Miles Ahead haalt 10 miljoen extra op om te investeren in prille start-ups
Miles Ahead is ambitieus. Zijn eerste investeringsfonds is nog maar pas afgesloten op 30 miljoen euro, of het droomt al hardop van het volgende fonds. Miles Ahead kijkt voor zijn investeringen echt naar het team. “Een jazzband en een start-up hebben meer gemeen dan je op het eerste gezicht zou denken.”
In hartje Gent gaan de kantoren van Miles Ahead schuil achter een anonieme witte façade, op wandelafstand van de technologietempel Wintercircus, waar een hoop jonge talenten en start-ups zijn verzameld. Laat dat net de doelgroep van het investeringsfonds zijn, dat zich specialiseert in early stage investments.
Het concept ‘vroege investering’ interpreteert het fonds heel eng. De start-ups moeten wel een uitstekend idee hebben, maar het concept mag nog in zijn kinderschoenen staan. Het bedrijfje hoeft dus geen omzet te draaien, mag nog geen of slechts een beperkt kapitaal hebben opgehaald en nog alle aandelen grotendeels zelf in handen hebben. Dankzij een eerste kapitaalinjectie van Miles Ahead konden het healthechbedrijf TIRO.health, het designplatform Weavely, het hr-platform TalentGuide, het bouwtechbedrijf AUAR, het dataconnectivitybedrijf Sealution en het sportdataplatform MyGamePlan uit de startblokken schieten.
De durfinvesteerder wil nog meer start-ups in België en de omringende landen ondersteunen, en grotere of bijkomende investeringen doen. Om dat financieel rond te krijgen heeft Miles Ahead in de finale ronde van zijn eerste fonds 10 miljoen euro extra opgehaald. Het totaalbedrag van Miles Ahead Capital I tikt zo af op 30 miljoen euro. Dat geld zal behalve voor investeringen in start-ups ook worden gebruikt om de eigen werking en het team uit te breiden.
Zowel bestaande als nieuwe investeerders voorzien in het kapitaal. Het federale investeringsvehikel Sfpim herbevestigt zijn steun en krijgt de denkgroep COI naast zich. Daarnaast pompen een rist techondernemers – onder wie Jan Delaere en andere partners van de ICT-consultant Delaware, Steve Rousseau en Helena Brutsaert – en familyoffices geld in het fonds.
Deep tech
Miles Ahead werd twee jaar geleden opgericht door Luc Burgelman en Wim De Waele. Burgelman studeerde artificiële intelligentie (AI) toen dat begrip voor het grote publiek nog onbekend was en ontpopte zich tot serieondernemer. Hij richtte vijf bedrijven op die allemaal internationaal succes hebben geboekt, waaronder het beursgenoteerde IT-dienstenbedrijf Porthus. Wim De Waele was actief in bedrijven als i2 Technologies en werd nadien CEO van het onderzoeksinstituut iMinds, waar hij het acceleratorprogramma iStart lanceerde. Een jaar geleden kwam Nele Van Ginneken bij het team als general manager. Ze bracht een pak internationale ervaring mee, na een carrière bij onder meer het consultancybedrijf Bain & Company, waar ze zich specialiseerde in talentontwikkeling en het bouwen van managementteams.
‘Een starter werkt bottom-up van zijn product tot de verkoop. Eigenlijk moet je omgekeerd rekenen’
Luc Burgelman,
Miles Ahead
Het investeringsfonds spitst zich toe op start-ups die werken rond deep tech en AI. “Wij definiëren deep tech als de combinatie van standaard-AI, toegepast in een complex of specifiek domein met andere technologie, zoals robotica”, zegt Burgelman. “Zo ontstaan hybride oplossingen voor verschillende sectoren als de bouw, gezondheidszorg of hr. Deep tech is een grote markt. AI ontwikkelt zich in een hoog tempo, maar de mogelijkheden zijn eindeloos.”
600.000 euro
Het team van Miles Ahead heeft basiscriteria opgesteld waaraan starters moeten voldoen om op de radar van het fonds te komen. Zo moeten de start-ups actief zijn in business-to-business software-as-a-service en moet er een link zijn met duurzaamheid in de breedste zin van het woord. Miles Ahead wil ook als leidende investeerder aan boord kunnen komen, zodat de stichters bij een eventuele serie A-kapitaalronde nog minstens de helft van de aandelen in handen hebben. Daarenboven moet het bedrijf groeipotentieel hebben, ook internationaal. Van de vierhonderd dossiers die Miles Ahead jaarlijks screent, investeert het slechts in vier bedrijven. Een eerste ticket van het investeringsfonds bedraagt doorgaans 600.000 euro. Dat bedrag wordt in twee schijven uitbetaald: bij de start van de samenwerking en als een aantal doelen zijn gehaald.
Studiomodel
Investeren in een prille fase brengt ook risico’s met zich. Twee slimme mensen kunnen in drie maanden tijd een goed product maken, maar 90 procent van het werk bestaat erin het product te verkopen en een marktstrategie uit te werken. Dat hebben starters vaak nog nooit gedaan. “Een starter werkt bottom-up van zijn product tot de verkoop”, zegt Burgelman. “Eigenlijk moet je omgekeerd rekenen. Wij zeggen dan: ‘Als je zo voortdoet, zal het nog 53 jaar duren voor je 10 miljoen euro omzet haalt. Wat moet je vandaag doen om die omzet over vijf jaar al te halen?’”
Om zulke inzichten bij te brengen, profileert Miles Ahead zich ook expliciet als start-upstudio. Daar worden de starters ondersteund door het team, ieder vanuit hun expertise. Zo heeft Miles Ahead het voorbije jaar Ewout Meyns, een van de oprichters van PieSync en het Wintercircus, en de investeringsmanagers Ruben Gevaert en Pieter Lavens (ex-OCTO REEF) aan boord gehaald. “Je moet zelf in de loopgraven hebben gezeten en het gevoel kennen van die eerste bestuursvergadering, kapitaalronde en andere startmoeilijkheden”, stelt Burgelman.
Dankzij het studiomodel moeten de start-ups zich sneller kunnen ontwikkelen en groeien. Een traject dat normaal twee jaar duurt, kan dan met de helft van het geld en in de helft van de tijd worden doorlopen. Zo wordt een risicovolle investering meteen een stuk minder riskant en zal het rendement veel hoger liggen.
Eigen methodiek
Daarnaast is er in het studiomodel ook oog voor de complementariteit van het team. “Een jazzband en een start-up hebben meer gemeen dan je op het eerste gezicht zou denken”, zegt Burgelman. “Zoals een frontman weet dat zijn optreden pas succesvol is door het samenspel met de andere muzikanten, zo moet ook een foundersteam goed kunnen samenwerken. Onze naam is dan ook een verwijzing naar een plaat van de jazzlegende Miles Davis.”
Het is een publiek geheim in het ondernemerslandschap: starters mislukken meestal niet doordat het product niet goed genoeg is of er geen interesse van de markt is. De meeste start-ups die de handdoek in de ring moeten gooien, hebben een disfunctioneel managementteam. De bestaande tools leggen de nadruk op competenties, waarin wordt gevraagd naar voorbeelden en ervaring. Dat werkt niet voor het fonds dat zich focust op first time founders.
Als er een moment komt dat we hier allemaal in maatpak en stropdas rondlopen, mag je zeggen dat we er beter mee stoppen’
Luc Burgelman,
Miles Ahead
Daarom heeft het team van Miles Ahead zijn eigen methodiek ontwikkeld. Van Ginneken: “Omdat we met jonge en onervaren teams werken, bouwen we een framework rond de tandem van de CEO en de CTO. Zij moeten naast hun eigen vaardigheden ook enige overlap van kennis hebben. Bepaalde leemtes kunnen we opvullen met coachsessies of workshops. Andere – zoals een gebrek aan veerkracht – zijn een echte dealbreker.”
In de studio wordt het framework door het hele traject gebruikt. Bovendien helpt het om de teams objectief te beoordelen. In de helft van de portfoliobedrijven is een vrouwelijke leidinggevende aanwezig.
Tweede fonds
Het huidige fonds van Miles Ahead zal worden gebruikt om in nog eens twaalf start-ups te investeren. Toch wordt al hardop gedroomd van een tweede fonds dat drie keer zo groot moet zijn. Volgens Van Ginneken en Burgelman is het studiomodel perfect te kopiëren. In een ideaal scenario zou dat tweede fonds dan ook drie studio’s – ook in Londen en Amsterdam – kunnen ondersteunen om Miles Ahead internationaal op de kaart te zetten. Daarbij willen de oprichters er wel over waken om het huidige sentiment te bewaren en niet te evolueren tot een institutioneel fonds. “Je kunt het best start-ups begeleiden als je zelf nog een start-up bent”, aldus Burgelman. “Als er een moment komt dat we hier allemaal in maatpak en stropdas rondlopen, mag je zeggen dat we er beter mee stoppen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier