Mark Skilton, professor management en innovatie aan de Warwick Business School, gelooft niet dat de monsterboete voor Google veel verandert. Daarvoor raakt die zaak te veel aan de kern van het verdienmodel van het bedrijf.
Heeft Europa gelijk als het Google aanpakt?
MARK SKILTON. “Ik denk het wel, ook al verwijt president Donald Trump Europa dat het die boetes alleen maar gebruikt om Amerikaanse bedrijven te schaden. Google gebruikt zijn Android-besturingssysteem om ontwikkelaars zijn andere diensten op te leggen, en heeft zo bijvoorbeeld de doorbraak van Amazone Fire verhinderd.
“Ik heb niets tegen Google. Het heeft fantastische producten. Alleen is er geen gelijk speelveld. Het is niet fair voor nieuwkomers. De vraag is of andere bedrijven voet aan de grond kunnen krijgen. Het antwoord is neen. En een markt waar de winnaars met alle winst gaan lopen, is gewoon niet gezond. In de Verenigde Staten gaan velen daarmee akkoord.”
Zijn boetes de juiste manier om dat probleem aan te pakken?
SKILTON. “De vraag is of Google zijn gedrag gaat veranderen. Ik denk het niet. Het bedrijf haalt bijna al zijn inkomsten uit advertenties. En Google Play en Google Search zijn de diensten waar het de data vandaan haalt om die advertenties te verkopen. Het is dus de kern van hoe Google zijn geld verdient. Na het schandaal rond Cambridge Analytica riepen sommigen ook op dat Facebook moet stoppen met data te verkopen. Maar dat is gewoon zijn businessmodel.
“De diepere kwestie is waarom in Europa geen alternatieven ontstaan voor de Amerikaanse internetgiganten. China heeft met Tencent en Alibaba wel eigen reuzen. Europa is de grootste markt ter wereld, maar het blijft te veel een losse verzameling van landen. Het is te versplinterd. Regulering en boetes lijken daarom de enige opties. Europa moet meer inzetten op innovatie en samenwerking. Het moet gewoon beter worden in de ontwikkeling van eigen alternatieven. Het Europese ruimteagentschap ESA is een mooi voorbeeld van hoe Europa succesvol kan zijn.”
Wat met het argument van Google dat het net voor meer concurrentie zorgt en enkel zo populair is vanwege de kwaliteit van zijn diensten?
SKILTON. “Google haalt aan dat het met zijn zoekrobot doorverwijst naar duizenden andere producten en bedrijven. Dat is een vals argument. De vraag is of het anderen toelaat hetzelfde te doen. Ik moet een beetje opletten met sterke vergelijkingen, maar het is een beetje als een cipier die zegt dat alle gevangenen tevreden zijn. Google bekijkt het natuurlijk van zijn kant, maar het is duidelijk dat starters benadeeld zijn.”
Wat moet er gebeuren met die techgiganten? Opbreken?
SKILTON. “Dat is zeker een optie. Veel landen hebben dat in het verleden gedaan met hun telecomsector, en ik denk dat we hetzelfde moeten doen met het internet. Het probleem voor de 21ste eeuw wordt: hoe kunnen we een faire markt met veel keuze hebben, zonder dat die wordt gedomineerd door één of twee spelers. Daarvoor zullen bedrijven hun gedrag moeten veranderen. De kern van het probleem is niet of een bedrijf enkel soft- dan wel hardware maakt, maar wel hoe het zich gedraagt tegenover de rest van de markt.”
