Marc Lambotte (CEO Agoria): ‘We flirten met hoogconjunctuur’
Volgens Agoria groeit de Belgische technologiesector dit jaar met 3 procent. Er komen 2300 banen bij. Voor het eerst in een kwarteeuw winnen onze technologiebedrijven marktaandeel in het buitenland.
Marc Lambotte, de CEO van de bedrijfsfederatie Agoria, had bijna niets dan goed nieuws in zijn halfjaarlijkse conjunctuuranalyse. Zijn federatie vertegenwoordigt ongeveer 184.000 werknemers in de maakindustrie en 115.000 in diensten zoals telecom en informatica. Samen zorgden ze in 2016 voor een omzet van 119,2 miljard. Die omzet groeide in het eerste semester met 4 procent en Agoria noemt zich “behoorlijk zeker” dat de sector afklokt op 3 procent groei over het hele jaar. Dat is een toename van meer dan 3 miljard euro. Uitblinkers zijn de leveranciers van ICT-oplossingen, die 6,5 procent groeien. Grondstoffenverwerkers doen nog beter, maar dan door de stijging van de grondstofprijzen. Voor volgend jaar verwacht Agoria een groei van 2,5 procent. Lambotte: “We flirten zelfs met hoogconjunctuur.”
Export aan de beterhand
Voor het eerst in 25 jaar wint de sector terrein op de exportmarkten. “Sinds 2015 is er duidelijk een ombuiging van de dalende tendens. We winnen weer marktaandeel”, glundert Lambotte.
De investeringen – “de banen van morgen” – kenden een piekjaar met een groei van 8,5 procent tot ruim 4 miljard euro, vergeleken met 2016. Zwaartepunt ligt daar in de automobiel- en transportsector, met een stijging van 45 procent. Ook in 2018 zullen de investeringen rond 4 miljard liggen, verwacht Agoria.
Netto 10.000 nieuwe banen
“In 2015 vroeg de toenmalige minister van Werk Kris Peeters (CD&V) ons hoeveel banen we zouden creëren als gevolg van de regeringsmaatregelen. Wij beloofden 10.000 jobs tegen 2020. Nu blijkt dat we dat al in 2018 zullen halen. We moeten een nieuwe doelstelling bedenken”, zegt Lambotte. De kentering begon in 2016, toen er netto 3473 banen bij kwamen. Dit jaar verwacht Agoria een nettowinst van 2300 banen, ondanks de impact van de 3200 afvloeiingen bij Caterpillar. In 2018 zouden er nog eens 3600 bij komen. Lambotte: “Zonder de regeringsmaatregelen zouden we 4000 banen per jaar hebben verloren.”
Als de salarismassa onder 77 procent ligt, beginnen we werkgelegenheid te scheppen
Volgens hem valt de toename van de tewerkstelling te verklaren uit de verhouding tussen de loonmassa en de toegevoegde waarde. Het gewicht van de salarissen in de toegevoegde waarde neemt af. In 2013 wogen ze nog 79,2 procent van de toegevoegde waarde. In 2016 was dat gedaald tot 77,2 procent en voor 2017-2018 is de loonmassa minder dan 77 procent van de toegevoegde waarde, toonde Lambotte. “Als de salarismassa onder 77 procent ligt, beginnen we werkgelegenheid te scheppen. Dat is geen theorie. Dat is een vaststelling”, wijst hij.
Winstbelastingvoet stijgt
Een negatief punt is volgens Agoria de reële belastingvoet op de winst van de bedrijven, die tussen 2011 en 2016 van 27,4 procent naar 32,14 procent steeg door elementen als de afschaffing van de excess profit ruling, het lagere effect van de notionele-intrestaftrek door de lage rente of de verhoging van de verworpen uitgaven.
“Het Zomerakkoord roept die stijging een halt toe. Dat is een eerste stap en dat is goed gewerkt”, vindt Lambotte. Daarentegen schrikt de huidige “koterijpolitiek” in belastingen de buitenlandse investeerders af. Lambotte: “Het moet eenvoudig zijn. Laten we doen zoals de Zweden: een belastingvoet van 22 procent, punt aan de lijn. Geen speciale maatregelen. Als grote bedrijven speciaal voor hen een belastingverlaging vragen, betekent dat gewoon dat anderen daarna meer moeten betalen. Wij vragen geen belastingverlaging, maar een vereenvoudiging.” Lambotte nam onder meer de speciale behandeling van de bouw op de korrel. “Wij hebben evenveel, zo niet méér banen verloren dan de bouw. We moeten stoppen met die koterijpolitiek. 22 procent voor iedereen is onze aanbeveling.”
‘Overheidsbeslag moet omlaag’
Blijft het probleem van de overheidsuitgaven die in tien jaar tijd van 48,2 procent naar 53,7 procent van het bruto binnenlands product zijn gestegen, met een lichte relatieve daling tussen 2014 en 2016. “Deze regering heeft voor een ombuiging van de trend gezorgd. Goed”, stelt Lambotte. Blijft wel dat het niet houdbaar is dat de overheidsuitgaven met 36 procent stijgen in tien jaar en het bruto binnenlands product slechts met 22 procent.
We moeten de inactieve bevolking activeren. Niet met dwang, maar positief.
Agoria pleit, naar het voorbeeld van de banken en de industrie, voor een “digitale transformatie” in de ambtenarij, waar nog te veel processen manueel worden gedaan. In de gezondheidszorg toont Nederland dat de uitgaven lager kunnen, vindt Lambotte. “We moeten kopiëren wat elders goed werkt.”
“In de pensioenen moet een progressieve harmonisatie van de verschillende regimes komen. Laat ons hopen dat de regering in de komende 18-19 maanden de moed heeft om dat aan te pakken.”
Ten slotte wijst de Agoria-CEO op het probleem van de 9000 vacatures voor informatici en van de duizenden andere vacatures voor mechanici, elektromechanici, magazijniers en arbeiders in de assemblage. “De paradox is dat tegelijk de Belgische werkloosheid nog altijd erg hoog is”, meent Lambotte. “De juiste vaardigheden ontbreken. Wij moeten de inactieve bevolking activeren. Niet met dwang, maar positief, door het interessant te maken om in bedrijven te gaan werken.”