Het Zwitserse farmabedrijf Roche zet volop in op kankeronderzoek. En op hoge prijzen. Maar die aanpak botst in België op prijsbarrières.
Het Zwitserse farmabedrijf Roche zet volop in op kankeronderzoek. En op hoge prijzen. Maar die aanpak botst in België op prijsbarrières.
“België kent een ongunstig klimaat voor innovatie”, klaagt Richard Erwin, sinds april de nieuwe general manager van Roche België.
Roche heeft in ons land een verkooporganisatie en een relatief bescheiden divisie voor klinisch onderzoek. Die zijn samen goed voor 300 werknemers en een omzet van 295 miljoen euro. Een relatief kleine afzetmarkt voor een multinational die jaarlijks bijna 7 miljard euro investeert in onderzoek en ontwikkeling, en een omzet heeft van 36,9 miljard. Daarmee is Roche al vijf jaar op rij de grootste investeerder in onderzoek en ontwikkeling (O&O) ter wereld. Niet enkel in de farmawereld, maar in de wereld tout court.
“Onze winstgroei steunt dan ook op het feit dat we grotere risico’s hebben genomen en meer investeringen hebben gedaan dan elke andere onderneming”, zegt Richard Erwin. “Moeilijke ziektes zijn onze missie. Ons businessmodel steunt op winst maken door innovatie in de behandeling van moeilijke ziektes. Als je investeert in de noden van de patiënt en daar goede wetenschap naast zet, volgen goede geneesmiddelen en de winst vanzelf. En laat daarbij één ding duidelijk zijn: wij willen winst maken en vinden niet dat we ons daarvoor moeten verontschuldigen. Roche vraagt premiumprijzen, maar biedt dan ook soelaas in gebieden met een grote medische nood.”
Een behandeling met Herceptin kost 30.000 euro per jaar. Zijn dat houdbare prijzen?
Erwin: “Correct, maar tegelijk is het een van de meest kostenefficiënte behandelingen die ooit ontwikkeld zijn. Herceptin biedt een hoge genezingsratio zonder complicaties. Herceptin is niet goedkoop, maar het productieproces en de klinische opvolging zijn ook duur. Natuurlijk maken we een mooie winst met Herceptin, maar dat is nu eenmaal onze business. Wij willen geneesmiddelen bieden die het verschil kunnen maken en daar vragen we nu eenmaal premiumprijzen voor.”
Is het een kwestie van tijd eer de prijsniveaus van innovatiegeneesmiddelen ter discussie komen?
Erwin: “Er komt zeker meer discussie over de vraag welke geneesmiddelen we ons kunnen permitteren. De vraag die ons bezighoudt, is waarom Europa eigenlijk prijsniveaus zou mogen handhaven die substantieel lager liggen dan die in de VS. Het bruto binnenlands product per capita is vergelijkbaar, en toch gelden hier lagere prijzen. Dezelfde bedenking leeft ook tussen de Europese landen. We kunnen gerust stellen dat Duitsland en Frankrijk de belangrijke markten zijn, die onze prijszetting domineren. En het is dus almaar moeilijker te verantwoorden waarom een geneesmiddel goedkoper zou moeten zijn in België of het VK dan in Duitsland. Steeds duidelijker komt daartegen verzet. Volkomen begrijpelijk.”
U zegt dat prijzen in België zullen stijgen?
Erwin: “Ik zeg dat we voor nieuwe producten veel harder over de prijs zullen onderhandelen dan nu het geval is. Er ontstaat daarbij stilaan een dilemma. Uiteindelijk komen geneesmiddelenbedrijven in een positie waarin ze moeten beslissen of ze een geneesmiddel aanbieden in België. Recente cijfers van pharma.be geven al aan dat die evolutie de jongste jaren een probleem wordt.”
Wat stelt u voor?
Erwin: “Ik denk niet dat het veel onderzoek vraagt om te zien dat er wel ruimte is om geld te sparen en in innovatie te investeren. Een eenvoudig voorstel van onze beroepsvereniging pharma.be om de prijs van generische geneesmiddelen naar beneden te brengen, zou al een begin zijn. Het is toch niet verdedigbaar dat de ziekteverzekering geld verspilt aan geneesmiddelen die zoveel duurder zijn dan in de buurlanden. Hoe kun je zoiets verantwoorden?”
Is de aanwezigheid van Roche in België bedreigd?
Erwin: “Ik wil groei kunnen garanderen voor mijn bedrijf en op dit moment is onze performantie in België een pak lager dan in de rest van Europa. Dat is onaanvaardbaar. Chantage zie ik niet zitten. Uiteindelijk is er niemxand die maalt om 300 werknemers. We zijn relatief klein in België, hebben hier geen productie en onze O&O-omvang is bescheiden. Maar het is mijn taak de groei boven het marktgemiddelde te drijven. Dat zou niet meer dan logisch zijn met de innovatieve pijplijn waarover we beschikken. De vraag is of een innovatief bedrijf echt kan blijven investeren in een land waar innovatie niet wordt ondersteund”
Het volledige interview leest u in Trends van donderdag 4 juli.
