Malaise in de industrie: nieuwe projecten geschrapt van het menu

De vestiging van de Duitse industriereus in de haven van Antwerpen © Belga
Daan Killemaes
Daan Killemaes Hoofdeconoom Trends

Hoge energieprijzen, zwakke vooruitzichten en een lage benutting van de bestaande capaciteit temperen de investeringsappetijt in de industrie. Weinig bedrijven hebben nog lokale uitbreidingsplannen. Nieuwe projecten worden vooral in het buitenland opgestart.

In de industrie gaat het van kwaad naar erger. Enquêtes van de Nationale Bank leren dat de vraagvooruitzichten verder afbrokkelen. De buitenlandse orderboeken zijn gedaald tot het laagste peil sinds 2020. De industriële conjunctuur is er dus even slecht aan toe als tijdens de ergste periode in de coronacrisis. De werkgeversorganisatie Voka zei vorige week nog dat we de grootste industriële crisis in vijftien jaar meemaken.

De oorzaken zijn niet nieuw maar wel hardnekkig. De energie-intensieve industrie kampt nog altijd met relatief hoge energieprijzen, zeker ten opzichte van de concurrentie uit de Verenigde Staten en Azië. Bedrijven wijzen ook op een verstikkende regulering en steeds duurdere milieunormen. Daarnaast werkt ook de internationale conjunctuur niet mee. Ook bij de handelspartners hangt de industrie in de touwen, wat weegt op de internationale bestellingen. De verkiezing van Donald Trump en het bijbehorende gevaar op handelsconflicten brengt een extra portie onzekerheid mee.  Intussen is de handel in goederen in het eurogebied tot het laagste peil sinds 2015 gedaald.    

Geen uitbreidingsinvesteringen

Zoveel neerslachtigheid zet niet aan tot nieuwe investeringsplannen. In oktober en november schroefden de bedrijven hun investeringen terug, leert een rondvraag van de Nationale Bank. Kostenbesparingen vormen daarbij het belangrijkste motief. Wie wel investeert, doet dat vooral om het productieproces te automatiseren en te digitaliseren, als reactie op de stijging van de loonkosten en de structurele schaarste op de arbeidsmarkt. Heel wat bedrijven rapporteren ook “verplichte” investeringen, om hun activiteiten klimaatvriendelijker te maken.

Voor uitbreidingsinvesteringen is er in de industrie geen appetijt en geen behoefte.  De bedrijven benutten slechts 75 procent van de bestaande capaciteit, tegenover een historisch gemiddeld van 80 procent. Uitbreidingsplannen komen pas op tafel bij een benuttingsgraad van meer dan 80 procent. Weinig bedrijven hebben plannen om de productiecapaciteit in België te verhogen. De extra capaciteit die vandaag ingehuldigd wordt, is nog het resultaat van investeringsbeslissingen van enkele jaren geleden. Nieuwe projecten worden vooral in het buitenland opgestart.

Sprankel hoop

Toch gloort ook wat licht aan het einde van de tunnel. De loonkostenhandicap zou vanaf volgend jaar wat moeten afnemen, nu de lonen in de buurlanden sneller stijgen dan in België. Die relatieve verbetering is echter onvoldoende om de zwakke vraag uit de buurlanden te compenseren, waarschuwt de Nationale Bank. De industrie moet ook nog de felle stijging van de loonkosten van de voorbije jaren uitzweten. Veel mediagenieke ontslagrondes en  herstructureringen dreigen het consumentenvertrouwen aan te tasten. De jongste maanden woog een hoger gepercipieerd risico op werkloosheid al op het gemoed van de gezinnen.

Blijft de industrie steken in de zuigende modder, dan tonen de dienstensector en de handel schuchtere tekenen van beterschap.

Blijft de industrie steken in de zuigende modder, dan tonen de dienstensector en de handel schuchtere tekenen van beterschap. Sinds de zomer verbeteren de vraagvooruitzichten traag maar gestaag. De binnenlandse vraag houdt dus beter stand dan de kwakkelende buitenlandse vraag, die vooral de exportgerichte industrie treft. Gezien het grote gewicht van de dienstensector, verwacht de Nationale Bank in dit vierde kwartaal een licht herstel van het algemene ondernemersklimaat.  Dat zou zich ook in een lichte stijging van de bedrijfsinvesteringen moeten vertalen, na een moeilijk 2024. Die tweespalt tussen een kwakkelende industrie en een licht herstellende dienstensector moet resulteren in een vrij magere maar wel stabiele groei van 0,2 à 0,3 procent in het vierde kwartaal.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content