Sioen: ‘Als je in Zuid-Korea een grote hit hebt, kun je erop teren voor de rest van je carrière’
De Belgische muzikant Frederik Sioen treedt twee keer op tijdens de Olympische Winterspelen in Zuid-Korea. Platen uitbrengen en zakendoen doet hij al langer in dat land. Vlamingen kunnen nog wel wat opsteken van Zuid-Koreanen, vindt hij. “We hebben te weinig inspirators. Verander die mentaliteit!”
Even opzoeken”, zegt de man achter de balie van het kleine platenwinkeltje in de Zuid-Koreaanse hoofdstad Seoel. Het is 2010 en aan de andere kant van de balie staat de Belgische muzikant Frederik Sioen (38).
Hij is eigenlijk de winkel ingelopen om wat namen van Koreaanse onafhankelijke platenlabels te verzamelen en hoopt ook hun e-mailadressen mee naar buiten te nemen. Sioen stelt zich voor met zijn achternaam, die ook zijn artiestennaam is, en hij wordt meteen herkend. Daarop zoekt de man achter de balie op hoeveel cd’s van Sioen hij al heeft verkocht. “Driehonderd”, luidt het antwoord. Alleen: Sioen had in 2010 helemaal nog geen plaat uitgebracht in Zuid-Korea.
Een contract is in Zuid-Korea minder belangrijk dan een handdruk
“Ik stond perplex”, blikt Sioen terug. “Een firma met de naam Rock Records verkocht mijn eerste twee platen ginder. Meer dan een dekmantel was het waarschijnlijk niet, want niemand kende die platenmaatschappij. Als die kleine platenwinkel al zo veel platen had verkocht, hoeveel bedroeg de totale verkoop dan niet in dat land met meer dan 50 miljoen inwoners? Als die verkoop via mij was gelopen, was ik financieel behoorlijk binnen.”
Ondertussen is Sioen wel binnen in de Zuid-Koreaanse muziekindustrie. Wat niet voor de hand ligt. In Indonesië lukte het eerder niet. “Daar is mijn eerste single, Cruisin’, mogelijk nog een grotere hit. Ze zit er in alle karaokemachines, maar de muzieksector is er niet gestructureerd. Daardoor slagen we er niet in daar op te treden. De ene keer dat we er wel stonden, verliep via een Koreaans contact ( lacht). Hoewel ik naar spelers in de Indonesische muziekindustrie wel zo’n vijfhonderd mails stuurde.”
Gwyneth Paltrow
“In 2006 had ik wel al toestemming gegeven om Cruisin’ te gebruiken in een Koreaanse reclamespot met de actrice Gwyneth Paltrow”, herinnert Sioen zich. “Maar meer dan iets ondertekenen was dat niet. Ze houden je niet bepaald op de hoogte van wat daarna gebeurt. Omdat ik zelf in België en Europa aan het toeren was, stond ik er verder niet bij stil.”
Toen hij zich in 2009 op Twitter waagde, bleek dat hij buiten zijn weten een schare fans had opgebouwd in Zuid-Korea. Zo kwam hij er ook achter dat Cruisin’ een hit was geworden in Zuid-Korea, ook al doordat twee radioprogrammatoren het nummer hadden opgepikt.
“Dat opende natuurlijk heel wat deuren. Dus ben ik als een gek beginnen te mailen naar iedereen die in Zuid-Korea iets met muziek te maken had. Tot iemand uit de jazzwereld antwoordde en ervoor zorgde dat ik er zes uitverkochte optredens kon spelen.”
De indieplatenmaatschappijen die hij daarna in die kleine platenzaak in Seoel hoopte te vinden, bleek Sioen niet nodig te hebben. Twee andere platenfirma’s waren geïnteresseerd om zijn werk uit te brengen. “Een van hen was iets hipper, misschien iets alternatiever. De andere had meer ervaring in de samenwerking met internationale artiesten en deed ook de distributie voor Britse en Amerikaanse bands. Die firma was ook iets zakelijker. Ondertussen werk ik er zes jaar mee samen.”
Ik vraag me af of het inhoudelijk wel leuk is als muzikant van stad naar stad geleefd te worden
Eddy Wally
Het was al 2011 toen Sioen en de platenfirma het compilatiealbum onder de naam Cruisin’ uitbrachten op de Koreaanse markt. “De fans die zestien waren toen ze het nummer leerden kennen, waren ondertussen vooraan in de twintig. We moesten het nummer dus wel een beetje recupereren”, legt Sioen uit. “Gelukkig is het in Zuid-Korea zoals in Frankrijk: als je er een grote hit hebt, kun je erop teren voor de rest van je carrière. Het zou dom zijn dat niet te doen. Ik denk dat iedereen wel hoopt op zo’n kans.”
Ondertussen kwam ook de jongste plaat van Sioen uit in Zuid-Korea en ging hij al enkele samenwerkingen met Koreaanse muzikanten aan. Dat doet hij nu weer voor zijn twee optredens tijdens de Olympische Winterspelen in Pyeongchang. Daar speelt hij op 12 en 13 februari samen met de gitarist Denis Sungho en de producer-deejay Sowall op de site waar het shorttrack en het langebaanschaatsen plaatsvinden.
Daarna blijft Sioen in het land tot eind mei, om er verder intensief Koreaans te studeren. Om later Eddy Wally-gewijs zijn hits in de lokale taal te brengen? “Nee ( lacht). Op mijn laatste plaat zong ik al in het Koreaans, maar ik blijf muziek maken in het Engels, zoals ik gewoon ben. Ik leer vooral Koreaans om interviews te kunnen geven. Nu moet ik de aanvragen van tv-stations nog weigeren, omdat ze het niet zien zitten te vertalen.”
Al vindt Sioen het ook gewoon fijn zich in de cultuur te verdiepen. “Ik heb bijvoorbeeld ook een aanbod gekregen om mijn muziek te distribueren in China. Dat loopt via heel andere onlineplatformen, omdat ze niet echt goed samenwerken met de Googles en co van deze wereld. Dat contract is in bespreking en mocht de vraag ooit komen om in China op tournee te gaan, dan ben ik de eerste die daar ja op zegt. Alleen vraag ik me af of het inhoudelijk wel leuk is als muzikant van stad naar stad geleefd te worden. Nu kan ik focussen op één land.”
Protesteren
Van Zuid-Korea valt volgens Sioen nog wel wat te leren. “Veel, maar niet alles. De snelheid waarmee alles in de Koreaanse maatschappij gaat, heeft veel nadelen. Wij hebben het hier over burn-outs en die zijn natuurlijk schrijnend, maar de prestatiedruk ligt in Zuid-Korea nog veel hoger. De mensen moeten er ook harder werken om rond te komen.”
Toch kan hij wennen aan de Koreaanse mentaliteit. “Toen mijn platenbaas en ik in Seoel in de file stonden, op weg naar het station, zei ik hem dat de trein vijf minuten te laat kon zijn, dat we hem dan misschien nog zouden halen. Hij draaide zich geërgerd naar mij en zei: ‘ We wouldn’t allow it.’ Dat zinnetje heb ik goed onthouden, want je kunt het op veel zaken toepassen in Korea.”
“De consument, die betaalt voor diensten, zou het niet toestaan”, herhaalt Sioen. “Als iemand in Zuid-Korea protesteert, wordt dat meteen een collectief. Wij hebben het hier zo goed, dat we zelfs niet meer de moeite nemen om te protesteren. Dat leidt ertoe dat hier niets verandert. Ook al omdat we niet de mensen hebben om ons aan op te trekken. We hebben te weinig inspirators in onze maatschappij, te weinig positieve mensen die vooruit willen. Dus mensen, sta op. Verander die mentaliteit!”
Het bekendste recente voorbeeld van zulke protesten leidde tot de afzetting van president Park Geun-hye, na een corruptieschandaal.
“In België wordt protesteren gezien als de E40 barricaderen met een vrachtwagen, maar dat is niet betogen, mensen. Om president Park af te zetten kwamen de Koreanen zaterdag na zaterdag vreedzaam op straat, tot ze daar aan het einde met 2 miljoen mensen liepen. De president is afgezet, dus het had wel degelijk effect.”
Kleine kantjes
Ook de Koreaanse manier van zakendoen kun je volgens Sioen veeleer als vreedzaam omschrijven.
“Een Koreaanse uitgever die mangatijdschriften importeert uit China en Japan zei me eens dat de Japanners in zakendoen te formeel zijn, de Chinezen te commercieel en de Koreanen te emotioneel. Een contract is in Korea bijvoorbeeld minder belangrijk dan een handdruk. Minder belangrijk dan het gevoel dat ze bij elkaar hebben ook. Zelfs al ligt de beste deal ter wereld op tafel, als ze niet goed overeenkomen, kan het spaak lopen. Terwijl supporteren voor dezelfde sportclub soms plots de lijm is die alles doet werken.”
Of dat de juiste manier van werken is, daar is Sioen nog niet uit. “Ik vergelijk de Koreanen weleens met de Italianen. Ze wonen niet alleen op een schiereiland, ze houden ook van eten, familie én televisiedrama’s. Wel, als het fout loopt in zaken, dan is het ook Koreaans drama ( lacht).
Maar wat is het alternatief? In België wint het contract altijd. Goede afspraken maken goede vrienden, is hier het motto. Dat dat zo is ingeburgerd, is toch ook jammer? Of neem het advies dat je het beste niet met familie samenwerkt. Belachelijk. Hoe kom je daarbij? De grootste Belgische bedrijven zijn familiebedrijven. Je moet gewoon zorgen dat het niet mis gaat, door goed te communiceren en elkaars kleine kantjes te leren kennen. Dus als je een neef hebt die je kan ondersteunen, waarom niet?”
Als het in Zuid-Korea fout loopt in zaken, is het Koreaans drama
Het is ook Sioens advies aan jonge artiesten: zoek eens in je omgeving. “De drummer kan misschien een website maken en een goede vriend heeft misschien interesse om het licht te doen. Zo blijf je autonoom en kun je in het buitenland makkelijker met andere platenfirma’s samenwerken”, tipt hij.
“Want uiteindelijk wil je als inwoner van een klein land zoals België toch graag in het buitenland doorbreken. Mijn voordeel was dat ik eigenaar ben van al mijn muziek, behalve van één plaat, die ik bij Universal Music maakte. Daardoor kon ik direct schakelen en waren er geen grote onderhandelingen over het overkopen van rechten nodig. Het is anders als je een Britse of een Amerikaanse artiest bent die gigantisch veel platen verkoopt. Dan is het netwerk van een platenfirma wel heel belangrijk. In mijn geval hadden platenfirma’s me niet veel kunnen helpen bij mijn contacten in Korea of Indonesië.”
Geen manager
Dus blijft Sioen liever werken op de manier waarop hij dat al sinds de start van zijn carrière doet. Toen bracht hij uit noodzaak zelf een plaat uit, samen met zijn toenmalige manager, Tom De Clercq. “Ik was altijd laureaat van de rockrally’s waaraan ik deelnam, maar geen enkele platenfirma was geïnteresseerd. Omdat wat ik maakte niet leek op iets anders, schreef iemand me. Ik heb dat maar als een compliment opgevat”, glimlacht Sioen. “We moesten 3000 platen verkopen om uit de kosten te raken. Het werden er 35.000. Daar ben ik nog altijd trots op.”
Toch koos Sioen er bij zijn derde plaat voor die wel samen met een platenfirma op te nemen. “Universal Music deed beloftes om de Franse en de Duitse markt te veroveren. Beloftes die ze niet konden inlossen, maar daarnaast ben ik ook niet gemaakt om af te hangen van een platenmaatschappij. Maak ik nu een clip, dan gooi ik die online zodra hij klaar is. Bij een platenfirma moet je eerst tien dagen wachten op een afspraak om nog eens te vergaderen over die clip.”
Sioen houdt het daarom op een samenwerking met een grote onafhankelijke platenmaatschappij, Pias. “Ik beslis wat er op mijn platen komt, zij distribueren ze, fysiek en online. Ik hoef dus niet langs bij de artistiek directeur om te laten checken of de muziek goed zit. Ze kunnen me wel adviseren bij het commerciële verhaal, maar ik ben nog altijd van het principe dat je een aantal geplogenheden het beste ter discussie stelt”, benadrukt Sioen.
Hij geeft het voorbeeld van zijn tournee Sioen Plays Graceland, die hij binnenkort herneemt. “We staan met elf mensen op het podium. Daarnaast reizen drie technici mee. Dat is het. Ik rijd zelf naar een optreden, verkoop zelf mijn merchandise achteraf, en mijn muzikanten zien het zitten zelf hun materiaal uit te laden. Ze weten ook dat ze iets meer kunnen verdienen als zelf iets meer doen. Ik vraag me daarom soms af waarom we het ooit groter hebben gedaan. Een manager, een tourmanager, dit, dat? Ik heb die nu niet meer en ik denk dat het heel goed gaat” ( lacht).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier