Shenzhen: de hardwarehoofdstad van de wereld
Ondernemers die met een innovatief hardwareproduct in hun hoofd zitten, kunnen dat product nergens sneller en goedkoper ontwikkelen en klaarstomen voor productie dan in de Chinese stad Shenzhen. “Als je hardware hebt, moet je in China zijn, anders verlies je te veel tijd.”
Hoezeer de verhoudingen tussen de Amerikaanse technologievallei Silicon Valley en Shenzhen, het Chinese ‘Silicon Valley van de hardware’, zijn veranderd, blijkt uit het verhaal van Nancy de Fays en Quentin Malgaud. De twee Belgische twintigers trokken eerst naar Californië, waar ze in 2016 AlphaLine oprichtten en hun eerste product begonnen te ontwikkelen. Linedock is een combinatie van een docking station, een batterij en opslagruimte, zodat creatieve geesten als fotografen of cameramensen langer en makkelijker autonoom kunnen werken.
“Uit marketingoogpunt is het slim in San Francisco te zitten”, zegt Nancy de Fays, medeoprichter van Linedock. “Alles is er great en het is heel duur. Het is een goede plek voor software, maar als je met hardware komt, krijg je nee op het rekest.” Om Linedock klaar te stomen voor massaproductie trok het Belgische ondernemersduo naar Shenzhen. “Daar kun je naar de fabrieken gaan, zien hoe de zaken worden geproduceerd en kijken of er problemen zijn met het ontwerp”, verklaart Nancy de Fays.
Shenzhen wordt weleens de snelst groeiende stad ter wereld genoemd. Wat in 1978 nog een verzameling vissersdorpjes van 30.000 mensen was net boven de miljoenenstad Hongkong, kreeg toen het statuut van speciale economische zone. Shenzen groeide uit tot een metropool, waar anno 2018 officieel 10 miljoen mensen wonen, maar officieus zijn het eerder 20 miljoen. “Shenzhen heeft zich in enkele jaren opgewerkt tot de hardwarehoofdstad van de wereld. De snelheid waarmee je er een prototype kunt laten ontwikkelen en bouwen, is ongezien”, zegt Frederik Tibau, contentdirecteur van de netwerkorganisatie Startups.be en delegatieleider van de handelsmissie GoGlobal, die begin juli met elf Belgische start-ups naar Shenzhen en Hongkong reisde. “Waar je in Europa of elders een tot drie maanden voor nodig hebt, doen ze in Shenzhen in enkele dagen. Alle onderdelen die je nodig hebt voor je hardwareproducten vind je er in overvloed, tegen prijzen die minstens de helft lager liggen dan elders. Daarom is het voor start-ups en scale-ups die met hardware bezig zijn erg belangrijk minstens naar Shenzhen te kijken voor hun productie.”
De snelheid waarmee de zaken in China vooruitgaan, kunnen we ons in Europa niet voorstellen” – Koen Meuleman, Unifly
Groeiversnellers
Hoe gaat dat in zijn werk? De eerste halte zijn markten als die van Huaqiangbei. Die bekende markt is een aaneenschakeling van grote winkelcentra van vele verdiepingen hoog, waar duizenden kleine winkeltjes tegen elkaar aan schurken. Je vindt er alle mogelijke elektronische componenten voor het product dat je in je hoofd hebt. Wie dat wil, kan er bijvoorbeeld alle onderdelen vinden en bestellen om zijn eigen smartphone in elkaar te steken en de eerste kleine productie op te starten.
In Shenzhen is een heel ecosysteem ontstaan voor innovatie en ondernemen. Reuzen als het smartphonemerk Huawei en Tencent, bekend van het in China alomtegenwoordige sociaal netwerk WeChat, hebben er hun thuisbasis. Je vindt er ook honderden fablabs en maker spaces, collaboratieve ateliers met hoogtechnologische apparatuur om prototypes te maken. Er zijn groeiversnellers bij de vleet, en talloze investeerders die op zoek zijn naar interessante bedrijfjes. Het eerste iconische product uit de innovatiestallen van Shenzhen dat deel is gaan uitmaken van onze populaire cultuur, is het hoverboard. De hightechplank met twee wieltjes en een ingebouwde accu is ook bij ons overal te zien in het straatbeeld.
De beroemdste groeiversneller of accelerator in Shenzhen is Hax, ‘s werelds grootste investeerder in opstartende hardwarebedrijfjes. Wie wordt toegelaten, krijgt 180 tot 365 dagen professionele begeleiding. Ondernemers krijgen 250.000 dollar startkapitaal van Hax, maar moeten wel liefst 15 procent van de aandelen in hun bedrijf afstaan. Een kwart van de start-ups in Hax komt uit Europa.
Prototype
De Belgen van Linedock kwamen bij een andere accelerator terecht, Shenzhen Valley Ventures (SVV). De vijftig mechanisch ingenieurs van SVV en een hele benedenverdieping vol apparatuur helpen hen te testen of hun prototype voldoet aan de vereisten voor zaken als luchtvochtigheid of brandveiligheid. “De uitdaging voor start-ups is niet zozeer een prototype te maken, maar wel een product te bouwen dat sterk genoeg is voor massaproductie in de fabrieken”, zegt Chadwick Xu, de medeoprichter en CEO van SVV. “Wij onderscheiden ons van anderen doordat wij eerst samen met de ondernemers hun product ontwikkelen en pas daarna beslissen over de investering.”
Het ondernemersverhaal van Chad Xu illustreert de evolutie die Shenzhen doormaakte. Xu richtte in 2004 mee Zowee Technology op, een producent van elektronische componenten, die in 2010 naar de beurs trok en nu zo’n 8500 mensen tewerkstelt. Shenzhen staat vol dergelijke fabrieken. De grootste is wellicht het Taiwanese Foxxcon Technology Group, waarvan zowat de helft van de 800.000 werknemers in Shenzhen werkt. In het zich snel ontwikkelende China stegen de lonen evenwel en in bepaalde sectoren, zoals de textielindustrie, begon de productie te verschuiven naar andere Aziatische landen met lagere loonkosten. Wilden de elektronicaproducenten in Shenzhen hun fabrieken draaiende houden, dan moesten ze nieuwe hardwareproducten aantrekken om te produceren. Bij voorkeur waren dat producten met meer toegevoegde waarde en daarvoor waren meer innovatie en design nodig.
Met het geld dat de beursgang van Zowee Technology opleverde, werd onder meer SVV gefinancierd. Het investeringsfonds bouwt contacten uit in de innovatieafdelingen van grote bedrijven, heeft een vestiging in Silicon Valley en lonkt naar Europa. “De toekomst van innovatie ligt almaar meer in China”, zegt Pascal Coppens, keynotespreker over China bij Nexxworks. “Belgische start-ups hebben op dit moment een unieke kans om Chinese scale-ups (rijpere start-ups klaar voor snelle groei, nvdr) voor te stellen hen te helpen zich te ontwikkelen in Europa in ruil voor hun hulp om te groeien. Als je hardware hebt, moet je in China zijn, anders verlies je te veel tijd.”
Kloof
Helaas zien de Belgische bedrijven al die kansen nauwelijks, klaagt Philippe Snel. De advocaat werkt in Sjanghai bij De Wolf Law Firm. Anderhalf jaar geleden richtte hij Sinnolabs op, een accelerator die technologiebedrijven uit Europa helpt de Chinese markt aan te boren. “Sinnolabs is niet van een leien dakje gelopen. We hadden dat wel verwacht, maar het was nog erger dan ik dacht”, zegt Philippe Snel. “De kloof is groot langs twee kanten. We geven niet op, maar we veranderen onze aanpak (zie Sinnolabs gooit het roer om).”
De Belgische start-ups van de GoGlobal-handelsmissie die een product hebben dat naast software ook hardware bevat, leggen tijdens de handelsmissie de eerste contacten met leveranciers. Het Antwerpse June Energy is een energiebemiddelaar die energiemeters maakt om het verbruik op uw elektriciteits- en gasmeter te volgen en u vervolgens automatisch te laten overschakelen naar een energieleverancier met een lager tarief. Loop, ook uit Antwerpen, is op zoek naar producenten voor zijn oordopjes, die goede akoestiek tijdens concerten koppelen aan design.
Het meest is Philippe Snel gecharmeerd door Byteflies. Die start-up, met kantoren in Antwerpen en het Californische Berkeley, maakt kleine apparaatjes met sensoren die gezondheidsparameters als de hartslag of ademhaling meten wanneer je ze op je lichaam draagt. De eerste praktische toepassing is epilepsieaanvallen monitoren. Het is een mooi voorbeeld van het Internet of Things (IoT): sensoren die worden ingebouwd in zaken als huishoudtoestellen, wearables en auto’s, die zo met het internet worden verbonden. Bovendien is het een gezondheidstoepassing. “Die combinatie maakt het heel interessant voor China”, zegt Philippe Snel. “China wil de kwaliteit van zijn medische zorg optrekken. Dit product vermindert de medische kosten. Bovendien is het een IoT-toepassing. Vijftig procent van de wereldwijde IoT-producten wordt hier geproduceerd. Als je hier niet bent als IoT-bedrijf, waar ben je dan mee bezig?”
Een bedrijf dat geen China-strategie heeft, is geen volwaardig bedrijf” Leonard Lee,Silk Ventures.
Investeerders
De afgelopen decennia hebben Chinese productiebedrijven in Shenzhen goed geboerd. Kapitaal is er dan ook genoeg. De investeringsmarkt is matuur. Het Brits-Chinese investeringsfonds Silk Ventures, dat indruk maakt op de Belgische delegatie door de professionele omstandigheden waarin de ondernemers hun bedrijf mogen presenteren aan Chinese investeerders, probeert een brugfunctie te vervullen tussen Europese bedrijven en Chinees kapitaal. “Mensen in China zijn apps wat moe, ze hebben er zoveel. We zoeken producten die een combinatie van hardware en software zijn”, zegt Leonard Lee, partner bij Silk Ventures. “We identificeren in Europa beloftevolle scale-ups met een omzet van 3 tot 5 miljoen dollar, die naar China willen komen. We zoeken bedrijven die actief zijn in artificiële intelligentie, het internet der dingen, slim transport en geavanceerde productietechnieken. Een bedrijf dat geen China-strategie heeft, is geen volwaardig bedrijf.”
Koen Meuleman, medeoprichter van Unifly dat software ontwerpt waarmee luchtvaartautoriteiten het droneverkeer in goede banen kunnen leiden: “Ik ging een maand voor deze GoGlobal-missie voor het eerst naar China en ik ben toen met een ongemakkelijk gevoel thuisgekomen. De snelheid waarmee de zaken in China vooruitgaan, kunnen we ons in Europa niet voorstellen.” Unifly heeft nieuwe investeringen nodig als het een wereldspeler wil worden in zijn niche. Chinees risicokapitaal mag dan misschien relatief makkelijk te vinden zijn, er zitten mogelijk weerhaakjes aan. Zullen de Amerikaanse investeerders dan nog willen investeren? Kijkt de Chinese overheid niet mee? Moeten Belgische bedrijven dan toch bang zijn voor investeerders, bedrijven of overheden uit China, zeker nu de Verenigde Staten een handelsoorlog beginnen?
“Uiteraard is het zaak waakzaam te blijven”, zegt Frederik Tibau, van de netwerkorganisatie Startups.be. “China probeert sowieso zijn invloed te vergroten in het Westen en is zeker uit op nieuwe technologieën. Het klopt ook dat er een level playing field zou moeten zijn, waarbij westerse bedrijven zich even makkelijk op de Chinese markt zouden moeten kunnen begeven. Dat gezegd zijnde, moeten we het ‘gevaar’ ook niet overdrijven. Volvo doet het bijvoorbeeld beter dan ooit nadat het is overgenomen door het Chinese Geely. Je merkt ook dat de Chinese overheid beseft dat ze de deur wat meer moet openzetten voor westerse initiatieven. De reactie van de VS, die zich bedreigd voelen door China, is volgens mij overdreven. Op de lange termijn is het belangrijk een goede relatie op te bouwen met de Chinezen. We zullen niet om hen heen kunnen. Je blijven verzetten tegen Chinese investeerders lijkt me dan ook niet de juiste strategie.”
Volgende week leest u het tweede artikel, over Hongkong.
Sinnolabs gooit het roer om
Het eerste anderhalf jaar van zijn bestaan verliep met vallen en opstaan voor Sinnolabs. Daarom stelt de Belgisch-Chinese accelerator zijn strategie bij, zegt de oprichter en voorzitter Philippe Snel, een Belgische zakenadvocaat die al vijftien jaar in China werkt. “In Europa hebben we de technologie, China heeft de markt en het kapitaal. Maar we hadden het moeilijk in Europa bedrijven te overtuigen de stap naar China te zetten. Van de vier Belgische bedrijven die in ons programma stapten, werken we nog met twee samen. Voor één bedrijf was het te vroeg om naar de markt te gaan en een ander aanvaardde een van onze Chinese partners als investeerder, terwijl we dat hadden afgeraden. De drempel voor ons acceleratieprogramma bleek te hoog. Vanuit België kregen we veel tegenwind. Sommige mensen schijnen zelfs te denken dat we ons vaderland verraden omdat we technologiebedrijven helpen naar China te komen. Ook de Belgische politiek heeft te weinig interesse. De boodschap dat het voor een Belgisch bedrijf geen probleem meer is je intellectuele eigendom in China te beschermen als je je goed voorbereidt, vertel ik al drie jaar, maar het begint nu pas door te dringen.”
Ook aan Chinese kant is er nog veel werk. “Onze Chinese partners denken dat wij investeringen voor hen aanbrengen, maar dat doen we niet. Wij brengen ze in contact met bedrijven die voor China interessante technologie aanbrengen, waarbij Europese bedrijven vaak een partner zoeken voor de productie of om de markt te ontwikkelen. Wij zijn neutraal. We hebben geleerd dat er nog heel wat werk is om de geesten te veranderen. Daarom richten we nu in Sinnolabs een denktank op met diplomaten, consultants en gewezen bedrijfsleiders. Acceleratie van bedrijven zullen we blijven doen, maar meer ad hoc. We willen bedrijven niet meer per se overtuigen, maar zodra ze zelf beslist hebben naar China te komen, zullen we hen helpen om sneller en beter te beslissen en te plannen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier