Iedere maand stellen we een wetenschapper voor wiens werk belangrijk kan worden voor de economie. Hoewel hij voor zijn doctoraat naar Texas trok, is Patrik Verstreken een van die mensen die het hersenonderzoek in Vlaanderen internationaal op de kaart hebben gezet.
Waarom moet u die onderzoeker kennen?
De onderzoeksgroep van Patrik Verstreken (47) was in 2019 een van de negen uitverkoren teams in het Neurodegeneration Challenge Network. Dat is opgericht door het Zuckerberg Chan Initiative, het vehikel voor goede doelen van Facebook-eigenaar Mark Zuckerberg en zijn vrouw Priscilla Chan. Een injectie van bijna 1 miljoen euro moet helpen om Verstrekens onderzoek naar de ziekte van Parkinson te financieren. Het geld gaat naar een project waarvoor Verstreken hersencellen op een door imec ontwikkelde microchip zet, om nieuwe geneesmiddelen uit te testen.
Verstreken is een van onze vooraanstaande hersenonderzoekers. In het onderzoek naar dementie bereikte zijn onderzoeksgroep begin dit jaar een belangrijke mijlpaal. Ze slaagde erin bij muizen de schadelijke effecten van tau-eiwitophopingen in de hersenen om te keren. Die ophopingen hinderen de normale werking van de hersenen.
Waarover gaat zijn onderzoek?
Tegenwoordig is Verstreken directeur van het VIB-KU Leuven Centrum voor Hersenonderzoek. In dat centrum werken 350 wetenschappers in vijftien onderzoeksgroepen. Verstreken leidt zelf een van die vijftien onderzoeksgroepen. De rode draad in zijn onderzoek is de vraag hoe de communicatie tussen de hersencellen foutloopt bij ziekten zoals parkinson en alzheimer.
Verstreken kreeg het onderzoeksvirus niet via het normale traject te pakken. Toen hij tijdens zijn studie bio-ingenieur aan de VUB voor een zomercursus naar Houston trok, raakte hij gebeten door de onderzoeksmentaliteit daar. Dat is de reden waarom hij zijn doctoraat aan het Baylor College of Medicin in Houston deed. Hij werkte negen jaar in Texas. “Maar ik ben blij dat ik naar Vlaanderen ben teruggekeerd”, vertelt hij. “Hier hebben we de laatste vijftien jaar een centrum voor hersenonderzoek kunnen uitbouwen dat maar op weinig andere plaatsen in de wereld mogelijk zou zijn.”
Is hij internationaal gerenommeerd?
De internationale erkenning van Verstrekens onderzoek blijkt onder meer uit de financiering ervan. Behalve het Zuckerberg Chan Initiative behoren nog verscheidene andere private donoren tot de geldschieters, en uiteraard is er ook de publieke financiering. “Mijn lab heeft altijd een substantiële ondersteuning van de Europese Unie ontvangen”, vertelt hij. “In het begin de Marie Curie Excellence Grant en daarna diverse beurzen van de European Research Council.”
Verstreken vindt internationaal rekruteren cruciaal. “De diversiteit verhogen brengt nieuwe kennis mee en vergroot ons netwerk”, zegt hij. “Soms is die internationalisering ook onvermijdelijk: de juiste kennis is lokaal niet altijd aanwezig. Ik heb geen problemen met Belgische postdocs, ik ga gewoon altijd op zoek naar het grootste talent.”
Zijn er economische toepassingen?
In het alzheimeronderzoek is de zoektocht naar een geneesmiddel al begonnen. Een start-up staat in de steigers. “Maar ons onderzoek zit nog in de preklinische fase”, zegt Verstreken. “Ik vind het wel belangrijk om open te staan voor toepassingen van ons onderzoek, maar net zo goed benadruk ik graag dat we het basisonderzoek niet uit het oog mogen verliezen. Door uitsluitend in te zetten op translationeel en toegepast onderzoek leg je de basis stil. Dat is nefast. Fundamenteel onderzoek is geen ijle wetenschap, kennis genereren is ook een toepassing.”
Waar komt de inspiratie vandaan?
Verstreken drijft op de interactie met collega’s, houdt ervan ideeën uit te wisselen en onontgonnen terrein in het hersenonderzoek te verkennen. De belangrijkste drijfveer ligt echter in een reële medische behoefte. Miljoenen mensen lijden aan neurodegeneratieve ziekten, en er zijn geen geneesmiddelen tegen. “Er zijn evenveel mensen die aan een neurodegeneratieve ziekte lijden als er kankerpatiënten zijn, maar het aantal klinische trials met mogelijke therapieën is veel beperkter.”