Samen met de Beniners zorgt de haven van Antwerpen-Brugge voor efficiëntie en veiligheid in de haven van Cotonou. Met het vooruitzicht op een langdurig partnerschap.
In de blakende middagzon sjouwen arbeiders zakken rijst uit een vrachtwagen. De vorkheftrucks rijden af en aan. Er heerst een broeierige drukte in de haven van Cotonou, het economische hart van het West-Afrikaanse land Benin. Al staan ook veel loodsen leeg, klaar voor de sloop. Volgens havenmedewerker Yacinth Begon maakt dat sloopwerk deel uit van een grote transformatie.
“Vanaf volgend jaar moet onze capaciteit verdubbeld zijn tegenover 2019. Maar extra ruimte aansnijden was geen optie, want de haven ligt pal in de stad. De enige oplossing bestond in een grondige reorganisatie. We moeten beter presteren. En daar helpen onze Belgische partners ons bij.”
Sinds 2018 neemt de haven van Antwerpen-Brugge het dagelijkse bestuur van de haven van Cotonou voor zijn rekening. Daarbij krijgen ze steun van het Belgische ontwikkelingsagentschap Enabel. De Belgen delen zo hun expertise met hun Beninse partners. Want tegen 2027 moeten de Beniners klaar zijn om het stokje over te nemen.
Die samenwerking is ook voor de haven van Antwerpen interessant. Het demografische en economische potentieel van West-Afrika is gigantisch. Met jaarlijkse groeicijfers rond 7 procent kent ook Benin een economische hausse. Dat biedt perspectief op een interessante afzetmarkt voor Belgische exportgoederen.
Capaciteit verdubbelen
In de cijfers van de haven tekent zich alvast een positieve evolutie af. In de eerste helft van dit jaar meerden er 210 schepen aan, 17 procent meer dan in 2024. Ook het vrachtvolume steeg met de helft ten opzichte van vorig jaar. Het streefdoel van een capaciteit van 20 miljoen ton aan vrachtgoederen ligt binnen bereik.
Volgens Vincent Biernaux, die als financieel directeur de zaken in Cotonou bestiert, is er dan ook al veel veranderd in acht jaar. “Bij onze aankomst waren er 160 kleine concessies in de haven. We hebben dat teruggebracht naar vijf grote clusters, elk gespecialiseerd in zaken als bulk of olie.”
Daarnaast brachten de Belgen nieuwe IT-software en boekhoudingssystemen mee. Het Belgische ontwikkelingsagentschap Enabel gaf opleidingen aan de Beninse loodsen. Ze zijn nu in staat de grotere vrachtschepen correct de haven in- en uit te slepen. “Maar de belangrijkste pijler is misschien wel de opleiding van tien high potentials. Na ons vertrek moeten zij de zaken hier in goede banen leiden”, aldus Biernaux.
‘Op termijn willen we Antwerpen niet enkel bijbenen, maar ook voorbijsteken’
Een van die high potentials is Emile Chabi. Hij specialiseert zich in projectbeheer. Naar eigen zeggen ervoer hij vooral een positieve impact op zijn werkwijze. “Aan de hand van de ‘lean gix sigma’-methode leerden we efficiënter werken. Op onze beurt konden we de Belgen helpen met hun begrip van de lokale context. Onze werkomgeving is anders dan in Antwerpen. Je kunt niet gewoon alles op dezelfde manier doen. Er is altijd wat aanpassing vereist.”
Naast de vormingen kreeg hij ook de kans de haven van Antwerpen te bezoeken. “De sterke digitalisering vond ik indrukwekkend. Ze gebruiken drones om data te verzamelen. Zo kunnen ze de containertrafiek optimaliseren. Dat gebeurt hier niet. Nog niet. Want op termijn willen we Antwerpen niet enkel bijbenen, maar ook voorbijsteken.”
Strijd tegen piraten
De samenwerking met België in de haven van Cotonou moet ook veilige wateren garanderen. In Cotonou was dat lange tijd geen sinecure. Vanuit het naburige Nigeria terroriseerden piraten de golf van Guinee. Dat zette een domper op een verdere toename van het vrachtverkeer. Ook daarvoor hebben België en Benin de handen in elkaar geslagen.
Al 25 jaar onderhouden de Belgische en de Beninse marine een partnerschap. Enabel ondersteunt de maritieme veiligheid met zijn project Proport. Het resultaat is zichtbaar in de kersverse maritieme basis in Sèmè, vlak aan de grens met Nigeria.
Lees ook: Hoe de Belgische havens inzetten op innovatie en duurzaamheid: Port of Antwerp-Bruges
Omringd door akkerveldjes staat er een eenzame seintoren. Buiten enkele driloefeningen van rekruten valt er weinig activiteit te bespeuren. Maar volgens Nelly Lotsu, commandant bij de Beninse marine, moet dit op termijn een volwaardige legerbasis worden. “Er zullen kades komen, waar vier schepen kunnen aanmeren. Dankzij Enabel is onze seintoren al bijna volledig operationeel. Binnenkort plaatsen ze de radar. Momenteel hebben we al de klok rond een schip op zee. Zo maken we zeker dat de piraten niet terugkeren.”
Gesloten grenzen
Toch ondervindt Benin hinder door een dispuut met andere buurlanden. Van oudsher fungeert Cotonou als doorvoerhaven voor de noordelijke Sahellanden, zoals Burkina Faso en Niger. Maar sinds de militaire staatsgrepen in beide landen is de relatie met Benin onderkoeld. De grens tussen Niger en Benin is al meer dan twee jaar gesloten.
Nochtans maakt een vlottere verbinding tussen Cotonou en de noordelijke grensregio’s deel uit van het Europese Global Gateway-plan. Daarmee wil de Europese Unie de banden met partnerlanden in Afrika versterken. Het moet ook een alternatief bieden voor het Chinese Belt and Road Initiative, ook bekend als de Nieuwe Zijderoute.
Volgens havenmedewerker Begon valt de impact van de gesloten grenzen nog mee. “Nu voelen we het een beetje. Maar op de lange termijn komen we dit wel te boven. De haven van Cotonou is van staatsbelang. De overheid zal er alles aan doen om die te laten floreren. Benin heeft geen natuurlijke rijkdommen. Het gros van onze inkomsten en economische groei gebeuren hier.”
De transformatie van de haven van Cotonou maakt duidelijk indruk op andere Afrikaanse landen. Zo starten de haven van Antwerpen-Brugge en Enabel binnenkort een gelijkaardige samenwerking in Dar es Salaam, het economische centrum van Tanzania.
In Cotonou gaat het partnerschap dan weer zijn laatste jaar in. Voor Vincent Biernaux blijft het koffiedik kijken wat de toekomst na 2027 geeft. “Je weet nooit hoe het na ons vertrek zal uitdraaien. Normaal gezien zijn ze degelijk voorbereid. Ik geloof in een goede uitkomst. Maar echte garanties op succes heb je nooit.”
Al heeft Chabi er goede hoop op. “Er zullen veel uitdagingen op ons afkomen. Maar we hebben een solide basis meegekregen. We kijken de komende jaren zelfverzekerd tegemoet. En we zijn vooral trots om onze haven de wereld van morgen binnen te mogen loodsen.”
Dit artikel kwam tot stand met steun van het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek