Soe Nsuki – stand-upcomedian, schrijver, dj en tv-gezicht – praat over hoe falen haar leerschool werd, waarom liefde haar kompas is en hoe ze als zwarte vrouw haar plek opeist in een soms nog gesloten wereld.
Bekijk/beluister de podcast hier of lees eronder verder:
Je parcours begon niet op een podium met een microfoon, maar als breakdancer.
SOE NSUKI. “Ik begon er pas op mijn zeventiende mee, nadat ik op een braderie in Merksem een paar breakers had zien dansen. Ik schreef me in voor danslessen en voor ik het wist, zat ik in de Antwerpse scene. We trainden elke dinsdag en donderdag en in het weekend gingen we battlen (danswedstrijden tussen twee personen of teams, nvdr). Breaking heeft me zelfvertrouwen gegeven en leerde me om te gaan met faalangst. In mijn verdere carrière heb ik daar veel aan gehad.”
Durfde je daarom ook stand-upcomedy aan?
NSUKI. “Zeker. Door te breakdancen had ik al geleerd een publiek te trotseren en af te gaan. Je leert je ego achter je te laten. Toen ik voor het eerst een open mic deed, voelde dat niet zo beangstigend. Natuurlijk was het spannend, maar ik wist: zelfs als ik faal, leef ik nog. Mijn slechtste optreden was in Nederland, in een café waar niemand luisterde. Acht minuten pure stilte. Ook dat maakt je sterker.”
Veel artiesten worstelen met zichtbaar zijn versus falen in het openbaar. Is dat veranderd sinds alles gefilmd wordt?
NSUKI. “Ik denk dat wij vroeger geluk hadden. Er waren nog geen smartphones, geen livestreams. We konden anoniem prutsen. Dat is vandaag moeilijker. Nu ik ervaring heb, kan ik met een slechte set omgaan. Ik heb trucs, ik heb timing. Maar die eerste jaren zijn trial-and-error. Je moet dat durven toe te laten.”
Wat werkt echt op een podium?
NSUKI. “Herkenbaarheid. Of dat gaat over trouwen, belastingen of de regen in België – het publiek lacht het luidst als het zichzelf herkent. Maar herkenbaarheid is cultureel bepaald. Wat werkt in een zaal vol witte middenklassers, werkt niet per se in een diverse omgeving. Als comedian moet je weten voor wie je speelt. Hoe meer je je identiteit durft in te zetten, hoe krachtiger je comedy wordt.”
Kun je van stand-upcomedy financieel rondkomen?
NSUKI. “Verrassend genoeg wel. Het is een van de weinige kunstvormen waar je snel iets mee verdient. In het begin krijg je 50 euro hier, 150 daar. Terwijl muzikanten en acteurs soms jarenlang moeten wachten op hun eerste loon. Misschien omdat weinig mensen het durven? Op een podium staan, alleen, en mensen doen lachen is een van de engste dingen die je kunt doen.”
Ondervind je extra obstakels als vrouw of persoon van kleur?
NSUKI. “In het professionele circuit valt het mee. Onder collega’s is er veel respect. Maar in het amateurcircuit en bij bookers, organisatoren en managers is het anders. Ik ben vaak geboekt omdat ze ‘nog een vrouw nodig hadden’. Niet omdat ik goed ben, maar omdat ik een vakje afvink. Ik weet dat ik jarenlang minder betaald ben dan mannelijke collega’s. Als ik meer vroeg, kreeg ik als antwoord: ‘Dan ga je minder geboekt worden.’ Dat is de realiteit.”
Je combineert dat allemaal met het moederschap. Hoe manage je dat?
NSUKI. “Met een sterk netwerk. Mijn partner Nicolas en ik stemmen onze agenda’s op elkaar af. Mijn mama, mijn broers, mijn nichtje – iedereen helpt mee. Het is echt een tribe. Zonder hen zou ik het niet kunnen. Sinds ik moeder ben, ben ik veel scherper geworden in wat ik wel en niet doe. Mijn tijd is kostbaar. Als het niet past in mijn visie of missie, doe ik het niet.”
‘Ik ben vaak geboekt omdat ze ‘nog een vrouw nodig hadden’. Niet omdat ik goed ben, maar omdat ik een vakje afvink’
Wat is de grootste misvatting over jouw werk?
NSUKI. “Dat comedy altijd leuk is. Mensen denken vaak dat wij gewoon wat grappen bedenken en lachen. Maar het is hard werken. Je moet schrijven, schrappen, testen, herwerken. Je moet rekening houden met wie in de zaal zit, wat je wel en niet kunt maken. En soms is het ook gewoon pijnlijk. Als een grap niet valt, voel je dat in je lijf. Maar het is tegelijk het mooiste vak dat er is.”
Hoe belangrijk is netwerken voor een creatieve carrière?
NSUKI. “Essentieel. Mijn eerste baan als opwarmer kreeg ik via collega Bas Birker. Die zei: ‘Jij kunt dat, kom mee naar Café Corsari.’ Zo is het begonnen. In deze sector is het zelden puur talent dat je vooruithelpt. Je moet zichtbaar zijn, mensen moeten je naam kennen. Dat betekent durven tonen wat je doet, durven connecteren en soms gewoon geluk hebben dat iemand op het juiste moment aan jou denkt.”
Zie je jezelf nog lang op het podium staan?
NUSKI. “Zolang ik er voldoening uit haal, blijf ik het doen. Ik voel ook dat mijn interesses verbreden. Schrijven, televisie maken, inhoudelijk meewerken aan projecten vind ik almaar boeiender. Wat ik vooral wil, is autonomie. Zelf kiezen wat ik doe en waarom. Als dat ooit betekent dat ik minder op een podium sta en meer achter de schermen werk, is dat ook helemaal goed.”
Wat zeg je tegen jonge mensen die twijfelen om iets creatiefs te doen?
NSUKI. “Volg je nieuwsgierigheid. Je hoeft niet alles te weten of te kunnen om ergens aan te beginnen. Je mag falen. Dat moet zelfs. Wees niet bang om idealistisch te zijn. Dat is geen zwakte, maar een kracht. We hebben net die frisse, scherpe stemmen nodig om dingen te veranderen. Dus als je het voelt kriebelen, probeer het gewoon. Je weet pas of iets bij je past als je het doet.”
Wat betekent ‘CEO van je leven’ zijn voor jou?
NUSKI. “Goed weten waar je voor staat en dat uitdragen. Voor mij draait alles om liefde. Liefde is niet iets wolligs. Het is luisteren naar anderen, maar ook verwachten dat naar jou geluisterd wordt. Het is geven en grenzen stellen. Dat is mijn kompas, in mijn werk, in mijn moederschap, in mijn activisme.”
CEO van Mijn Leven
In de podcast CEO van Mijn Leven (bekijk het overzicht) praten Esohe Weyden en Julien De Wit wekelijks met jonge, ambitieuze mensen over hun leven en carrière. De podcast wordt ook uitgezonden op Trends Z.