Oorlog en slabakkende economie kelderen goederenoverslag North Sea Port
De goederenoverslag via zeevaart van North Sea Port is in 2023 met 11 procent gedaald. De Belgisch-Nederlandse fusiehaven wijst daarvoor naar de oorlog tussen Rusland en Oekraïne en de energiecrisis. Vorige week liet Port of Antwerp-Bruges ook al een negatieve trend optekenen. CEO Daan Schalck pleit intussen voor betere wetgeving om havenbedrijven te beschermen, want “het tempo van investeringen moet omhoog”.
Lees verder onder de video
“We voelen de krimp in de economie sterker dan andere havens. De zware industrie, waar wij op focussen, is daar meer aan onderhevig dan de consumentengoederen”, zegt CEO Daan Schalck bij de voorstelling van de jaarresultaten.
De bedrijven van North Sea Port hebben vorig jaar via zeevaart een goederenoverslag van 65,9 miljoen ton gerealiseerd. Dat is een daling van 11 procent in vergelijking met een jaar eerder, toen het recordjaar op 73,7 miljoen ton aftikte. 2022 was dan ook het beste jaar ooit voor de fusiehaven Gent-Terneuzen onder impuls van de economische groei en de aanleg van extra voorraad door bedrijven wegens de dreigende geopolitieke omstandigheden.
Bulkhaven
Nort Sea Port is van oudsher een bulkhaven. Droge bulk neemt nog altijd meer dan de helft (53%) van de goederenoverslag in. Toch verliest het segment 12 procent, tot 35,2 miljoen ton, in vergelijking met 2022. Die daling werd vooral veroorzaakt door een verminderde import van steenkool (-27%). In 2022 werden door de oorlog in Oekraïne en de vrees voor tekorten tijdelijk weer enkele steenkoolcentrales opgestart. Dat aandeel valt er nu dus weer tussenuit. Ook ijzererts, gips, cement en natuurlijke meststoffen gingen erop achteruit.
De overslag van vloeibare bulk is met 14 procent gedaald. Dat komt vooral door een vermindering van de vloeibare petroleumbrandstoffen, zoals biodiesel, en nafta.
Het aandeel van de containers in de goederenoverslag in North Sea Port blijft status quo op 3 procent. In tonnage is er een lichte daling van 6 procent tot 2,2 miljoen ton. Onder impuls van een stevige automobielsector (Volvo cars in de Gentse haven), is de roll-on-roll-offtrafiek licht gestegen tot 6 procent van alle goederenoverslag.
Net nu kondigde de Zweedse autobouwer aan dat het de productielijn in zijn Gentse fabriek van maandag tot woensdag moet stilleggen door een vertraging op de scheepvaartroute door het conflict op de Rode Zee en aan het Suezkanaal. Daardoor komen versnellingsbakken niet tijdig aan in Gent. Toch verwacht het havenbestuur geen extra hinder. “We hebben alleszins nog geen signaal gekregen van de bedrijven in het havengebied dat zij met problemen zullen worden geconfronteerd”, klinkt het.
Australië
De Verenigde Staten blijven de belangrijkste handelspartner van de haven. Daarna volgen Groot-Brittannië en Brazilië. Rusland, dat jarenlang op het op een na hoogste schavotje mocht staan, zakt weg tot plaats zes. Door de Europese sancties tegen Rusland is de handel met 42 procent afgenomen. Alleen halfafgewerkte staalproducten omzeilen de boycot. In 2022 was de handel met Oekraïne al gehalveerd, in 2023 is dat nog eens gebeurd.
Daardoor is er wel ruimte gekomen voor Oceanië. Australië komt voor het eerst binnen in de top tien van handelspartners voor North Sea Port. Agroproducten die voorheen voor Oekraïne en Rusland bedoeld waren, vinden nu de weg richting down under.
Vergunningen
“Na het boerenjaar 2022 laat de impact van oorlogen, de energiecrisis en hogere prijzen voor grondstoffen al een jaar lang zijn sporen na”, zegt Schalck. “In de nasleep van de brexit en de coronacrisis wist de goederenoverslag zich meer dan gewoon te herstellen. Dat is met de huidige crisissen helaas niet het geval.”
De CEO wijst daarnaast ook op het belang van een degelijk beleid. Hij verwijst daarmee naar de vertraging in investeringsbeslissingen, zowel in Nederland als België. De oorzaak daarvoor is de lange lijdensweg om vergunningen te bekomen, onzekerheid over de energiebevoorrading en de discussie omtrent stikstof. “Het tempo van investeringen in de haven moet omhoog”, zegt Schalck. “België en Nederland zijn al gedaald in de ranking van investeringswaardige bestemmingen. Er is dus dringend nood aan rechtszekerheid en een duidelijk wetgevend kader aan beide kanten van de grens.”
Het vooruitzicht voor 2024 schat de CEO voorlopig niet al te rooskleurig in. “We hebben veel zware industrie, zoals de chemie- en de staalsector”, zegt Schalck. “Die zijn energie-intensief en hebben het moeilijk.” Voor de eerste jaarhelft verwacht hij geen beterschap in de cijfers. In de tweede hopelijk wel: “Dat verlies van 11 procent zullen we in een jaar tijd niet kunnen goedmaken. Onze prognose voor 2024 is dan ook een voorzichtig herstel van 2 tot 3 procent.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier