Rauwers: verbonden met Brussel, de familie, en de auto
Het bedrijf Rauwers, dat werd opgericht in 1919, is nog altijd in Brussel gevestigd en groeide mee met de piekende vraag naar meer mobiliteit. Met de honderdste verjaardag in 2019 maakt de vierde generatie haar opwachting.
Als automobilist is er geen ontkomen aan. Vroeg of laat komt u Rauwers tegen. En dan vooral zijn logo, een grote witte gestileerde R op een rode achtergrond. Dat logo prijkt op de parkeerautomaten die de onderneming op de markt brengt.
Het Brussels bedrijf introduceerde de parkeermeter in België, meer bepaald in Schaarbeek in 1968. En het blijft, met zo’n 7500 parkeerautomaten, een van de belangrijkste leveranciers van het land. In de sector van de tachografen weegt Rauwers nog zwaarder. Het bedrijf verdeelt de apparaten van VDO, die de rijtijden bijhouden van 80 procent van de vrachtwagens en autocars.
De groep telt 100 werknemers en haalt een omzet van meer dan 30 miljoen euro. De kmo werd in 1919 opgericht door Alphonse Rauwers. De fakkel werd overgenomen door zijn zoon Oscar, en daarna kleinzoon Pablo. Het breidde zijn activiteiten uit met alcoholsloten en met lichtbalken en sirenes voor hulpdienstvoertuigen.
Brusselaar in hart en nieren
Rauwers is altijd in de stad gebleven. “Industriezones hebben me nooit aangesproken”, verklaart Pablo Rauwers. Het bedrijf is gevestigd in de François-Joseph Navezstraat, op de grens tussen Brussel en Schaarbeek. Het betrekt een door de architect Constantin Brodzki getekende grijze kubus naast de spoorweglijn, niet ver van zijn eerste zetel in Sint-Joost, waar Alphonse Rauwers op 34-jarige leeftijd was gestart en waar een sober museum de geschiedenis van de firma samenvat.
De grootvader van Pablo Rauwers stortte zich in 1905 in de automobielsector, die toen nog in de kinderschoenen stond. Hij ging bij de Belgische constructeur Imperia werken. Aan het einde van de Eerste Wereldoorlog sloegen hij en de Fransman Paul Voisin de handen ineen. Samen kochten ze een lot van 34 Wolseleys van het Britse leger. Ze knapten de militaire voertuigen op en bouwden ze om tot sportieve cabrio’s voor vier passagiers.
“Het was de tijd van de automobiel. Die eerste wagens hadden nog een vorm die aan koetsen deed denken”, verduidelijkt Pablo Rauwers, kleinzoon van de oprichter. “Mijn grootvader had het design van die auto’s gemoderniseerd. De twee vennoten bouwden er drie tot vier per jaar om en konden daarvan leven.”
Uitkopen vóór WO II
In 1927 vond het bedrijf zijn huidige roeping. Alphonse Rauwers en Paul Voisin lieten het carrosseriewerk voor wat het was. Ze startten met de invoer van apparaten van het Franse bedrijf Le Controlographe de Paris. Het waren de eerste tachografen. De apparaten registreerden snelheid en rusttijden en “werden vooral in lichte bedrijfsvoertuigen geïnstalleerd”, gaat Pablo Rauwers voort. Werkgevers wilden toen al het gebruik van hun voertuigen controleren, lang voor de eerste snelheidsbeperkingen en regels voor rijtijden.
In september 1939 vertrok de Fransman Paul Voisin, na geruchten over een nakende oorlog. Hij werd uitgekocht als aandeelhouder. “Mijn grootvader is daarvoor geld gaan lenen bij de bank. Het bewijst dat je het hoofd koel moet houden in tijden waarin alles tegenzit.”
Na de oorlog was Alphonse Rauwers zijn Franse leverancier kwijt, maar hij vond in Duitsland een vervanger: Kienzle. Het was het begin van een partnerschap dat nog altijd bestaat, hoewel het Duitse bedrijf in de loop der tijd fusies en splitsingen heeft meegemaakt, met de nodige merkveranderingen: VDO voor de tachografen en Hectronic voor de parkeerautomaten.
In de jaren zestig startte Kienzle met parkeermeters. Rauwers zou volgen. De nieuwe markt was een gevolg van het succes van de auto. Sinds 1960 is het Belgische wagenpark gegroeid van iets meer dan driekwart miljoen naar 5,8 miljoen wagens in 2017. De gemeenten kregen te maken met een tekort aan parkeerplaatsen op straat. Niet iedereen was blij met hun reactie daarop, maar ze waren verplicht de tijd en de ruimte te verdelen via blauwe of betalende zones. Of ze te reserveren voor hun inwoners.
Via nieuwe technologie kon dat alles worden gecontroleerd, eerst met parkeermeters en daarna met parkeerautomaten. Rauwers verkoopt en installeert die, en beheert voor sommige gemeenten zelfs de parkeerplaatsen. De recentste ontwikkeling is een virtuele parkeermeter: een applicatie met de naam Yellowbrick.
Nieuwe sirenes
Het succes in de parkeersector is het werk van de tweede generatie, belichaamd door Oscar Rauwers. Hij kwam in 1960 in het familiebedrijf na een carrière als reclameman bij Unilever en Novak. Die ervaring leerde hem dat een sterk logo een enorme troef is voor een onderneming.
Het embleem zorgde voor een ongewoon grote bekendheid voor een bedrijf dat de apparaten die het verdeelt en installeert niet zelf maakt. “We leggen onze leveranciers uit dat onze naam een waarde heeft en de verkoop van de producten bevordert.” Rauwers is niet zomaar een dealer, “wij bieden een toegevoegde waarde”. Het bedrijf engageert zich op lange termijn, garandeert exclusiviteit (geen concurrerende producten) en staat in voor de service.
Dankzij een toevallige ontmoeting op een vakbeurs kwam er een nieuwe activiteit bij: de signalisatie voor prioritaire voertuigen (politie, ambulance, brandweer). Vanaf 1968 startte de verkoop en installatie van lichtbalken en sirenes. Die verwezen de oude tweetonige sirenes naar de prullenmand. Ze waren uitgevonden door het Amerikaanse Federal Signal, wiens producten Rauwers nog altijd verdeelt.
Pablo Rauwers kwam in 1987 bij het bedrijf en staat sinds 2000 aan het roer. Hij is net als zijn vader jurist en werkte in de verzekerings- en banksector, vooraleer hij de overstap maakte naar de Navezstraat. Hij ontwikkelde het bedrijf in het buitenland en breidde de catalogus uit, altijd op zoek naar nieuwe diensten. Rauwers werd actief in Frankrijk, waar het de gendarmerie uitrustte met lichtbalken.
In 2005 opende het een filiaal in Duitsland, met alcoholsloten en materiaal voor voertuigen van hulpdiensten. Het bedrijf mikt op terugkerende inkomsten via een abonnement of de verhuur van een mix van materiaal en diensten. “Het vertegenwoordigt ongeveer 70 procent van onze verkoop”, preciseert Pablo Rauwers. “Dat schept stabiliteit op lange termijn.”
De business blijft zich ontwikkelen. Ze is gekoppeld aan de mobiliteit, een markt die onophoudelijk groeit. Net als de familie Rauwers. De vierde generatie zal volgend jaar, wanneer het bedrijf zijn honderdjarige bestaan viert, haar intrek nemen in de Navezstraat. In 2019 stappen een van de zonen van Pablo en een neef in het bedrijf.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier