijn man was ook ingenieur, maar hij studeerde parallel economie. Het jaar voor we naar Cornell trokken, werkte ik voor imec, terwijl hij zijn economielicentie afwerkte.
“Imec is een instituut van wereldklasse, maar ik wist dat ik maar een jaar zou blijven, omdat ik voor een doctoraat naar de Verenigde Staten zou gaan. Daarvoor had ik nauwelijks van Cornell gehoord. Het was de enige universiteit waar we allebei een beurs konden krijgen. Maar uiteraard ben ik blij met die keuze, want het is een topinstitituut.”
U koos voor een loopbaan in de industrie. Hebt u ooit spijt gehad dat u de wetenschap achterliet?
VANDEBROEK. “Ik heb de wetenschap nooit verlaten. In mijn hart ben ik nog altijd een techie. Ik heb altijd gewerkt met instellingen en researchers die op het scherp van de snee onderzoek doen. Ik heb ook veertien octrooien op mijn naam staan.
“Bij Xerox werd ik al snel projectleider en geleidelijk kreeg ik meer verantwoordelijkheid. Mijn werk bleef altijd erg technisch en gericht op wetenschap, van quantumcomputing tot artificiële intelligentie en alles ertussenin. Het mooie vind ik dat ik voortdurend met briljante mensen heb kunnen werken. Ik deed het onderzoek op de duur niet meer zelf. Mijn werk was barrières te elimineren en te verzekeren dat de juiste mensen het juiste onderzoek deden. Mensen zijn de sleutel tot succes. In alle organisaties. Het is niet alleen zaak hoe slim ze zijn, maar ook of ze floreren in de juiste creatieve omgeving. Dat mogelijk maken, is de baan van een CTO.
“Eigenlijk heb je in een concern als Xerox of IBM twee carrièrepaden: het managementpad en het technische pad. Ik belandde op het managementpad. Dat was niet mijn plan, maar toen ik als jonge dertiger mijn eerste stap in die richting deed, bleek dat ik het leuk vond en er goed in was. In plaats van met één project kon ik met twintig interessante onderzoeksprojecten bezig zijn. Dat was een fantastisch antwoord op mijn leergierigheid.”
Was het als vrouw lastiger om carrière te maken in de wereld van technologie?
VANDEBROEK. “Voor mij was dat vanzelfsprekend, maar misschien zie ik dat te rooskleurig. Ik ben een optimist. Volgens mijn kinderen vergeet ik de slechte dingen te gemakkelijk. Ik hecht veel belang aan het gezegde dat in elke crisis ook een kans zit. Je moet je gewoon goed kijken om ze te zien.
“Bij Xerox heb ik wel eens ervaren dat een van mijn managers mij niet in overweging nam voor een promotie omdat ik een vrouw was. Voor mij was dat een reden om een andere baas te zoeken. Een paar maanden later zat ik op een andere dienst. Als iets niet werkt, vertrek ik. Blijven werken voor iemand die je niet respecteert, doet je twijfelen aan jezelf. Daar lijden je prestaties onder, terwijl je de verwachtingen van je baas juist moet overtreffen.
“Ik vind het ook belangrijk dat je jezelf blijft. Je kunt beter geen pak aantrekken dat je niet past. Vroeger kwamen vrouwen werken in broekpakken. Zo zagen ze er een beetje uit als een man. Het is beter jezelf te zijn. En het is nog belangrijker je eigen waarden te behouden en niet op te geven.”
Zijn inclusiviteit en een goede balans tussen werk en privé daarom zo belangrijk?
VANDEBROEK. “Dat gaat hand in hand. Een goede onderzoeksorganisatie laat elk individu zichzelf zijn. Dat creëert loyauteit en maakt dat mensen in staat zijn tot grootse dingen. Onderzoekers werken hard. Dat is ook nodig, want wie innoveert, botst op barrières. Vroeger dacht ik dat je mensen moet behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden, maar nu zie ik dat anders. Ik probeer mensen te behandelen zoals ze behandeld willen worden. Niet iedereen is zoals ik.”
Hebt u een tip voor jonge, ambitieuze vrouwen?
VANDEBROEK. “Draag zorg voor jezelf. Wie zich fysiek en mentaal niet goed voelt, kan niet excelleren. Ik zie te veel vrouwen die bang zijn dat ze onvoldoende aandacht geven aan hun gezin, en daardoor geen tijd maken om te zorgen voor zichzelf. Ik streef 10.000 stappen per dag en acht uur nachtrust na. En ik eet gezond. Voor je mentale evenwicht heb je een beste vriend nodig, ideaal is dat je man of je vrouw. Houd daar rekening mee: als je het allemaal alleen moet doen, is het erg zwaar.”
Trends zet een jaar lang elke week een vrouwelijke topmanager, wetenschapper, techondernemer of influencer in de schijnwerpers. De vijftig vrouwen staan in de eerste lijst van Inspiring Fifty Belgium.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier