Marie-Pierre Fauconnier (Sibelga): ‘We moeten de energietransitie demystifiëren’
Een jaar na haar aantreden komt Marie-Pierre Fauconnier naar buiten met haar plannen voor de Brusselse netbeheerder Sibelga. “Als we de uitdagingen coherent willen aanpakken, moet er een echt voluntarisme zijn, en de wil om samen te werken.”
Onze ambitie? Ervoor zorgen dat de energietransitie bij alle Brusselaars vorm krijgt, op de goedkoopst mogelijke manier.” Marie-Pierre Fauconnier leidt sinds een jaar Sibelga, de beheerder van het elektriciteits- en gasnet en de openbare verlichting in de negentien Brusselse gemeenten. Met zijn duizend medewerkers en 313 miljoen euro omzet is dat een kleiner broertje van het Vlaamse Fluvius, maar met zijn eigen uitdagingen en troeven.
Het aantreden van Fauconnier bij Sibelga was omstreden. Tot vorig najaar was ze de voorzitter van het directiecomité van de federale energieregulator CREG. Volgens de wet had een jaar tussen beide functies moeten zitten. De wet dateert echter van toen de CREG nog bevoegd was voor de tarieven van de netbeheerders, een taak die in 2014 is overgedragen aan de regionale regulatoren.
Fauconnier vertelt met veel passie over de nieuwe uitdaging. Bij Sibelga trok ze een jaar uit om een strategische visie uit te werken. Bij 400 werknemers polste ze naar de sterktes, zwaktes, opportuniteiten en bedreigingen. Collega-netwerkbedrijven, leveranciers, de Brusselse politiek en administratie, en een representatief staal van de Brusselse bevolking werden bevraagd. “Hun grootste drie bekommernissen waren dat we hen zouden begeleiden in de productie van hernieuwbare energie, in energie-efficiëntie en de verduurzaming van hun mobiliteit.”
Welke zijn uw doelstellingen?
MARIE-PIERRE FAUCONNIER. “Doelstellingen bepalen is een taak van de politieke wereld. Wij zorgen dat ze worden gehaald, zonder onze kernactiviteiten uit het oog te verliezen. Met onze kennis van elektriciteit en gas kunnen we nieuwe initiatieven bouwen. Dat zal geld kosten, maar niets doen zal nog meer kosten.
“Belangrijk is de energietransitie te demystifiëren. We moeten uitleggen hoe het werkt. We moeten ons gedrag aanpassen, maar Sibelga moet ook met concrete, betrouwbare oplossingen komen, die het comfort niet verminderen.
“We hebben met twee scholen proefprojecten opgestart rond ‘collectief zelfverbruik’. De scholen zijn uitgerust met zonnepanelen. Wanneer de school dicht is, kunnen de buren die productie verbruiken. Die gebruikers communiceren met elkaar, dus het project creëert sociale verbondenheid en het stimuleert lokaal verbruik en hernieuwbare energie. De buren krijgen voortaan twee facturen: een van hun normale leverancier en een met een gereduceerd tarief. Er zijn 118 wijken in Brussel. Dat worden tegen 2050 met elkaar verbonden energiegemeenschappen.”
Brussel is een moeilijke markt, met veel wanbetalers.
FAUCONNIER. “Dat is zo. De Koning Boudewijnstichting raamt dat bijna 20 procent van de Brusselaars in energie-armoede leeft. Daarom lanceren we een app, die informatie over het verbruik geeft. Nu schrikken sommigen als de jaarlijkse eindafrekening komt. We moeten hen sneller informeren, zodat ze, eventueel samen met het OCMW, actie kunnen ondernemen rond energie-efficiëntie.
“Sibelga is de sociale leverancier voor 0,5 procent van de bevolking. We schatten dat 10 procent in echte energie-armoede leeft, en nog eens 10 procent zelf het verbruik beperkt om de rekening te kunnen betalen. Wie bij ons terechtkomt, heeft meestal al bij verschillende leveranciers schulden opgebouwd. Als die mensen sneller bij ons aankloppen, zal dat hun persoonlijke situatie, maar ook de werking van de Brusselse markt verbeteren.”
Distributienetbeheerders krijgen veelal de zwartepiet toegeschoven als een van de oorzaken van de dure stroomfactuur.
FAUCONNIER. “We moeten waken over een betaalbare prijs. Distributienetbeheerders zijn goed voor ongeveer 30 procent van de elektriciteitsfactuur, maar de helft van onze kosten zijn openbaredienstverplichtingen, zoals de openbare verlichting of het beheer van de beschermde klanten. Tegelijk kennen mensen ons niet: in Brussel liggen duizenden kilometers elektriciteits- en gasleidingen. Het is zaak onze toegevoegde waarde te tonen, door mensen te helpen met energie-efficiëntie, mobiliteit, zonne-energie, enzovoort.”
U bent een jaar bij Sibelga. Wat hebt u al veranderd?
FAUCONNIER. “Ik denk dat ik de mensen hier een stuk context heb meegegeven. Sibelga is een mooi bedrijf, met veel kennis. Maar de wereld verandert en we moeten mee. Door de straatverlichting te dimmen tussen middernacht en 4 u ‘s ochtends kunnen we een derde energie besparen. Maar we kunnen diezelfde infrastructuur misschien ook gebruiken voor metingen van geluid, luchtkwaliteit, verkeersinfo, of gsm-antennes. Door onze activa dynamisch te beheren, verzamelen we ook veel data. Die kunnen we gebruiken om de flexibiliteit te vergroten. Met steeds meer hernieuwbare energie hebben we slimme netten nodig, om het evenwicht op het elektriciteitsnet (vraag en aanbod van stroom moeten altijd in evenwicht zijn, of er dreigt kortsluiting, nvdr) te regelen op lokaal niveau.
“Zulke zaken vergen ook aanpassingen bij onze mensen. We moeten niet alleen onze klanten, maar ook onze werknemers begeleiden. Vroeger volgde iedereen een beetje de technologie op, nu gebeurt dat procesmatig. Temeer omdat we niet zonder samenwerkingen kunnen met andere partners. De evolutie gaat te snel om zelf alle kennis in huis te kunnen hebben.”
U sprak over slimme netten. Wat zal dat betekenen voor de gemiddelde Brusselaar?
FAUCONNIER. “In onze visie is dat een instrument om de energiewijken van de toekomst te bouwen. Die zullen gebruikmaken van hernieuwbare energie, batterijen, mogelijk biogas en waterstof. Gebouwen zullen 100 procent passief moeten zijn, en de elektrische mobiliteit zal tegen 2050 ook gedeeltelijk dienen als opslag voor de energiebevoorrading. Dat zal niet voldoende zijn tijdens de winterpiek. Dan zullen wellicht offshorewindenergie en waterstof nodig zijn. Het slimme net dient om met al die uitdagingen om te gaan.”
De doorbraak van de elektrische wagen wordt mede gehinderd door het gebrek aan laadpalen. Er staan amper zeventien publieke laadpalen in Brussel, tegen eind volgend jaar 100. Dat blijft weinig.
FAUCONNIER. “We zijn geïnteresseerd om laadpalen te plaatsen, maar als we daarvoor de verlichtingspalen kunnen gebruiken, dan kost het minder. Alleen laat het wettelijk kader dat nog niet toe. We zijn klaar om meer te doen, maar we wachten nog even op de regelgever.”
U werkt al uw hele leven in de energiesector. Hebt u nooit zin gehad om iets anders te doen?
FAUCONNIER. “Het is een complete sector, met geopolitieke, sociale, ecologische, economische en technische componenten. Het verschil met mijn vorige functies is dat ik nu met concrete oplossingen bezig ben. Dat passioneert me. Ik hield enorm van de CREG, maar je komt er niet in direct contact met het terrein. Daar ben je bezig met de maatschappelijke dossiers: de tarieven, de kerncentrales, hernieuwbare energie, regelgeving, enzovoort. Bij de CREG speel je meer de rol van de gendarme. Alleen moet er eerst een fase van dialoog zijn met de marktspelers voor je de wetgeving toepast. Toen ik er aankwam, was die dialoog er nog amper.”
Wat zijn voor u de grote uitdagingen van de energiesector?
FAUCONNIER. “Maatregelen nemen voor de energietransitie, door betrouwbare oplossingen te vinden die het comfort niet aantasten. En de energiebevoorrading verzekeren tegen een betaalbare prijs. Dat is fundamenteel. Vijftien jaar geleden lag de klemtoon vooral op energiebevoorrading en moest duurzaamheid vooral betaalbaar zijn. Nu ligt de klemtoon op het klimaatprobleem. Maar net zoals de energietransitie voor iedereen moet gebeuren, is de strijd tegen het klimaatprobleem er één met en voor de mensen.”
Missen we geen politieke daadkracht om die problemen grondig aan te pakken? Europa kelderde het eerste Belgische klimaat- en energieplan als onvoldoende, onder andere omdat het een optelsom is van de regionale plannen.
FAUCONNIER. “Er moet overleg zijn. Als we de uitdagingen coherent willen aanpakken, moet er een echt voluntarisme zijn, en de wil om samen te werken. Ik verwacht veel van de nieuwe Europese Commissie en haar Green Deal. Europa is soms te bescheiden: ik zou willen dat we trots zijn op wat Europa doet en op zijn klimaatdoelstellingen.”
Bio
– Geboren op 22 oktober 1969
– Diploma’s toegepaste economische wetenschappen en actuariële wetenschappen UMons, milieuwetenschappen ULB, en leiderschap Harvard Kennedy School
– 1991-1993: Assistent-professor UMons
– 1993-1995: statisticus Spaque
– 1995-1999: adviseur nutsvoorzieningen en economisch beleid Emile Vandervelde Institute
– 1999-2001: vicekabinetschef van vicepremier en minister Laurette Onkelinx
– 2001-2002: senior consultant Deloitte&Touche
– 2002-2006: directeur regelgeving hoogspanningsnetbeheerder Elia
– 2006-2013: directeur-generaal energie FOD Economie, kmo, zelfstandigen en energie
– 2007-2013: voorzitter Brusselse energieregulator Brugel
– 2009-2013: voorzitter Internationaal Energie Agentschap
– 2013-2018: CEO federale energieregulator CREG
– Sinds november 2018: CEO Sibelga
Uw sauna kost u meer
Sibelga baseert zijn tarieven vanaf 2020 voor het eerst deels op de capaciteit die de klant nodig heeft. Dat betekent dat wie een sauna en een elektrische wagen heeft, een zwaardere aansluiting nodig heeft en meer zal betalen dan wie dat niet heeft.
In feite is dat logisch. Voor distributienetbeheerders is de aanleg van de kabels de grootste kostenpost. Hoe dikker de kabel, hoe duurder hij is. Het verbruik speelt minder een rol. Ook in Vlaanderen en Wallonië gaan stemmen op om in die richting te evolueren. Brussel zet als eerste een gedeeltelijke stap: 20 procent van de factuur zal gebaseerd zijn op de capaciteit. Toch is Sibelga daarmee geen Europese voorloper: in Nederland is de factuur van de distributienetbeheers volledig afgestemd op de capaciteit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
Sibelga
-
Maatschappelijke zetel:
Bruxelles
-
Sector:
Beheerders distributienet
-
Toegevoegde waarde:
149827541