Peter Callant na overname KV Oostende: ‘Er is marge om Coucke-vet weg te snijden’

Tot hij Marc Coucke opvolgde als eigenaar en voorzitter van voetbalclub KV Oostende, was Peter Callant (51) buiten de verzekeringssector nagenoeg onbekend. “Het leven is voor mij en mijn medewerkers veel gemakkelijker geworden”, stelt Callant vast. “Voetbal opent deuren, en over naambekendheid hoeven we ons geen zorgen meer te maken.”

“De kranten, de radio, de televisie, allemaal staan ze aan te schuiven om mij te spreken”, vertelt Peter Callant. Maar de nuchtere West-Vlaamse ondernemer blijft er rustig onder: “Continu in de belangstelling staan interesseert mij niet.” Het verschil met zijn extraverte vriend Marc Coucke kan nauwelijks groter zijn.

De verzekeringsmakelaar heeft wel oog voor de voordelen van zijn nieuwe functie. Als eigenaar en voorzitter van KV Oostende kan hij een businessnetwerk aanboren, dat een hefboom vormt voor de activiteiten van Callant Verzekeringen: “We hebben onze interne groeidoelstellingen voor dit jaar opgetrokken.”

Tegelijk wil Callant een voetbalclub leiden die operationeel winstgevend is. “KVO heeft het grootste budget van de niet-topclubs. De helft van de inkomsten komt van sponsors en zakelijke partners. Dat model willen we behouden en versterken.”

Hij pleit ook voor een nieuw realisme. De tijd dat Coucke de scepter zwaaide en het niet aankwam op een miljoen meer of minder, is duidelijk voorbij: “Gedaan met de dure transfers en de zware contracten. We zullen de komende maanden de kern afslanken en waar mogelijk het Coucke-vet wegsnijden.”

U wilt een voetbalclub leiden die, los van transfers en Europees voetbal, operationeel zelfbedruipend is. Is dat geen illusie?

PETER CALLANT: “Ik vind dat een club als KV Oostende, die werkt met een budget van 18 miljoen euro, daarvan aan het einde van het jaar 1 tot 2 miljoen euro moet kunnen overhouden. Ik zie niet in waarom dat niet zou lukken. De tv-inkomsten stijgen volgend seizoen, er staat een stevige commerciële structuur en we hebben marge om vet weg te snijden. We zullen nog enkele spelers met een mooie meerwaarde verkopen. Door operationeel winstgevend te zijn, willen we een oorlogskas aanleggen voor in sportief moeilijkere tijden. Dat is de enigste manier om de toekomst van een gezonde club te verzekeren.”

Dat de helft van de inkomsten van sponsors en zakelijke partners komt, is in het Belgische voetbal toch uitzonderlijk?

CALLANT: “Dat is uniek aan KVO. Heel veel ondernemers en zakenmensen komen hier samen voor de match. KVO heeft de grootste businessclub van het land. Er is een feestzaal voor 1200 personen. Voor en na de wedstrijd staat alles in het teken van de beleving en van het zakendoen.”

“De club biedt ondernemingen de mogelijkheid elkaar te spreken en legt zelf contacten. Er zijn corners voor mensen uit dezelfde sector, om kruisbestuiving mogelijk te maken. Iedereen die minstens voor 50.000 euro sponsort, krijgt een accountmanager toegewezen, die er moet voor zorgen dat een bedrijf rendement haalt uit die investering. KVO heeft elf personen vast in dienst op sales en marketing; bij veel andere kleine voetbalclubs is dat een eenmansbaan.

“Ik noem dat sportsponsoring 3.0. Het gaat niet meer om het reclamebord achter het doel, maar om het businessnetwerk en de omstandigheden waarin je andere ondernemers ontmoet, waardoor er een terugverdieneffect ontstaat.”

Dat businessnetwerk is mede tot stand gekomen onder impuls van Marc Coucke. Vreest u niet dat de zakenmensen hem zullen volgen, nu hij vertrokken is naar Anderlecht?

CALLANT: “Het klopt dat de verdiensten van de vorige voorzitter in dit verhaal groot zijn. Er is vijf jaar aan gewerkt. Maar ik stel vast dat heel wat sponsors hun contract voor volgend seizoen verlengen. Er zal ook zonder Marc voldoende beleving en entertainment zijn. De mensen komen naar Oostende om zich te amuseren en dat zal niet veranderen. Onze CEO, Patrick Orlans, is een man die weet hoe je een feestje moet organiseren. Veel andere clubs kijken daarop neer. Ten onrechte. Het is een uitstekende manier om recurrente inkomsten te boeken.”

Hangt de sfeer na de wedstrijd niet in grote mate af van de sportieve resultaten?

CALLANT: “Winnen is belangrijk. En KVO heeft de voorbije jaren duidelijk een sportief aanzuigeffect gekend. Maar als het nevengebeuren aantrekkelijk is, zijn sportieve resultaten niet allesbepalend. Een sponsor wil natuurlijk graag dat zijn club wint, maar de volgende dag zal hij zich toch vooral afvragen of hij zich geamuseerd heeft en of hij zaken gedaan of contacten gelegd heeft. Overigens blijven we de ambitie hebben play-off 1 te spelen, zij het met andere sterkhouders en vanuit een andere visie en mentaliteit.”

In welke mate wint uw eigen verzekeringsbedrijf bij uw investering in KVO?

CALLANT: “Een club kopen kost geld, maar voorzitter zijn is de goedkoopste vorm van sportsponsoring. Tot nu toe sponsorde ik verschillende voetbal-, basket- en volleybalclubs, omdat ik geloof dat sport mensen samenbrengt. Wel, de investering in KV Oostende heeft mijn bedrijf in één klap meer visibiliteit, naambekendheid en interessante contacten opgeleverd dan ooit voorheen. Er bestaat geen grotere hefboom voor een bedrijf dan voetbal.

“Ik ben ervan overtuigd dat Callant Verzekeringen meer business zal aantrekken. De doelstellingen voor interne groei zijn opgetrokken van 3 naar 4 procent. Dat lijkt peanuts, maar de verzekeringsmakelarij is een markt die niet groeit, waar de marges onder druk staan en die zeer competitief is. Als je 4 procent wilt groeien, moet je dat afpakken van de concurrenten. Dat is niet vanzelfsprekend. Uiteraard blijven we ook uitkijken naar overnames.”

Zal uw voorzitterschap van KVO gevolgen hebben voor uw andere engagementen als sponsor in de sport?

CALLANT: “Als bepaalde overeenkomsten aflopen, zullen we ze herbekijken. Maar we hebben oog voor onze regionale aanwezigheid. Callant heeft kantoren in Heist, Oostkamp, Antwerpen, de Kempen en Limburg, en die blijven we ondersteunen met lokale sportsponsoring.”

Toen u aantrad als nieuwe eigenaar, waren alle commentatoren in de media unaniem. Die Peter Callant, een verzekeringsmakelaar uit West-Vlaanderen, kan nooit 20 miljoen euro op tafel gelegd hebben om KVO te kopen. Hij zal wel een stroman van Coucke zijn. Dat was de teneur. U hebt nooit op die geruchten geantwoord.

CALLANT: “Niet in de pers. We hebben alle tijd en energie geïnvesteerd in het licentiedossier. We moesten voor de licentiecommissie aantonen dat de financiële continuïteit van de club KV Oostende verzekerd kon worden na de eigenaarswissel, en dat er geen enkele band meer was met Marc Coucke. We hebben de licentie gekregen. Dat was geen sinecure, werkelijk elke steen is omgedraaid. Een belastingcontrole is er niets tegen. De licentie is het beste bewijs dat ik geen stroman ben en dat ons businessplan goed ineen zit. Trouwens, wie zegt dat ik 20 miljoen euro betaald heb?”

Hebt u geen 20 miljoen euro betaald voor KV Oostende?

CALLANT: “Neen, en dat heb ik ook nooit beweerd. We hebben afgesproken het bedrag niet bekend te maken. Maar het mag duidelijk zijn dat ik niet zo veel betaald heb. Bovendien heeft Marc via een kapitaalverhoging de club schuldenvrij gemaakt. Kijk, Marc heeft onomstotelijk een emotionele band met deze club, bij zijn afscheid had hij tranen in de ogen. Hij wou het beste voor KVO. Marc en ik kennen elkaar al jaren en we vertrouwen elkaar. Voor hem was het belangrijker KVO in goede omstandigheden over te laten aan iemand die hij vertrouwde, dan om alle geïnvesteerde centen te recupereren.”

Hoe hebt u de overname gefinancierd?

CALLANT: “Volledig met eigen middelen. Het is wel de bedoeling dat ik de komende weken mijn participatie afbouw. Ik bezit 92 procent en ik voer gesprekken met topondernemers uit Oost- en West-Vlaanderen die geïnteresseerd zijn in een aandelenpakket. Bart Versluys van Bouwgroep Versluys en Gino Vanderhaeghen van Vanver & Noordzeeinterieur namen al deelnemingen van respectievelijk 5 en 3 procent.

Het is de bedoeling de komende weken nog deals af te ronden, zodat mijn deelneming zakt tot circa 72 procent. Op die manier willen we een netwerk van ondernemers rond KVO creëren. In plaats van één grote Coucke wordt KVO de club van veel kleine Coucketjes.”

Vindt u dat de voorzitter van een voetbalclub over een grote kennis van voetbal moet beschikken?

CALLANT: “Het komt er vooral op aan je te omringen met de juiste mensen. Wij hebben Hugo Broos als sportief-technisch directeur aangetrokken omdat hij heel veel knowhow heeft. En ook Johan Plancke, die van SV Roeselare overkomt, heeft zijn strepen verdiend. Als voorzitter kies ik er bewust voor macht af te staan aan mensen die meer kennis hebben. Een voorzitter heeft als opdracht het overzicht te bewaren en alles continu en proactief te evalueren. Ik vind ook dat een voorzitter voldoende afstand moet houden van de spelersgroep. Als je te close bent, wordt het lastiger moeilijke beslissingen te nemen.”

Wanneer gaat u KV Oostende weer verkopen?

CALLANT: “Daar ben ik niet mee bezig. Ik amuseer me en mijn bedrijf kan er beter van worden. Zolang dat zo is, denk ik er niet aan te verkopen. Veel meer dan geld zijn sport en ondernemen mijn grote passies die mij energie geven en drijven. Ik heb er geen probleem mee een groot deel van mijn tijd en mijn weekends op te offeren voor KVO, gewoon omdat voetbal mij ongelooflijk boeit.

“Het is trouwens mijn ambitie de sportiefste voorzitter van eerste klasse te zijn. Elke week ga ik op geregelde tijdstippen zwemmen, fietsen of lopen. Ik moedig ook mijn medewerkers aan te sporten en stel faciliteiten ter beschikking. Af en toe bewegen is het goedkoopste geneesmiddel.”

Hoe was het voorbije jaar voor Callant Verzekeringen?

CALLANT: “Goed. We hebben een groei van net geen 3 procent gerealiseerd. Daardoor komt een globaal premie-incasso van meer dan 120 miljoen euro in zicht (het totale bedrag aan premies dat de klanten betalen, de gemiddelde commissie die Callant daarop krijgt, vertegenwoordigt een omzet van ongeveer 12 miljoen euro, nvdr). De verzekeringsmakelarij is een competitieve markt, maar niettemin groeit Callant jaar na jaar. We kennen ook nauwelijks personeelsverloop, waardoor we een duurzame relatie met onze klanten hebben.”

De verzekeringsmakelaars staan wel voor belangrijke uitdagingen, zoals de toenemende regulering en de digitalisering.

CALLANT: “Ik stoor me soms aan het gebrek aan ondernemerschap in onze sector. Sommige makelaars teren op hun recurrente inkomsten. Maar de uitdagingen zijn niet min. Daarom investeert Callant fors in digitale oplossingen. We hebben participaties in startende bedrijfjes, zoals MyFaro en Keypoint (zie kader Callant investeert in digitale start-ups, nvdr). De digitale tools die zij ontwikkelen, helpen ons als makelaar te evolueren naar de rol van een financieel adviseur. Makelaars zijn te veel productverkopers geweest. Wie wil overleven, zal de stap naar gepersonaliseerd financieel advies moeten doen.”