‘Onze circusformule kent geen concurrentie’
Sinds 1999 verovert Circus Picolini de harten van schoolkinderen. Samen met het jonge grut bouwen Dennis en Eef Hartmann wekelijks een circusvoorstelling op die de leerlingen in het weekend voorstellen aan hun ouders en vrienden. Het klassieke circus daarentegen krijgt het steeds moeilijker om te overleven.
Twee jaar geleden: een rondreizend tentcircus strijkt neer in onze gemeente. Een traditioneel circus met een opeenvolging van nummers, aan elkaar gepraat door de circusdirecteur. De stereotiepe acts vertonen nauwelijks een spanningsboog, de clowns zijn niet grappig en de popcorn is peperduur. Zelfs de verbeelding van mijn kinderen wordt nauwelijks geprikkeld. Ik zie vooral een circus dat niet meer mee is met zijn tijd, en een halflege tent. Het traditionele circus beleefde vooral in de negentiende eeuw en de eerste helft van de twintigste eeuw zijn hoogdagen in België. In 2013 vechten ze — ze zijn op twee handen te tellen — om te overleven.
Twee maanden geleden: circus Picolini strijkt neer in Breendonk, vlak bij basisschool Klavertjevier. Dit piepkleine, familiale circus is één gezin groot: de familie Hartmann. We worden hartelijk ontvangen door Dennis Hartmann en Eef Truyens in het heiligdom van de circusartiest: de woonwagen. Jack en Luna, de twee hondjes, genieten nog even van de rust, vanavond treden ze mee op in de blauw-rode circustent. Tijdens het interview waaien ook Klaas (9) en Juul (7) aan, de twee zonen uit een vorige relatie van Dennis. In het weekend werken ze mee in het circus en vertonen ze hun kunstjes. De jongste telg, Amélie (9 maanden), lacht ons toe in een rood circuspakje met goudkleurige manchetknopen.
Dennis Hartmann erfde de circusmicrobe van zijn grootouders en ouders. Zijn ouders begonnen in 1996 met een eigen circus in België: circus Picolini. “Daarvoor trad ik als artiest op in andere circussen, net als mijn opa vroeger.” De moeder van Dennis zag snel brood in een samenwerking tussen hun circus en Vlaamse scholen. “Circus Ronaldo organiseerde circuszomerkampen voor de Bond van Grote en Jonge Gezinnen. In 1998 namen wij de fakkel over van circus Ronaldo.” Tijdens de kampen kwam circus Picolini in contact met leerkrachten, en zoetjesaan groeide het plan om structureel samen te werken met scholen. Hun concept is eenvoudig: samen met leerlingen en leerkrachten een circusvoorstelling opbouwen. Het resultaat stellen alle leerlingen in het weekend tijdens het schoolfeest aan hun ouders en vrienden voor. “Ons eerste schoolproject startte in 1999, twee jaar later waren we al volgeboekt. Sindsdien doen we alleen nog scholen.”
Liefde in het circus
Dennis maakt contact met de scholen en bezoekt die drie keer voordat de circusweek start. Tijdens die animaties leren de kinderen al jongleren en spelen met de diabolo. “‘s Maandags komen wij in de school aan en stellen we samen met de kinderen en leerkrachten de tent op”, vertelt Eef Truyens. “Dinsdag en woensdag krijgen de kinderen lessen over het leven in een circus en werken we samen aan de voorstelling. Op donderdag repeteren we een laatste keer. Vrijdag en zaterdag zijn de grote dagen: dan worden de nieuwe kunstjes getoond.” Haar ervaring als leerkracht komt Eef goed van pas, niet alleen om de leerlingen, maar nog meer om de leerkrachten en de directeurs te managen. “Soms kunnen ze de regie moeilijk uit handen geven. (monkellachje) En onder de directeurs heb je verschillende types. Na een tijd weet je hoe je elk type moet aanpakken.”
In een niet zo ver verleden was Eef juf in het zesde studiejaar van een basisschool in Geel, waar het circus kwam optreden. “Ik zette mee de tent op en vergat een EHBO-zakje in het circus.” De week erna keerde ze terug om het op te halen, de rest is geschiedenis. Na een jaar trad ze al mee op, twee jaar lang combineerde ze haar baan als juf met het helpen in het circus en pendelde ze heen en weer. “Toen zijn vaste medewerker stopte, heb ik de sprong gewaagd.” Het nomadenbestaan bevalt haar, al worstelt ze wel met het gebrek aan privacy. “Nu staan we bijvoorbeeld op een dorpsplein. Je komt buiten, en iedereen ziet je. Mensen zijn heel nieuwsgierig.”
Keihard werken
Bij circus Picolini klopt het plaatje. Dennis is de circusster, Eef de ideale begeleider van kinderen en leerkrachten. De scholen betalen een vast bedrag per voorstelling en halen hun inkomsten uit de verkoop van tickets, eten en drinken. Beide partijen tevreden. Al is het keihard werken, zeven dagen per week. Eef: “Na de laatste voorstelling verhuizen we meteen naar de volgende gemeente. Je hebt nauwelijks een dag om uit te blazen. In de zomer doen we circuskampen en in september bereiden we het nieuwe jaar voor en doen we kleine herstellingen aan de tent.” Extra personeel aanwerven is niet aan de orde. “Rijk zullen we er zeker niet van worden, maar we kunnen ervan leven. En we hebben geen concurrentie.”
Of Klaas, Juul of Amélie later ook voor het circus kiezen, is lang niet zeker. “Ze hebben zo veel keuzemogelijkheden nu”, is Eef realistisch. “Je kunt ze nooit dwingen, we zien wel als het zover is. Klaas en Juul verblijven afwisselend bij hun moeder en bij ons, Amélie zal waarschijnlijk op internaat moeten vanaf de lagere school. In andere landen komen leerkrachten naar het circus om les te geven, in België niet.”
Hoe zien ze de toekomst van het circus en de circusartiest? Dennis wikt en weegt zijn woorden, zijn oom en papa werken bij circus Pipo, een traditioneel circus: “Je kunt er niet omheen dat klassieke circussen lastige tijden beleven. Maar je ziet ook nieuwe compagnieën die focussen op dans en theater, optreden in zalen en samenwerken met culturele centra, zoals circus Ronaldo. Ik zou zelf geen traditioneel circus meer opstarten.”
18 uur. De lichten in de circustent gaan uit, de magie begint. De schoolkinderen leven al weken toe naar de grote dag. Ouders en grootouders kijken reikhalzend uit naar de kunstjes van hun oogappels. Eef presenteert, de schoolkinderen stelen de show, Juul en Klaas staan achter de deejaytafel en treden mee op. Kleine Amélie klapt ritmisch mee vanuit de Maxi-Cosi. De aaibaarheidsfactor van de familie Hartmann is groot. En de succesformule is crisisbestendig: een ode aan de verbeelding waarin schoolkinderen zich — al is het maar voor even — echte artiesten wanen.
SAM DE KEGEL, FOTOGRAFIE STIJN PIETERS
“Nieuwe compagnieën focussen op dans en theater, treden op in zalen en werken samen met culturele centra”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier