Hoe ook Vlaamse kmo’s voelen dat de Duitse economie sputtert: ‘Alles wat arbeidsintensief is, is er simpelweg te duur’

Ward Demyttenaere en Anthony Jannes, de co-CEO’s van Construx © Emy Elleboog
Wouter Temmerman medewerker Trends

Duitsland is niet langer het eldorado voor ondernemers. Twee Vlaamse kmo’s die onlangs in Duitsland hebben geïnvesteerd, getuigen over de impact op hun productievestigingen. “Nu de autoassemblage klappen krijgt, is een dynamische kmo met concrete toekomstperspectieven een uitstekende keuze.”

De Duitse economie kromp vorig jaar voor de tweede keer op rij. In 2024 ging het om een daling met 0,2 procent, in 2023 ging het bruto binnenlands product met 0,3 procent achteruit. Dat is geen opbeurende vaststelling voor bedrijven die onlangs hebben geïnvesteerd in Duitsland. Construx in Harelbeke, een specialist in bekistingssystemen, nam eind 2023 zijn sectorgenoot Weckenmann in Dormettingen over en heeft sindsdien twee Duitse vestigingen. Co-CEO Ward Demyttenaere nuanceert de impact van de alarmerende berichten over de Duitse economie: “De Duitse markt beslaat een tiende van onze activiteiten en op die markt zitten wij vooral in de infrastructuur- en industriebouw. Die sectoren hebben voorlopig weinig last van de verslechterde conjunctuur.”

Toch kan Demyttenaere de problemen in de woningbouw niet negeren. “Net als in België, Frankrijk en Nederland is de woningbouw in Duitsland zo goed als gehalveerd. Onze klanten in die sector klagen steen en been, maar voor Construx blijft het effect beperkt. Wij zijn minder afhankelijk van woningbouw en zien vooral kansen in andere segmenten.” Wel stelt Construx vast dat de economie druk zet op kleine spelers in de bouwsector. “Dat veroorzaakt op korte termijn turbulentie, maar wij zien geen dramatische investeringsstop, noch in Duitsland, noch in België. Onze klanten blijven geloven in de toekomst.”

‘Onze klanten in de woningbouw klagen steen en been. Maar voor ons blijft het effect beperkt’

Ward Demyttenaere, Construx

Sterke vraag stagneert

Ludwig Kesteleyn, de zaakvoerder van het Ieperse Sunconfex, klinkt minder optimistisch. Het bedrijf levert op maat gemaakte schermen uit textiel aan grote Europese fabrikanten van zonneweringen. Sunconfex zette in 2013 de eerste stap naar Duitsland met de bouw van een productiehal in Jettingen-Scheppach, tussen Stuttgart en München. “De vraag kwam rechtstreeks van mijn grootste klant”, vertelt Ludwig Kesteleyn. “Hij zag potentieel in schermen, maar had geen kennis van textiel. Gezien de afstand tussen Ieper en Zuid-Duitsland, vroeg hij ons in Duitsland te investeren. Het was een grote uitdaging, maar met de nodige garanties en een flinke dosis lef zijn we erin gesprongen.”

Sinds 2015 is Sunconfex stevig gegroeid. “Onze omzet steeg naar 10 miljoen euro”, aldus Kesteleyn. De sterke vraag leidde tot een forse uitbreiding. Vanaf 2021 investeerde Sunconfex in een nieuwe fabriek in Leipheim, ten oosten van Ulm. Die fabriek is drie keer zo groot als de oorspronkelijke hal. “We bouwden een energieneutrale fabriek, met zonnepanelen op een dakoppervlakte van 8.000 vierkante meter. Zo voorzien we onszelf grotendeels van energie.” De verhuizing naar de nieuwe site vond plaats in januari 2023, maar de verwachte omzetsprong kwam er vooralsnog niet.

Sunconfex had gebudgetteerd dat de omzet binnen de vijf jaar zou verdubbelen. “Dat doel lijkt voorlopig niet haalbaar. We zijn al blij dat we dezelfde omzet blijven draaien”, zegt Ludwig Kesteleyn. Het bedrijf blijft wel groeien met 3 tot 4 procent per jaar, maar dat is een stuk lager dan de verwachte 20 procent. “De nieuwe productiehal waarin we in 2023 fors hebben geïnvesteerd, is voorlopig niet nodig gebleken”, geeft Kesteleyn toe. “De bouwsector heeft het zwaar. Door de inflatie en strengere bouwnormen zijn de kosten fors gestegen, waardoor nieuwbouwprojecten bijna onbetaalbaar werden.”

Hoewel dat eerder een Europese vaststelling is, vindt Ludwig Kesteleyn de Duitse context tekenend. “Duitsland was altijd de economische motor van Europa, maar die tijd is voorbij. Vooral de auto-industrie, de grootste industriële sector in Duitsland, kreeg zware klappen. Dat heeft een enorme impact op het hele economische klimaat.”

WARD DEMYTTENAERE “Onze focus ligt nu meer op markten als Amerika en Canada.” © Emy Elleboog

Dure lonen

Ludwig Kesteleyn vindt vooral de gestegen loon- en energiekosten problematisch. Voor de energiekosten vond Sunconfex dankzij de nieuwbouw een gepaste oplossing, maar voor de loonkosten ligt dat moeilijker. “De Duitsers beseffen dat hun land geen geschikte locatie voor autoassemblage meer is. Alles wat arbeidsintensief is, is in Duitsland simpelweg te duur geworden. Daardoor verschuift de productie steeds meer naar lagelonenlanden. Ook in de bouwsector vragen we ons af hoelang we nog kunnen blijven produceren in West-Europa.”

Zelf overweegt Sunconfex niet om zijn productie te verhuizen. “De situatie wordt echter steeds moeilijker. De overlegstructuren, zoals ondernemingsraden en veiligheidscomités, worden vaak een speelbal van politieke ontevredenheid, wat het werkklimaat verder bemoeilijkt. We zien een groeiend ongenoegen bij de mensen, wat zich vertaalt in extremere houdingen en uitingen. Dat is een symptoom van een dieperliggend probleem in de samenleving en raakt ook het vertrouwen in de industrie.”

De aankomende federale verkiezingen werpen hun schaduw vooruit, en dat blijft volgens Ludwig Kesteleyn niet zonder gevolgen voor het investeringsklimaat. “Ondernemers staan op de rem. De onzekerheid is te groot, waardoor er niet vlot wordt geïnvesteerd. Grote bouwprojecten worden niet afgewerkt. Iedereen wacht af: wat zal de nieuwe regering doen? Welke richting zal ze inslaan? Voor ondernemers is dat een moeilijke situatie, omdat plannen en uitbreidingen vaak afhankelijk zijn van een stabiele en voorspelbare beleidsomgeving.”

‘Duitsland was altijd de economische motor van Europa, maar die tijd is voorbij’

Ludwig Kesteleyn, Sunconfex

Stevig verankerd

Ward Demyttenaere ligt niet wakker van de aankomende federale verkiezingen in Duitsland. “Onze business wordt nauwelijks beïnvloed door politieke verschuivingen. Zelfs in andere regio’s, zoals de Verenigde Staten, merken we weinig impact van politieke veranderingen.”

De geopolitieke spanningen en verschuivingen hebben Construx wel aangezet tot strategische beslissingen over de toekomstige groei. “Onze focus ligt nu meer op markten als Amerika en Canada”, vertelt Ward Demyttenaere. “We overwegen zelfs een afdeling in de Verenigde Staten te openen, wat samenhangt met potentiële obstakels zoals importheffingen, al is dat nog geen concreet plan. De vraag naar wat wij aanbieden, is daar echter groot.”

Daarnaast stipt de CEO van Construx aan dat ook Europa kansen biedt. “In Oost-Europa zien we veel beweging dankzij Europese subsidies”, zegt hij. “Op die manier kunnen we daar projecten realiseren die anders financieel niet haalbaar zouden zijn. Langzaam maar zeker timmeren we internationaal aan de weg, met als ambitie een jaarlijkse groei van 10 procent. In Duitsland zijn we al stevig verankerd. In de komende jaren willen we dat succes ook elders uitbreiden.”

‘We willen de Duitse cultuur niet veranderen’

Construx bevindt zich met zijn Duitse activiteiten in de nabijheid van Stuttgart, het epicentrum van de Duitse auto-industrie. Co-CEO Ward Demyttenaere koppelt de crisis in de autosector aan de arbeidsmarkt. “Voorheen was het voor veel Duitsers een droom voor BMW of Audi te werken. Nu die industrie klappen krijgt, zien velen in dat een dynamische kmo met concrete toekomstperspectieven ook een uitstekende keuze is. Dat maakt het voor ons vrij eenvoudig hier bijkomende mensen aan te werven, anders dan in België.”

Vanuit die vaststelling beklemtoont Construx dat het de cultuurverschillen als de grootste uitdaging heeft ervaren bij de opstart in Duitsland. “De Duitse werkcultuur is strikt en formeel. Alles is gereguleerd, van fiscale controles tot omgangsvormen. Dat botst soms met onze informelere en flexibele Belgische aanpak.” Om een werkbare balans te vinden, focust Construx op het overbrengen van zijn eigen kernwaarden, zoals vertrouwen en flexibiliteit. “We willen de Duitse cultuur niet veranderen, maar de spirit van ons bedrijf introduceren”, zegt Ward Demyttenaere. “We kijken vooruit en denken aan oplossingen. We geven ruimte en vertrouwen aan onze medewerkers.” Ook symbolische aanpassingen dragen daaraan bij. Zo worden de leden van het management aangesproken bij de voornaam en blijven de deuren van kantoorruimtes openstaan.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content