Ondernemer Hassan Al Hilou over diversiteit: ‘Ik wil jongeren niet doodknuffelen’

Hassan Al Hilou © Johan Lampens
Wim Ver Elst Redacteur bij Trends

Als kind sliep Hassan Al Hilou in een studio vol schimmel en in de kou op de grond. Op zijn vijftiende werd hij ondernemer. In een boek legt hij uit hoe iedereen de ondernemer van zijn eigen leven kan worden. “Overal in de bedrijven die ik binnenga, zie ik werknemers die zich vervelen.”

Dat hij beter wat kalmer zou zijn tijdens de les. Dat was de reactie van zijn leraar toen Hassan Al Hilou (20) hem het boek liet lezen dat hij had geschreven. Hij was nog maar twaalf, maar zijn hoofd zat vol ideeën over hoe hij de wereld beter kon maken. Zijn ouders waren uit Irak naar Nederland gevlucht voor het regime van Saddam Hoessein. Toen Hassan tien was, verhuisde het gezin naar Molenbeek. “Het was een boek tegen de economie en de politiek. Ik riep op: deel de welvaart”, zegt hij. “Ik vroeg me af: hoe komt het dat ik in de hoofdstad van Europa woon, en toch met vijf mensen in een studio vol schimmel en in de kou op de grond moet slapen? Dat begreep ik niet. Al noem ik het nu geen boek meer. Nu ik een echt boek heb geschreven, noem ik het liever een manifest.”

De scholen onderschatten de invloed die ze op hun leerlingen kunnen hebben

Uit dat boek, Ik ben Hassan, blijkt dat Al Hilou niet kalmer is geworden. De afwijzing van zijn leraar deed hem beseffen dat hij zijn talent zelf moest ontplooien. Op zijn vijftiende overtuigde hij de jury op een pitchdag van Start it @KBC van zijn idee om een digitaal platform op te richten waar jongeren meningen konden uitwisselen. “Die dag veranderde mijn blik op de wereld. Ik zette een stap naar een waardevol netwerk, dat niemand in de familie had”, blikt Al Hilou terug. YouthTalks bestond anderhalf jaar. “Ik genoot vooral van de spanning om een oplossing te vinden voor een probleem” vertelt hij. “Maar zodra het platform gelanceerd was, viel die spanning weg en wilde ik weer iets nieuws creëren.” Hij adviseert bedrijven over de winst die ze kunnen boeken als ze oog hebben voor diversiteit, en hij werd een veelgevraagd keynotespreker. Dat combineert hij met zijn studie innovatiemanagement aan de Erasmushogeschool Brussel, waar hij dit jaar afstudeert. Begin 2018 zette hij met CD&V-belofte Youssef Kobo de schouders onder A Seat at the Table – “een uitgelopen vrijwilligerswerk”, noemt Al Hilou het zelf. Het initiatief wil een talentincubator zijn: het brengt minder kansrijke jongeren van 15 tot 35 jaar die zich willen ontwikkelen in contact met topmensen uit de bedrijfswereld en de politieke wereld. “Ik benut mijn netwerk om anderen te helpen groeien”, legt hij uit. “Ik vervul daarmee mijn maatschappelijke plicht.”

U hebt veel ellende meegemaakt. Twee ooms werden levend begraven onder het regime van Saddam Hoessein. U hebt armoede gekend. Daar kon u toch beschadigd uitkomen?

HASSAN AL HILOU. “Ja, ik had in verdriet kunnen verzinken. Maar de ellende die ik in mijn kindertijd heb gezien, heeft me gevormd tot de positieve persoon die ik vandaag ben. Ik besefte al jong dat ik me zelf naar een hoger niveau moest tillen. Aan het einde van het schooljaar zei mijn moeder: ‘Hassan, je hebt twee maanden zomervakantie, zoek maar uit wat je doet.’ Ik heb het uitgezocht: ik ging elke dag naar de bibliotheek om kennis te absorberen, om op termijn uit de armoede te raken. Dat is me gelukt. In mijn boek deel ik mijn individuele verhaal. Ik spreek niet in naam van anderen of ik leg niet uit wat anderen moeten doen. Ik hoop wel dat mijn verhaal het vuur in andere mensen wakker kan maken.”

HASSAN AL HILOU
HASSAN AL HILOU “Multinationals hebben geen probleem met diversiteit.”© JONAS LAMPENS

U wilt niet gezegd hebben dat u kansarm was.

AL HILOU. “In Europa is iederéén kansrijk. Maar de omgeving waar je opgroeit, bepaalt hoe snel je je kansen kan benutten. De jongeren die we met A Seat at the Table begeleiden, missen een netwerk. Wij bieden hen dat aan, zodat ze toegang krijgen tot kansen. De grootste groep zijn studenten, de anderen zijn young professionals die zijn afgestudeerd of al werken, maar een stap hoger willen zetten. We nemen hen niet bij het handje, we brengen die groepen bij elkaar, zodat ze elkaar kunnen inspireren. We brengen hen ook in contact met bedrijfsleiders, we stimuleren jongeren die willen ondernemen en we bieden studentenjobs of stages aan (bijvoorbeeld bij het advocatenkantoor Eubelius en Flanders Investment & Trade, nvdr). Daarna is het aan hen om het initiatief te nemen. Het is fascinerend om te zien dat velen vrienden zijn geworden en projecten creëren met elkaar.”

Mensen zeggen soms dat ik genuanceerder moet zijn. Maar ik wil jongeren niet doodknuffelen. Ik ben streng, maar met liefde

Richt u zich vooral tot jongeren met een migratieachtergrond?

AL HILOU. “De meeste jongeren komen uit een arme omgeving. Ze zijn cultureel heel divers, er zijn ook autochtone Belgen bij. Iedereen is welkom, maar je moet de moed hebben om je leven in handen te pakken. Niemand hoeft te betalen.”

Vervullen de scholen hun rol als talentincubator dan niet?

AL HILOU. “Nee ( schudt nadrukkelijk het hoofd). De scholen zouden talent centraal moeten stellen, maar dat doen ze niet. Ze onderschatten de invloed die ze op hun leerlingen kunnen hebben. Leraars hebben geen tijd om bezig te zijn met de talenten van hun leerlingen, ze kunnen enkel bezig zijn met de leerstof die ze er moeten doorjagen. Het is aan de leerlingen om zelf hun talent te ontdekken en te ontwikkelen, in een buitenschoolse activiteit of tijdens een stage. Spijtig! Ik verveelde me op school. Ik wist dat ik meer in me had en zocht een ladder om omhoog te klimmen. Dat vond ik in het ondernemerschap. Ik heb er geen spijt van dat ik studeren heb gecombineerd met het ontwikkelen van mijn passie.

“Passie wordt niet alleen onderbenut in het onderwijs. Overal in de bedrijven en de instellingen die ik binnenga, zie ik werknemers die zich vervelen. Ze worden niet uitgedaagd, ze zijn een radertje in een productiemachine. Met mijn boek wil ik duidelijk maken dat iedereen de ondernemer van zijn eigen leven kan worden, ook als hij vertrekt vanuit de moeilijkste omstandigheden. Maar je moet dat al vroeg wakker schudden.”

De regeringen in dit land willen dat de werkzaamheidsgraad omhooggaat. Als u gelijk hebt, kan dat geen probleem zijn, want dan barst België van het talent.

AL HILOU. “België bárst ook van het talent. En er zijn meerdere soorten talent. Voetbaltalent wordt al erkend. Maar er is ook ondernemerstalent en kennistalent. Laten we hen meer aanmoedigen, laten we hen meer uitdagen. Op het World Economic Forum in Davos zei Sundar Pichai, de CEO van Google, over zijn bezoek aan Molenbeek dat daar de talenten zitten die zijn bedrijf nodig heeft (Pichai bezocht vorige maand de codeerschool MolenGeek in Molenbeek, nvdr). Maar probeer dat maar aan de politiek te verkopen. Je haalt er geen stemmen mee.”

Veel mensen met allochtone roots stoten op discriminatie op de arbeidsmarkt. Herkent u dat?

AL HILOU. “Ik kan niet uit ervaring spreken over racisme op de werkvloer, omdat ik zelf nog niet op de werkvloer heb gestaan. Maar cijfers en onderzoeken bevestigen telkens weer dat discriminatie een realiteit is. Toen ik een paar weken geleden in een middelbare school ging spreken, zei een jongen: ‘Hassan, ik voel dat mijn stageaanvragen altijd worden afgewezen. Wat kan ik doen?’ Ik antwoordde: ‘Als je wordt afgewezen, richt je dan op een plaats waar je niet wordt geweigerd. Of start je eigen onderneming. Of ga naar het buitenland en keer dan terug. Ik kan jou empathie en medelijden schenken, waardoor je vannacht goed slaapt, maar wat ben je daar morgen mee? Onderneem zelf actie.’ Mensen zeggen soms dat ik genuanceerder moet zijn. Maar ik wil jongeren niet doodknuffelen. Ik ben streng, maar met liefde.”

Er wordt gezegd: jongeren met meerdere identiteiten hebben een identiteitscrisis. Ik spreek van een identiteitspotentieel

Jongeren moeten niet gelaten afwachten tot er praktijktesten tegen discriminatie komen, maar zelfredzaam zijn?

AL HILOU. “Als een kind niet wil luisteren en het blijft niet luisteren, dan is het de verdomde plicht van de ouders om het op zijn plaats te zetten. Van de overheid mag je hetzelfde verwachten.”

Allochtone werkzoekenden stoten nog op andere barrières, zoals een gebrek aan de juiste vaardigheden, een ontoereikende talenkennis en de moeizame administratieve erkenning van buitenlandse diploma’s. Daar heeft u geen vat op. Moet u niet in de politiek gaan om daar iets aan te doen?

AL HILOU. “Zou jij op mij stemmen? ( lacht uitbundig) De politiek is een heel zwaar engagement. Ik waardeer politici, ze zijn de genezers van de maatschappij. Maar een klein deel dat de rest overschaduwt, zijn vandaag de verziekers van de maatschappij. Er stromen mooie talenten binnen in de politiek. Ik wens hen veel succes. Mijn passie blijft het ondernemerschap.”

In uw boek gaat u nauwelijks in op de toenemende sfeer van polarisatie over mensen met een migratieachtergrond. Daar kiest u bewust voor?

AL HILOU. “Die polarisatie is een open haard. Hoe meer hout je erin gooit, hoe groter het vuur wordt. Ik wil er geen hout bijgooien, ik wil dat het vuur uitdooft. Daarom praat ik er weinig over.”

Tegen de ‘Twitter-filosofen’ zegt u: roep niet dat er zaken fout gaan, maar engageer je. U zit daarom in de raad van bestuur van een school in Molenbeek.

AL HILOU. “Twitter-filosofen, staat dat in mijn boek? Oké ( lacht). We hebben generalisten nodig die een zo breed mogelijke kennis hebben. Maar veel mensen zijn geen generalisten, maar denken dat ze expert zijn in alles. Het verzwakt het debat dat zo veel mensen zich ermee willen bemoeien. Iedereen is uniek, iedereen heeft een eigen vingerafdruk. Niemand heeft het recht een ander met de vinger te wijzen als ze niet weten wie die persoon is en wat hij heeft meegemaakt.

“Zo veel zaken worden negatief geframed, terwijl je ze ook positief kunt bekijken. Telkens als ik iets negatiefs hoor zeggen over een gemeenschap, reageer ik met positieve voorbeelden over die gemeenschap. Er wordt gezegd: jongeren met meerdere identiteiten hebben een identiteitscrisis. Ik denk dat veel diverse jongeren inderdaad zoekend zijn. Maar wie is niet zoekend in zijn leven? Van mensen die in hun professionele carrière op zoek zijn, zeggen we toch ook niet dat ze in een professionele crisis zitten? Ik spreek niet van een identiteitscrisis, maar van een identiteitspotentieel.”

Heeft het voordelen op te groeien in een diverse omgeving?

AL HILOU. “Jongeren die opgroeien in meerdere culturen, kunnen goed schakelen met codes. Ze gedragen zich thuis anders dan op straat, op school of in een bedrijf. Ze passen zich snel aan een omgeving aan. Ik beschouw dat als positief. Dat hebben andere jongeren niet.”

Bedrijven die blind blijven voor diversiteit is hetzelfde lot beschoren als bedrijven die blind blijven voor de digitalisering: ze werken zich naar de uitgang, schrijft u. Wat hebben diversiteit en digitalisering met elkaar te maken?

AL HILOU. “De digitalisering is cultureel blind. Veel fysieke kledingwinkels verkopen bijvoorbeeld geen kleding voor diverse mensen. Ze zijn bang dat ze dan als ‘moslimwinkel’ gelabeld worden. Die mensen kopen hun kleding dan maar online in het buitenland. Bedrijven moeten dus zoeken hoe ze die diverse gemeenschappen kunnen bereiken. De ondernemingen die daarin slagen, hebben er veel bij te winnen.”

Nochtans gelooft u niet in etnomarketing.

AL HILOU. “Etnomarketing richt zich op één etnische groep. Maar in tijden dat mensen meerdere identiteiten hebben, geloof ik meer in inclusieve marketing. Ik geef een voorbeeld: in muntthee doe je veel meer suiker dan in gewone koffie. Tiense Suikerraffinaderij lanceerde daarom een klontje waarin vijftien keer meer suiker zit dan in een gewoon klontje (het product heet Shukr, Al Hilou was lid van de adviesraad van Tiense Suikerraffinaderij, nvdr). Het werd de ‘moslimsuiker’ genoemd, maar het heeft niets met moslims te maken, want een autochtone Belg die een beetje een zoetbek is, kan nu ook een zoetere suiker kopen. Etnomarketing is de voorloper van de inclusieve marketing, die breder gaat.”

Hebben grote bedrijven een voorsprong in de inclusieve economie?

AL HILOU. “Multinationals hebben geen probleem met diversiteit. Kijk naar Google en Facebook: zij blijven groeien, omdat hun werknemers én hun klanten divers zijn. Kleine bedrijven die digitaal de boot hebben gemist, dreigen ook deze boot te missen. Nochtans hoef je geen dure investeringen te doen. Onlangs sprak ik voor bedrijfsleiders van kmo’s bij Unizo. Ik raadde hen aan te praten met hun buren. In elke gemeente wonen diverse mensen. Ga in gesprek en vraag hen wat zij van jou verwachten.”

Hassan Al Hilou
Hassan Al Hilou© Jonas Lampens

Hassan Al Hilou, Ik ben Hassan. Ondernemer van mijn eigen leven, Pelckmans Pro, 125 blz., 25 euro

Bio

· Geboren in 1999 in Vlaardingen

· 2015 Oprichter onlineforum YouthTalks

· 2016 Oprichter voetbalclub FC Jorez Sport in Anderlecht

· 2018 Medeoprichter A Seat at the Table

· Strategisch adviseur en keynotespreker, onder meer voor Deloitte, Besix, AXA, ING, Voka, Unizo, Decathlon, Randstad, Familiehulp, VUB, Eurocontrol, Google en Open Vld

· Bachelorstudent innovatiemanagement Erasmushogeschool Brussel

‘Ik kon eindelijk dromen waarmaken’

Ook Hassan Al Hilou behoort tot het kransje ondernemers die zich aan het voetbal hebben gewaagd. Al deed hij het op een aparte manier. Hij richtte een voetbalclub op, FC Jorez Sport. “Op mijn zestiende had ik mijn eerste centen”, vertelt hij. “Ik kon eindelijk dromen waarmaken. Toen ik twaalf was, had ik dat manifest geschreven. Ik wilde consequent zijn en dat geld investeren in andere jongeren. Ik nodigde de jeugdleiders van Clemenceau (het metrostation aan de Jorezstraat in Anderlecht, nvdr) uit in mijn bedrijf ( glimlacht). Die buurt was berucht als de gevaarlijkste wijk van België. Ik zei: ‘Ik wil iets doen voor jullie, want ik geloof in het talent van die jongeren. Het is aan jullie om een structuur uit te werken en het leiderschap op te nemen.’ Dat werd een voetbalclub.”

“De jongeren kregen alles gratis. Het enige wat we wilden, was dat ze kwamen opdagen. In plaats dat ze zich op straat verveelden, kwamen ze elke avond trainen en praatten ze over de wedstrijd. Maar wat meer was: ze werden ondernemers. Ze moesten verplaatsingen organiseren, ze moesten berekenen hoeveel broodjes ze bij de bakker moesten halen.” Twee jaar geleden is Al Hilou uit de club gestapt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content