Rondetafelgesprek met zes toppers in tech-sectoren: ‘Je moet soms een beetje een rebel zijn’

Er zijn nog altijd weinig vrouwelijke CEO’s en oprichters van tech-bedrijven, maar ze zijn er wel. Nu de Internationale Vrouwendag er weer aankomt, nodigde Trends zes van hen uit om te praten over durfkapitaal, hun drijfveren, hun bedrijven, en helaas ook over de diepgewortelde maatschappelijke vooroordelen die ze moeten overwinnen. Zes tech-toppers over zeven thema’s die hen na aan het hart liggen.
1. Je moet durven als je impact wil hebben
Danaë Delbeke is een serie-ondernemer. Met Indigo is ze al aan haar zevende bedrijf toe. “Ik had het geluk aan de universiteit in een onderzoeksgroep te zitten met een fantastische coach, Roel Baets. Wanneer ik een probleem zag dat met fotonica (de interactie tussen materiaal en licht, ndvr) opgelost kon worden, dan schreef ik een financieel plan, zocht ik investeerders en een CEO, en hup, het bedrijfje stond op de rails en ik kon naar het volgende. Voor Indigo zegde de beoogde CEO op het laatste moment af. Roel vroeg me toen waarom ik het niet zelf zou doen. Ondertussen heb ik de CEO-rol al weer doorgegeven voor de volgende fase van het bedrijf. Het nieuwe en innovatieve spreken mij aan.”

‘Gewoon niet te veel nadenken, risico nemen. Als het niet lukt, doe je iets anders. Lukt het wel, des te beter’
Liesbeth Ceelen, BioLizard
“Ik zat vijftien jaar in farma en biotech en heb er veel geleerd, maar farma gaat traag”, zegt Hanne Callewaert van AstriVax. “Ik wou meer impact hebben, en ik wist dat ik ooit weer bij vaccins zou uitkomen. Daarmee kun je een enorme impact hebben op de gezondheid van mensen en de maatschappij. Ik was eigenlijk niet op zoek, maar zag een vacature op LinkedIn over een spin-off in Leuven die te maken had met vaccins. Ik nam contact op met de rekruteerder, maar die viel erover dat ik nog nooit CEO was geweest. Bovendien had hij al twintig kandidaten voor de job. Toen dacht ik: ‘Vaccins in Leuven, dat kan eigenlijk alleen iets van de viroloog Johan Neyts zijn’, en ik nam contact met hem op. Na maandenlang praten, waarin ik onder andere vertelde over hoe ik het zou aanpakken, groeiden we naar elkaar toe en vielen de mensen op de lijst van de rekruteerder één na één af. Als ik niet zelf naar Johan Neyts was gestapt, dan zat ik hier nu niet. Je moet soms een beetje een rebel zijn.”
Ook de andere ondernemers aan tafel banen hun professionele weg met een combinatie van probleemoplossend denken, streven naar maatschappelijke impact, en zin voor risico en assertiviteit. Liesbeth Ceelen richtte BioLizard niet mee op, maar stapte er zelf naartoe: “Gewoon niet te veel nadenken, risico nemen. Als het niet lukt, doe je iets anders. Lukt het wel, des te beter.”
2. Te weinig geld om uit de risicozone te kunnen stappen
De meeste ondernemers om onze tafel hebben al meermaals kapitaal opgehaald. Ze weten dus hoe het Belgische ecosysteem voor scale-ups werkt en welke rol de durfkapitaalinvesteerders – venture capitalists of vc’s in jargon – daarin spelen. “Het durfkapitaallandschap in België is geconcentreerd rond bepaalde technologieën”, zegt Dewi Van De Vyver, de CEO van Effex. “Ik stap nu ook naar buitenlandse fondsen omdat onze start-up voor de volgende stap meer gespecialiseerde funding nodig heeft die hier moeilijker te vinden is.” Liesbeth Ceelen sluit aan: “We werken samen met veel jonge biotech-bedrijven die financiering zoeken. Het afgelopen jaar was heel moeilijk. Investeerders vragen bewijs dat het product zal werken. Die bedrijven moeten dus aan data-analyse doen, maar dat kost geld. Zo kom je in een vicieuze cirkel terecht.”

‘Mijn man werkt vier vijfde en is onder andere lasser. Aangezien de crèche op woensdag is gesloten, wil hij daar zijn momentje met onze dochter van maken’
Kim De Nolf, QustomDot
De meesten vinden dat er wel genoeg zaaigeld te vinden is. De eerste grote ronde lukt ook nog, maar daarna wordt het in België moeilijker en hebben durfkapitaalinvesteerders te weinig durf. Kim De Nolf: “Als een universitair fonds zoals Qbic niet in ons had geïnvesteerd, dan was QustomDot niet opgericht. Een chemisch labo opzetten vereist veel kapitaal, en het risico is groot. Zonder Qbic was PMV nooit gevolgd. Een bedrijf als het onze zou in de Verenigde Staten gestart zijn met 30 miljoen, maar wij kunnen het ons niet permitteren om zo’n bedrag zelfs maar te vragen in België.”
Hanne Callewaert vult aan: “Om te starten is er wel kapitaal in België, maar de risicoaversie is groter dan in bijvoorbeeld de VS. Nu zoveel bedrijven kapitaal nodig hebben, ligt globaal gezien de macht vooral bij de vc’s.” Danaë Delbeke wijst op de versnipperde kapitaalmarkt: “We moeten veel meer transnationaal werken voor risicokapitaal. Dat kan door op Europees niveau structurele drempels weg te nemen, en meer in te zetten op privaat-publieke samenwerking. Zo lang je geen substantiële bedragen kunt ophalen, blijf je risicovol, net omdat je de middelen niet hebt om uit dat risicogebied te raken.” Kim De Nolf beaamt dat: “Op dit moment reserveren fondsen hun geld voor brugrondjes van hun bedrijven, waarbij ze net genoeg geld geven aan een bedrijf om ergens anders kapitaal op te halen. Maar die middelen zijn niet voldoende om uit het risicogebied te stappen. Fondsen zijn heel risicoavers geworden. Er zijn ook niet genoeg exits, de fondsen blijven met de bedrijven zitten.”
3. Ja, meisjes en technologie gaan samen
De meeste van de zes succesvolle CEO’s en ondernemers om de tafel zijn ooit op diep verankerde vooroordelen gebotst over wat meisjes wel of niet horen te doen. Als meisje met machines bezig zijn of voor een ingenieursstudie kiezen, het is nog altijd niet overal ingeburgerd. Het meest sprekende verhaal is dat van Dewi Van De Vyver: “Ik kan mij niet herinneren dat ik ooit niét in technologie geïnteresseerd was. Terwijl mijn vader aan auto’s zat te sleutelen stond ik in de deur verlangend naar het lasapparaat te kijken, maar ik mocht niet binnen omdat ik me vuil zou maken. Later wilde ik industrieel ingenieur studeren, maar mijn mannelijke leerkrachten zeiden dat zoiets toch niets voor een meisje was. Van oudere vriendinnen die burgerlijk ingenieur en wiskunde studeerden, hoorde ik groteske verhalen vol seksisme. Ik ben uiteindelijk communicatie gaan studeren omdat die richting in mijn hoofd het dichtste bij computerwetenschappen kwam. Later in mijn carrière ging ik altijd de richting van technologie uit, echt heel spijtig dat ik dat niet heb gestudeerd.”

‘Zolang je geen substantiële bedragen kunt ophalen, blijf je risicovol, net omdat je de middelen niet hebt om uit dat risicogebied te raken’
Danaë Delbeke, Indigo
Kim De Nolf mengde als kind in de badkamer zowat alles door elkaar – “zo leer je dat je iets waar je tandpasta in mengt beter niet op je gezicht smeert” (lacht). Later studeerde ze wetenschappen-wiskunde in het middelbaar en nadien chemie. “Chemie trok me aan omdat je het niet kunt zien, het is ongrijpbaar.” Kim Aerts, als kind naar eigen zeggen een halve jongen, studeerde ook wiskunde-wetenschappen en later industrieel ingenieur chemie. “Ik was daar enorm door geïntrigeerd. Alles is chemie.” Hanne Callewaert wilde ontrafelen hoe het menselijk lichaam werkt, hoe ziektebeelden inwerken op dat lichaam, en hoe je daar met medicijnen iets aan kunt doen. Liesbeth Ceelen kwam via haar studie diergeneeskunde terecht in een mannenwereld toen ze als dierenarts mee de boer op ging: “‘Ja meisje, wat kom jij hier doen?’ Het was nogal denigrerend. Als vrouw moest ik de kleine huisdieren doen, de rest moest ik overlaten aan de mannen. Ik ben dan gaan doctoreren.”
Genderstereotypen tieren nog welig en beïnvloeden de keuzes die meisjes maken in het onderwijs en in hun carrière. Vandaar het belang van voldoende rolmodellen in STEM-sectoren. Initiatieven zoals Inspiring 50, een lijst van inspirerende vrouwen in de technologiewereld, proberen daar iets aan te doen. Je kunt zijn wat je ziet, is het motto van Inspiring 50. Kim Aerts hoopt dat haar dochter haar liefde voor technologie overneemt.
4. Neen, als moeder een bedrijf starten is geen probleem
Later in hun loopbaan stoten ondernemende vrouwen vaak op een nieuwe stereotiepe gedachte. Bij de net moeder geworden Kim De Nolf liggen de reacties nog vers in het geheugen: “Toen ik zei dat ik na de bevalling drie maanden moederschapsrust zou nemen, zeiden veel mensen dat dat veel te kort was (verontwaardiging om de tafel). ‘Zou je niet wat minder gaan werken’, kreeg ik ook te horen, ‘en is jouw job niet moeilijk’? Het frappante is dat vaker vrouwen dan mannen zulke opmerkingen geven.”
Al kan het ook anders, blijkt uit de ervaring van Kim De Nolf: “Mijn man werkt vier vijfde en is onder andere lasser. Aangezien de crèche op woensdag is gesloten, wil hij daar zijn momentje met onze dochter van maken. Hij wil een overalletje met een handvat voor Ida, zodat hij kan lassen terwijl hij haar vasthoudt.”

‘Mensen in mijn omgeving vonden dat ik mijn kinderen op de eerste plaats moest zetten en mijn ambitie wat moest temperen, een keuze die dan weer niet aan mijn man – nu ex – werd opgedrongen’
Dewi Van De Vyver, Effex
Ook Dewi Van De Vyver voelde de maatschappelijke druk. “In 2011 is Flow Pilots opgericht. Ik had toen een kleuter van 2,5 en een baby van 6 maanden. In het begin had ik nog een voltijdse job naast het werk dat ik ’s avonds voor Flow Pilots deed. Dat was een zware periode, ik vond het moeilijk om het goede evenwicht te vinden tussen enerzijds werken en mijn ambitie, en anderzijds moeder en echtgenote zijn. Mensen in mijn omgeving vonden dat ik mijn kinderen op de eerste plaats moest zetten en mijn ambitie wat moest temperen, een keuze die dan weer niet aan mijn man – nu ex – werd opgedrongen.”
Hanne Callewaert legt uit hoe een goede verstandhouding bij een koppel veel mogelijk maakt: “Wij zouden anders geen vier kinderen hebben. Je doet dat samen. Ik zit vaak in het buitenland. Ik zou dat niet kunnen doen als mijn man mij daarbij niet zou ondersteunen en de boel thuis draaiende houdt.”
“Ik ben KoMotion gestart net nadat ik moeder was geworden”, vertelt Kim Aerts. “Ik ging na mijn moederschapsverlof weer aan het werk, maar besefte dat ik die job niet meer wou. De appreciatie ontbrak en ik werd gefrustreerd omdat ik vond dat het anders kon. Ik had een andere visie.” Samen met een vennoot richtte ze vervolgens zelf een bedrijf op.
5. Pak de bureaucratie aan
De ervaringen met het Vlaams innovatieagentschap zijn zeer positief, maar de bureaucratie is voor allen een doorn in het oog. “Voor een groeisubsidie bijvoorbeeld, moet je financiële plannen maken voor over vijf jaar. Er wordt ook gevraagd dat je een voltijdse aanwerving doet, terwijl ik in deze fase liever lean & mean met freelancers werk. Waarom dat soort bureaucratie verplichten voor een start-up van een jaar oud? Als je al het petje op hebt van sales, marketing, financiën en hr, moet je dan ook nog sociaal secretariaat spelen om iemand aan te werven, en een auto te regelen?” vraagt Dewi Van De Vyver zich af.

‘Je wil niet weten hoeveel vrouwen ik al aangemoedigd heb bij jobaanbiedingen. Ze zijn superslim, maar zeggen dan ‘ik weet het toch niet, hoor’’
Hanne Callewaert, AstriVax Therapeutics
Danaë Delbeke heeft moeite om mensen met voldoende ervaring te overtuigen bij haar te komen werken: “Als je als scale-up doorgroeit, heb je mensen nodig met expertise. Maar het is bijzonder moeilijk om zulke mensen uit hun gouden kooi te halen. Je kunt niet met aandelenopties werken, want die worden belast. Hoe zorg je ervoor dat mensen hun gouden kooi durven te verlaten voor een scale-up? De arbeidsmarkt mag flexibeler.”
6. Een echt eengemaakt Europa
Een echt eengemaakte Europese markt zou tech-bedrijven een ferme duw in de rug geven. Een Amerikaans bedrijf dat zijn product goedgekeurd krijgt door het Amerikaanse voedsel- en geneesmiddelenagentshap, heeft de hele Amerikaanse markt open liggen. Een Europees bedrijf moet langs de tegenhangers in al de 27 EU-lidstaten. Ook de terugbetaling van geneesmiddelen moet in elk land geregeld worden. “Op bepaalde vlakken is de markt één, maar er zijn lagen waar dat niet zo is. Voor de commercialisering van een vaccin verschillen de regels bijvoorbeeld van land tot land”, legt Hanne Callewaert uit. “Ik heb dat in mijn vorig bedrijf meegemaakt. Je kunt niet geloven hoe verschillend dat is in Italië, Spanje en België. Je hebt telkens lokale experts nodig, dat maakt het ongelofelijk moeilijk en duur.”
‘Ik was als student enorm geïntrigeerd door chemie. Alles is chemie’
Kim Aerts, KoMotion
7. Onbewuste vooroordelen duidelijk maken

Hanne Callewaert ergert zich soms aan het gebrek aan intrinsieke motivatie om door te groeien bij talentrijke vrouwen: “Je wil niet weten hoeveel vrouwen ik al aangemoedigd heb bij jobaanbiedingen. Ze zijn superslim, maar zeggen dan ‘ik weet het toch niet, hoor’. Ik probeer hen dan mee te nemen in mijn logica, namelijk ‘wat is het ergste dat kan gebeuren?’”
Die opmerking raakt aan de discussie over competentie versus vertrouwen. Vrouwen hebben wel dezelfde competenties, maar gemiddeld soms minder zelfvertrouwen. “Dat is inderdaad een verschil. Bij meisjes en vrouwen duurt het misschien langer om dat vertrouwen op te bouwen”, zegt Liesbeth Ceelen. Ook hier speelt de maatschappij op de achtergrond een rol. Jongens mogen ravotten en zich vuil maken, meisjes moeten braaf zijn en als ze een fout maken, krijgen ze kritiek.
Dewi Van De Vyver geeft een voorbeeld van hoe die onuitgesproken verwachtingen over mannen en vrouwen haar parten speelden: “Ik heb in een vorige job ooit meegedaan aan een interne selectie waar een assessment aan vasthing. Ik kwam er als beste kandidaat uit, maar ik kreeg te horen dat mijn EQ niet hoog genoeg was, en dat de job daarom naar mijn mannelijke collega zou gaan. Hoe is het met het EQ van die man gesteld, dacht ik, want dat is toch niet inherent aan die positie? Het ging om een technische omgeving met alleen maar mannen, maar als vrouw moest ik ook lieflijk zijn. Dat snapte ik niet.”
Zes inspirerende levenslopen
Liesbeth Ceelen is de CEO van de Gentse scale-up BioLizard, die vijftig medewerkers telt en wil uitgroeien tot een wereldwijde referentie als data-analysebedrijf voor bio-informatica. Het helpt grote lifesciencesbedrijven te digitaliseren en datagedreven te werken, onder meer met artificiële intelligentie. Ze doctoreerde in de diergeneeskunde (UGent). De groei van het bedrijf is vooral organisch.
Danaë Delbeke is doctor in de fotonica (UGent) en gebruikte die expertise om meerdere bedrijven op te starten. In 2017 richtte ze Indigo op, waarvan ze ook CEO werd. Indigo maakt een kleine sensor die onder de huid van mensen met diabetes wordt ingebracht, zodat die zonder in hun vinger te prikken metabolische waarden kunnen meten, zoals glucose, lactaat of ketonen. Indigo haalde zo’n 45 miljoen op en telt een twintigtal werknemers.
Dewi Van De Vyver werd in 2023 de CEO van de spin-off Effex, die ze mee oprichtte. Het bedrijf heeft een softwareplatform om na te gaan hoe verschillende parameters in een proces met elkaar interageren. Effex haalde 1,6 miljoen euro startkapitaal op. Van De Vyver was eerder ICT Woman of the Year en verkocht voor ze bij Effex begon haar bedrijf Flow Pilots. Ze studeerde onder meer communicatiewetenschappen (UAntwerpen).
Kim De Nolf is doctor in de chemie (UGent) en gebruikte haar onderzoek naar kwantumdots om in 2020 mee het hightech-bedrijf QustomDot op te richten, dat ze leidt als CEO. QustomDot gebruikt kwantumdots om de kwaliteit van beeldschermen te verbeteren en ze ecologischer te maken. Het bedrijf haalde eind vorig jaar 5 miljoen euro kapitaal op, nadat het bij de opstart 3 miljoen euro had opgehaald.
Kim Aerts richtte in 2019 mee KoMotion op, waarvan ze de CEO is. Het bedrijf in Erpe-Mere is gespecialiseerd in automatiseringsprojecten, waarbij het onder meer met cobots de productieprocessen in bedrijven verbetert. Ze is industrieel ingenieur (UGent) en werkte eerder onder meer bij Procter & Gamble. KoMotion groeit sinds het begin op eigen kracht, telt nu vier werknemers en zoekt nieuwe mensen.
Hanne Callewaert is de CEO en medeoprichter van AstriVax Therapeutics, een spin-off van de KU Leuven die bij de opstart in 2022 meteen 30 miljoen euro ophaalde voor zijn technologie om preventieve en therapeutische vaccins te ontwikkelen. Het bedrijf telt 30 medewerkers en heeft vaccins in de klinische fase. Daarvoor was ze de COO van het beursgenoteerde biotech-bedrijf Oxurion en werkte ze bij GSK Vaccines Ze studeerde biomedische wetenschappen, heeft een master in IP en een doctoraat in de medische wetenschappen (KU Leuven).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier