Otary baat drie windparken uit: ‘We kennen de Noordzee als onze broekzak’

Mathias Verkest, CEO van Otary: "De energie­­­-
t­ransitie is geen sprint, maar een marathon."
© Emy Elleboog
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

De Belgische windparkuitbater Otary doet later dit jaar een gooi naar de concessies voor nieuwe windparken voor de Belgische westkust. “Onze troef is dat we windparken als geen ander performant kunnen uitbaten”, zegt CEO Mathias Verkest.

Begin vorige week was het aangenaam vertoeven aan de kust. Een beetje zon, aangename temperaturen en amper een zuchtje wind. “Slecht weer dus voor ons. Sinds begin mei zijn de windcondities slechter geworden, maar sinds september vorig jaar hebben we een windrijke periode achter de rug”, zegt Mathias Verkest, de CEO van Otary.

Voor de uitbaters van offshore windparken levert een goed windjaar 10 tot 15 procent meer elektriciteitsproductie op dan een slecht windjaar. “2023 was een goed jaar, maar in 2021 en 2022 kampten we met slechte windcondities. Het is te vroeg om daar conclusies aan vast te knopen, maar mogelijk verzwakt de staalstroom door de klimaatopwarming. Dat kan op de Noordzee tot minder wind leiden”, zegt Mathias Verkest.

Otary, Engels voor een type zeehond, baat met Rentel, Seastar en Mermaid drie van de negen operationele windparken in Belgische federale wateren uit. Rentel is operationeel sinds eind 2018 en voor 100 procent in handen van Otary. De andere twee parken draaien sinds eind 2020 en zijn voor 70 procent van Otary en voor 30 procent van partners Ocean Winds en Eneco. De drie parken omvatten 100 turbines, goed voor een capaciteit van 800 megawatt. De opgewekte stroom, goed voor ongeveer 3 procent van het Belgische elektriciteitsverbruik, wordt grotendeels verkocht aan Eneco en Total­Energies.

Otary werd in 2011 opgericht door de Belgische aandeelhouders van C-Power, de uitbater van het eerste windpark op de Belgische Noordzee. “Het idee was de offshore kennis in België te behouden en meerdere windparken te bouwen. Dat is gelukt. Het is toch pionierswerk. We waren in België de eerste om op commerciële basis wind­parken te bouwen”, zegt Mathias Verkest. Vandaag telt Otary acht aandeelhouders, waaronder DEME. “We hebben zowel Vlaamse en Waalse aandeelhouders, als publieke en private aandeelhouders. We zijn een Belgisch bedrijf dat lokaal verankerd is.”

In de moeilijke windjaren 2021 en 2022 boekte Otary een bedrijfswinst van respectievelijk 106 en 94 miljoen euro. In een kapitaalintensieve business als offshore windenergie eten rentelasten een groot deel van de bedrijfswinst op. Onder aan de streep bleef er een nettowinst van 20,4 en 18,5 miljoen euro over op een eigen vermogen van 109 miljoen euro en een balanstotaal van 2 miljard euro. Mathias Verkest: “In 2023 kenden we een goed jaar dankzij een gunstig wind­regime en een zeer goede beschikbaarheid van de windparken. De rentabiliteit en de kasstromen van een windpark zijn vrij goed voorspelbaar, in functie van de wind, en als de techniek het niet laat afweten. De grote uitdaging is de kosten en de opbrengsten voor de volgende 20 à 25 jaar of straks zelfs 35 jaar in te schatten. Voor onze drie windparken zitten we grotendeels op schema met de uitvoering van het businessplan.”

Operationele excellentie is de sleutel van een succesvolle uitbating van een windpark. “Onze belangrijkste taak is ervoor te zorgen dat de windparken zo veel mogelijk beschikbaar zijn, vooral in de periodes met veel wind. Onze windparken halen een operationele beschikbaarheid van 98 à 99 procent, wat heel performant is. Dat is het resultaat van zeer hard werk, om bijvoorbeeld het onderhoud te optimaliseren in functie van de windomstandig­heden. De Noordzee is onze energiecentrale die continu online moet zijn”, zegt Mathias Verkest.

Otary baat niet alleen windparken uit, maar levert ook diensten aan andere uitbaters. “We zijn bijvoorbeeld betrokken bij de ontwikkeling, de bouw en de oplevering van twee windparken in Frankrijk. Onze mensen kunnen op die manier expertises ontplooien die passen in onze ambities, wat ongetwijfeld een van uw vragen is”, zegt Mathias Verkest.

U mag die vraag meteen beantwoorden.

MATHIAS VERKEST. “We krijgen soms de vraag of het louter uitbaten van windparken routinewerk is. Dat is niet zo. We leren nog elke dag bij om het onderhoud te perfectioneren en de operationele beschikbaarheid te verhogen. Onze focus ligt louter op offshore windenergie. We kennen de Noordzee als onze broekzak. Dat is onze thuismarkt. We willen een hof­leverancier van groene stroom blijven in de Belgische energietransitie. We dingen daarom mee naar de drie nieuwe concessies in de Prinses Elisabeth Zone. De aanbesteding voor de eerste concessie van 700 megawatt is voor eind dit jaar en zal veel gegadigden aantrekken. We kondigen binnenkort aan of we alleen of in een consor­tium met partners meedoen. We kunnen via die concessies onze offshore productiecapaciteit verdubbelen of zelfs verdrievou­digen.”

Hoopt u als lokaal verankerende speler een streepje voor te krijgen in de aanbesteding?

VERKEST. “Andere aanbestedingen in Europa omvatten criteria die rekening houden met de lokale verankering en de uitbouw van de lokale aanvoerketens en kennis­instellingen. In België is de prijs het doorslaggevende criterium. Dat is jammer, omdat voorwaarden om te werken met lokale leveranciers het eigen industriële weefsel versterken.”

Wie de laagste gegarandeerde prijs biedt, wint de veiling. De overheid geeft daarbij een prijsgarantie tot maximaal 95 euro per megawattuur. Is de marktprijs hoger, dan betaalt de uit­bater de overwinst aan de overheid, is de marktprijs lager, dan krijgt de uitbater een compensatie. Vindt u dat een goed systeem?

VERKEST. “Ja. Het systeem stabiliseert de prijs op lange termijn en leidt tot de laagste kostprijs. Als de overheid geen prijsgarantie zou geven, of geld zou vragen voor een concessie, dan zouden de kosten en dus de elektriciteitsprijs voor de gezinnen en de industrie stijgen. Het is bovendien een fair systeem. Overwinsten zijn niet mogelijk. De technologie is rijp, het businessplan is er, maar om groei mogelijk te maken moet je zekerheden kunnen geven aan investeerders en de banken. Dit is een kapitaalintensieve business, waarin de investeringen gebeuren aan het begin van een project. De banken komen vlotter over de brug dankzij die prijsgarantie, waardoor de financieringskosten gevoelig dalen. Een windpark wordt gemakkelijk voor meer dan 70 procent gefinancierd met bank­leningen en de rentelasten maken tot 40 procent van de kosten uit, zeker in de eerste jaren van een project. Een prijsstabiliserend systeem zorgt voor een gevoelige daling van de rentelasten, en dus ook de elektriciteitsprijs. Dankzij die vaste prijs kunnen wij de stroom ook via langetermijncontracten tegen een maatschappelijk aanvaardbare prijs verkopen.”

In de operationele uitbating van een windpark in de Noordzee hebben we een voorsprong uitgebouwd. Dat is onze grote troef

Kunt u de concurrentie aan met de grote internationale ontwikkelaars met een grote financiële slagkracht? Concullega Parkwind is om die reden gekocht door het Japanse energiebedrijf Jera.

VERKEST. “Parkwind is de inter­nationale toer opgegaan, en dan kom je in concurrentie met grote, kapitaalkrachtige ontwikkelaars. We willen onze lokale verankering en kennis van de Noordzee uitspelen. In de operationele uitbating van een windpark in de Noordzee hebben we een voorsprong uit­gebouwd. Dat is onze grote troef.”

Wat is vandaag de kostprijs van offshore windenergie in de Noordzee?

VERKEST. “In onze jongste twee windparken, Seastar en Mermaid, krijgen we van de federale overheid een prijsgarantie van 79 euro per megawattuur. Ter vergelijking, de groothandelsprijs van elektri­citeit schommelt vandaag rond 60 euro per megawattuur. In ruil voor die prijsgarantie is de bonus van hoge elektriciteitsprijzen niet meer voor ons. Vorig jaar hebben we 160 miljoen euro terugbetaald aan de overheid. Daar hebben we onze maatschappelijke rol gespeeld. Voor ons eerste windpark, Rentel, is er een prijsgarantie van 129 euro per megawattuur. In enkele jaren tijd is de kostprijs van offshore windenergie dus gevoelig gedaald. Die trend werd onderbroken door de inflatieschok en de stijging van de rente in 2022. Verdere prijs­stijgingen kunnen gedeeltelijk gemilderd worden dankzij een indexmechanisme. Zo hoeven ontwikkelaars ook niet te speculeren over de rente, maar kunnen ze focussen op de laagste operationele kostprijs. We hebben aan­getoond dat offshore een goed­kope bron van hernieuwbare energie is.”

Kunnen de steeds grotere turbines de kostprijs van offshore windenergie verlagen?

VERKEST. “Grotere turbines verlagen de kosten en verhogen de efficiëntie. Maar we mogen ook niet het slachtoffer worden van het sectorsucces. De turbine­bouwers mogen zichzelf niet voorbijhollen door te snel nieuwe, grotere modellen op de markt te brengen, waarbij ze de oudere modellen niet meer afgeschreven krijgen. Innovatie blijft belangrijk, maar de energietransitie is geen sprint, wel een marathon. Ook de aanvoerketens moeten de marathon kunnen uitlopen. Dat vraagt stroomlijning en planning. Elk land holt nu achter dezelfde deadlines en doelstellingen aan, maar zo krijg je periodes dat de aanvoerketens de vraag niet kunnen volgen, en periodes met te weinig nieuwe projecten. Zo gaan we er niet geraken. Geef de sector een stabiel regelgevend kader en een duidelijke planning waardoor de aanvoerketen ononderbroken kan werken. Europa wil tegen 2030 120 gigawatt en tegen 2050 tot 300 gigawatt offshore windenergie installeren op de Noordzee. De Europese toeleveringsketens kunnen nu voor 16 ­gigawatt offshore windenenergie bouwen per jaar. De Europese ambities rijmen dus nog niet met onze industriële capaciteit.”

We hebben geen grondstoffen, maar we hebben de zee, de wind en vijftien jaar operationele ervaring. België is de bakermat van de offshore industrie


Blijven de perspectieven van offshore windenergie onverminderd gunstig?

VERKEST. “We hebben geen grondstoffen, maar we hebben de zee, de wind en vijftien jaar ope­rationele ervaring. België is de bakermat van de offshore industrie. De klimaatverandering is een realiteit. De vraag naar elektriciteit zal stijgen. Offshore speelt dus een sleutelrol in die maatschappelijke uitdagingen. Het thema van strategische autonomie en eigen energiebevoorrading staat hoog op de agenda. Hernieuwbare energie maakt ons minder afhankelijk van het buitenland. Europa spendeerde vorig jaar nog 400 miljard euro aan de invoer van fossiele brandstoffen. De federale overheid moet dus nu op de knop duwen om de aanbesteding van de Prinses Elisabeth Zone te lanceren. Dat wordt nog spannend, want de regering gaat in lopende zaken.”

Blijft het vraagstuk om de offshore energie aan land te krijgen, want dat vraagt de bouw van enkele ontbrekende schakels in het hoogspanningsnet, zoals Ventilus in West-­Vlaanderen en de Boucle-­du-­Hainaut in Henegouwen.

VERKEST. “De bouw van die hoogspanningslijnen is van kritisch belang voor de energietransitie en de lokale bevoorradingszekerheid. Geen Ventilus is geen Prinses Elisabeth Zone. Ik snap de lokale bezorgdheid zeer goed. Ventilus loopt van Brugge naar Kortrijk door mijn geboortedorp Wingene, waar mijn vader meer dan dertig jaar burgemeester is geweest. Niet alleen de gezinnen, ook de bedrijven in de regio hebben extra groene stroom en een performant hoogspanningsnet nodig om hun productie hier te verankeren. In Nederland zien we al een congestiestop in meerdere provincies. Uitbreidingen en nieuwe instal­laties zijn er niet langer mogelijk. Dat willen we hier vermijden. Er zullen in West-Vlaanderen banen verdwijnen als de noodzakelijke versterking van het net niet gebeurt. Het ligt gevoelig, maar de lijn moet ook bovengronds gebouwd worden om vertakkingen naar afnemers mogelijk te maken. We moeten vermijden dat bedrijven geen toegang meer krijgen tot het hoogspanningsnet bij gebrek aan capaciteit.”

Door het toenemende belang van hernieuwbare energie, stijgt het aantal momenten van overaanbod en negatieve elektriciteitsprijzen. Moet Otary soms ook de windparken stilleggen?

VERKEST. “Ja, maar dat is een noodmaatregel. Een turbine stilleggen heeft een zware impact en verkort de levensduur van de fundaties. We laten de turbines draaien op een minimumcapaciteit van 20 procent. De voorbije weken lag een hoge productie van zonne-­energie aan de basis van de negatieve prijzen. De jongste jaren zijn er veel zonnepanelen gelegd en dat heeft effect op de markt.”

Bio

Bio

42 jaar

1999-2004: handels- en economisch recht, UGent


2004-2005: Corporate Law, Georgetown University Law Center


2012-2014: MBA Vlerick Business School


2005-2009: advocaat bij Backer & McKenzie, Huntsman, Allen & Overy


2009-2012: chief legal officer C-Power


Sinds 2012: CEO Otary RS


Sinds 2010: directielid Belgian Offshore Platform

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content