DataCrunch, het Finse AI-cloudbedrijf van de Belgische oprichter en CEO Ruben Bryon, verandert zijn naam in Verda en breidt zijn recente kapitaalronde verder uit. Bryon zette gisteren op het techfestival Tectonic in het Gentse Wintercircus zijn ambitie kracht bij om de eerste Europese hyperscaler te bouwen.
De 6,8 miljoen euro vers kapitaal die Verda gisteren aankondigde, wordt gevoegd bij de 55 miljoen euro die het techbedrijf in september ophaalde voor zijn eerste grote kapitaalronde. Het verse geld komt van de eerdere investeerders Tesi, Varma Pension Fund, de Estse investeerder Skaala en enkele businessangels uit België en de Verenigde Staten. Over het ontstaan van de nu vijf jaar oude onderneming, een van de snelst groeiende Finse bedrijven, leest u hier meer. “De naam DataCrunch klonk meer als die van een start-up”, zegt Ruben Bryon, die in Helsinki woont en werkt. “Terwijl we nu toch ook verkopen aan grote bedrijven. We hebben het afgelopen jaar onze eerste bank als klant binnengehaald.”
“Verda is een woord uit het Esperanto. “Het betekent ‘groen’ en doet denken aan het Spaanse verde, wat ‘groen’ betekent, en je hoort er het Spaanse verdad in, voor ‘waarheid’”, zegt Bryon. “De naam reflecteert onze doelen. Onze klanten voorzien van AI-rekenkracht met hernieuwbare energie en heel transparant zijn tegenover hen, met een goede dienstverlening tegen een redelijke prijs.” Door die waarden te verankeren in de bedrijfsnaam, wil de ondernemer ervoor zorgen dat Verda binnen ongeveer twintig jaar transparantie en hernieuwbare energie nog altijd even hoog in het vaandel voert.
Rekenkracht
Verda speelt in op de gigantische hoeveelheid rekenkracht die nodig is, nu bedrijven volop toepassingen met artificiële intelligentie (AI) bouwen. Bedrijven kopen daarvoor rekenkracht bij clouddienstaanbieders, die wereldwijde netwerken van datacenters hebben waar ze hun data en software op afstand laten draaien in de cloud. De grootste clouddienstaanbieders ter wereld zijn allemaal Amerikaanse bedrijven, zoals Amazon Web Services (AWS), Microsoft Azure en Google Cloud. Dergelijke hyperscalers bouwen nu overal datacenters bij om aan de vraag te kunnen voldoen. Ze zijn gekoppeld aan een softwareplatform, dat fungeert als tussenschakel tussen die datacenters en de bedrijven die er gebruik van maken.
“In Europa is er geen alternatief voor die Amerikaanse bedrijven, en dat willen we veranderen”, zegt Ruben Bryon. “In de eerste plaats door een cloudplatform te bouwen dat qua prestaties niet onderdoet voor de beste Amerikaanse bedrijven. Onze klanten bevestigen dat we daar vandaag al in slagen. Ik zie zo’n Europees cloudplatform als een van de ontbrekende pijlers om een gezond ecosysteem van techbedrijven te hebben in Europa.” Het is ook een oplossing voor problemen met privacy: gevoelige Europese data hoeven niet langer bewaard te worden op Amerikaanse servers. “Of we er zullen komen weet ik niet, maar als we onze kansen goed uitspelen, kunnen we het eerste echt grote technologiebedrijf in Europa bouwen, een bedrijf dat op termijn 1.000 miljard euro waard is”, zegt Ruben Bryon.
Datacenter
Om daarin te slagen is veel kapitaal nodig. Op dit moment heeft Verda bijvoorbeeld nog geen eigen datacenter, het gebruikt bestaande infrastructuur. Maar het is in vergevorderde gesprekken over locaties op plekken met voldoende capaciteit op het hoogspanningsnet. Het eerste eigen datacenter wordt in 2026 opgetrokken, maakt Ruben Bryon zich sterk. Dat zal in Noord-Europa of de Baltische staten gebeuren. Daar is het kouder dan in West-Europa en de koeling die nodig is om de vele servers in goede vorm te houden in zo’n datacenter vreet energie. Dat is niet duurzaam. Net op dat gebied wil Verda zich onderscheiden van de bestaande hyperscalers. Het zet in op hernieuwbare energie voor datacenters – denk aan geothermie in IJsland.
Om zo’n bedrijf te bouwen is veel kapitaal nodig. De bestaande cloudplatformen werden gebouwd door bedrijven met een stevige financiële oorlogskas zoals Amazon, Microsoft of Alphabet – het moederbedrijf van Google. Die heeft Verda nog niet, maar er wordt aan gewerkt. In totaal heeft de scale-up nu zo’n 80 miljoen euro opgehaald en hoewel de eerste grote ronde pas achter de rug is, bereidt Verda al een tweede grote ronde voor. Op wat langere termijn zal wellicht een beursgang nodig zijn om de fondsen op te halen die nodig zijn, want het gaat om enorme bedragen.
“De komende twee jaar moeten we minstens 1 miljard ophalen”, vat Ruben Bryon de uitdaging samen. Ook investeerders van buiten Europa zijn welkom, maar Bryon let er wel op de controle in zijn bedrijf te behouden en te vermijden dat een investeerder zijn belang snel verkoopt. “Het zou jammer zijn als het bedrijf verkocht wordt voordat het zijn potentieel heeft waargemaakt.”
Consortium
Vorig jaar had Verda 12 miljoen euro omzet en 35 medewerkers. Nu zijn dat er al 80 en het omzetdoel voor volgend jaar bedraagt 100 miljoen, maar omzet blijft altijd een gevolg van wat je doet”, zegt Bryon. “We zijn goed bezig op het vlak van technologie – al zijn er nog heel wat essentiële onderdelen die we moeten bouwen – en met het wereldwijd verspreiden van onze naamsbekendheid.”
Behalve voor de bouw van fysieke datacenters zal het nieuwe en toekomstige kapitaal worden gebruikt voor onderzoek en ontwikkeling. “We zullen een R&D-team nodig hebben, dat toch snel naar meer dan duizend werknemers zal moeten gaan om alle diensten te ontwikkelen die we willen”, zegt de CEO. “Een groot deel van ons budget zal daarnaartoe gaan.” Er is net een kantoor opgericht in Palo Alto, in de Californische techvallei Silicon Valley. “De eerste mensen worden op dit moment in dienst genomen.”
Verda leidt een consortium – met onder meer het Finse techbedrijf Nokia en landen als Finland en Estland – dat kandidaat is voor het AI GigaFactory-initiatief van de Europese Commissie. De Europese Unie wil vier à vijf AI-gigafactory’s bouwen – grootschalige datacenters, geschikt voor AI-rekenkracht – en trekt daar 20 miljard euro voor uit. In totaal wil de Europese Unie met InvestAI 200 miljard euro investeren in AI en zo zijn achterstand op de Verenigde Staten inlopen.
Ruben Bryon maakt zich zorgen dat de vele publieke middelen het gras voor de voeten van privé-initiatieven wegmaaien. Hij wil tot 1 miljard aan privé investeringen ophalen om die Europese AI-infrastructuur te bouwen: “De intentie is goed, maar de uitvoering kan beter. Door kapitaal te geven aan projecten die voor die AI-rekenkracht moeten zorgen, trekken ze eigenlijk de zuurstof uit de kamer voor commerciële projecten als het onze.”