Sterke groei in diensten voor bedrijven beperkt de omzetdaling bij Proximus tot 3 procent. Lagere tradinginkomsten uit spraakverkeer zijn de hoofdoorzaak. Financieel doet Proximus het goed.
De groepsomzet van Proximus daalt 3 procent tot 1,46 miljard in het tweede kwartaal, maar dat verbergt een zeer wisselend plaatje.
Het consumentensegment krimpt met -1,2 procent tot 718 miljoen euro. Daarachter zit een vertrouwd verlies aan spraakabonnees (18.000), maar ook een heel mooie winst aan tv- (18.000) en internetabonnees (13.000). De tv-inkomsten stijgen met 7,6 procent, de internetinkomsten met 10 procent. In beide segmenten wint Proximus aan marktaandeel.
De afknapper zit bij de mobiele diensten, waar de omzet met 1,6 procent daalde, onder meer door de daling uit roaming.
Bedrijfssegment schittert
In verkoop aan bedrijven steeg de omzet met 5,8 procent tot 345 miljoen euro. De groei zit vooral in de 14,2 procent vooruitgang in informatica- en telecomdiensten (ICT). Telenet maakte gisteren opvallend genoeg een daling van zijn omzet uit diensten aan bedrijven met 1 procent bekend.
De groei in ICT-diensten aan bedrijven zit bij Proximus echter niet speciaal in België, verduidelijkt de operator. Het zijn vooral Nederland en Luxemburg (die Proximus samen met België aanduidt als zijn “thuismarkten”) die sterk presteerden.
BICS is de grote schuldige aan de omzetterugval met 3 procent. De internationale trader, waarin de Belgen hoofdaandeelhouder zijn, genereerde 12,7 procent minder omzet en kwam uit op 359 miljoen euro. In lijn met de technologische evolutie ging het spraakverkeer liefst 17 procent achteruit. Messaging won wel 28 procent aan volume, maar dat compenseert het spraakverlies niet. De resultaten staan tegenover een zeer sterk tweede kwartaal in 2015, wat de evolutie enigszins vertekent.
De thuisomzet van Proximus, zonder BICS, steeg nog 0,7 procent.
Forse kostendaling
Het goede nieuws bij de nationale operator zit, zoals wel vaker, in de marges. De bedrijfskosten van de groep lagen 2,6 procent lager dan vorig jaar en zelfs 2,9 procent lager in de thuismarkten. Dat verhoogde de courante bedrijfskasstroom (ebitda) met 4,1 procent in de thuismarkten. Omdat de ebitda bij BICS zelfs nog sterker daalde dan de omzet (19,3%) steeg de courante bedrijfskasstroom van de groep uiteindelijk slechts met 1,7 procent tot 463 miljoen euro.
De vrije kasstroom was 122 miljoen euro, tegen 207 miljoen in dezelfde periode van 2015. Dat brengt de vrije kasstroom voor het semester op 255 miljoen, tegen 215 miljoen vorig jaar. Proximus had vooral minder werkkapitaal nodig.
De groep investeerde een forse 215 miljoen euro.
Kosten vertrekplan
De nettowinst in het kwartaal was 126 miljoen, tegen 145 miljoen een jaar geleden. Proximus boekte onder meer een eenmalige uitgave van 53 miljoen voor zijn vrijwillig vertrekplan, waarop 1855 voltijdsequivalenten (2.172 werknemers) hebben ingetekend.
Tel daar de werknemers bij die tegen 2020 op pensioen gaan en Proximus kent over vijf jaar een uitstroom van 2750 voltijdsequivalenten.
De totale kost van het vertrekplan is 255 miljoen. Hij wordt gespreid over 2016-2019.
CEO Dominique Leroy verduidelijkte op een persconferentie dat de besparingen van het vertrekplan in de eerste plaats naar investeringen in de netwerkinfrastructuur gaan. Investeerders moeten niet op een dividendverhoging hopen. Het vertrekplan is ook maar gedeeltelijk een personeelsvermindering. Proximus trekt tegelijk nieuwe profielen aan om zich aan te passen aan de digitale revolutie. In het eerste semester waren er al 201 aanwervingen.
De CEO van Proximus blijft bij haar eerder aangekondigde vooruitzichten. Die zijn een lichte groei in omzet en courante bedrijfskasstroom op de thuismarkten en investeringsuitgaven van 950 miljoen euro.
