Nieuwe Ontex-CEO start met beleggersvertrouwen onder nul
De nieuwe CEO van Ontex, Esther Berrozpe, stelt in een interview met Trends dat ze een vechter is. Die eigenschap zal van pas komen. Ze zal onder meer moeten vechten om het vertrouwen van het beleggerspubliek terug te winnen.
Danny Reweghs
Het beleggersvertrouwen is onder nul gezakt na de bekendmaking van de jaarcijfers en de vrij povere vooruitzichten voor het eerste kwartaal van 2021. In reactie ging de koers naar een diepterecord sinds de herintroductie op de beurs in 2014. Op enig krediet van de beleggers moet CEO Esther Berrozpe vooraf dus al niet rekenen. De cijfers van de toonaangevende producent van hygiëne-oplossingen voor baby’s (luiers), vrouwen (tampons) en senioren (incontinentieproducten) weken nochtans niet echt af van de laaggespannen analistenconsensus.
De Baskische Berrozpe weet natuurlijk waar ze aan begint, want ze is onafhankelijk bestuurster bij Ontex sinds 2019. Het beleggersvertrouwen zit onder nul, de schuldpositie is hoog, het marktaandeel gaat meer en meer verloren, het contact met de klant is verminderd, de portfolio zit niet in goed in elkaar (verkoop van overnames in Mexico en Brazilië?), enzovoort.
Sterk wisselkoerseffect
De vergelijkbare omzet ging er in het vierde kwartaal met 3,7 procent op achteruit tot 570,8 miljoen euro (592,6 miljoen euro in vierde kwartaal van 2019). Op basis van de gerapporteerde omzet is er bij de Oost-Vlaamse groep een achteruitgang met 11,3 procent tot 525,5 miljoen euro. Dat cijfer ligt in lijn met de gemiddelde analistenverwachting van 523 miljoen euro. Over het volledige boekjaar bekeken bleef de daling van de vergelijkbare omzet beperkt tot 3,1 procent. In termen van de gerapporteerde omzet is er een afname van 8,5 procent, van 2,28 naar 2,09 miljard euro. Dat ligt in lijn met de gemiddelde analistenverwachting van 2,085 miljard euro. Daar zit voor 130 miljoen euro aan omzetverlies door negatieve wisselkoersschommelingen in.
Er bleef ook in het laatste kwartaal een heel groot verschil in de ontwikkeling van de rebitda (bedrijfskasstroom uit gewone bedrijfsactiviteiten) tegen constante wisselkoersen of gerapporteerd. Tegen constante wisselkoersen is er toename met 7,3 procent (van 72,7 naar 78,0 miljoen euro) of een stijging van de rebitda-marge (rebitda/omzet) van 12,3 naar 13,7 procent. Maar als we rekening houden met de wisselkoersverliezen, zitten we met een verlies van liefst 27,8 procent (van 72,7 naar 52,5 miljoen euro versus een analistenconsensus van 52,7 miljoen euro). Dat houdt een daling van de rebitda-marge van 12,3 procent naar 10,0 procent in (analistenconsensus 10,1%). Voor 2020 is er ten opzichte van 2019 sprake van een toename in de rebitda-marge van 10,7 naar 11,3 procent en zelfs naar 14,0 procent als we geen rekening houden met de -74 miljoen euro aan wisselkoerseffecten.
De nettowinst bedroeg 54,0 miljoen euro of 0,67 euro per aandeel. Het recurrente (zonder eenmalige elementen) nettoresultaat kwam uit op 81,6 miljoen euro of 1,01 euro per aandeel. De nettoschuld bedroeg eind december 847,6 miljoen euro (tegenover 861,3 miljoen euro eind 2019) of een schuldgraad (netto financiële schuld/rebitda) van 3,6 keer (was 3,51 keer eind 2019).
Wellicht geen dividend
Het management nam nog geen beslissing over het dividend, maar we gaan ervan uit dat er geen dividend komt over het boekjaar 2020. Temeer daar de vooruitzichten voor het eerste kwartaal weinig rooskleurig zijn met een verwachting van een ruim 10 procent lagere vergelijkbare omzet en pas een omzetherstel vanaf het tweede kwartaal. Analisten en beleggers wachten met ongeduld op concrete plannen van de topvrouw over hoe en wanneer ze dat allemaal ziet om te keren.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier