‘Machinelearning kan ziektes uitroeien’

Mobiele apparaatjes voor de gezondheidszorg. Dat is de business van de Belgisch-Amerikaanse technologiestart-up Byteflies. De medeoprichter en CEO Hans Danneels is vastbesloten the next big thing op de markt te brengen.

Digitale toepassingen zijn aan een opmars bezig in de gezondheidszorg. Wearables – mobiele apparaatjes die verbonden zijn aan een app – volgen de gezondheid van patiënten snel en accuraat op. Mobiele gezondheidszorg kan een sprong voorwaarts betekenen, met een doorgedreven zorg voor individuele patiënten en een beheersing van de kosten. Grote spelers zoals Apple en Google ontwikkelden al polsbandjes, pleisters en pilletjes om onze gezondheid te meten. “Maar vaak zijn die weinig accuraat”, zegt Hans Danneels.

Samen met Hans Declercq richtte hij drie jaar geleden Byteflies op. De start-up haalde een half miljoen euro op bij Amerikaanse en Belgische geldschieters, onder wie Pieterjan Bouten en Louis Jonckheere van Showpad. Het Belgische hoofdkwartier van Byteflies is gevestigd in een omgebouwd appartement in Antwerpen. Ook in Berkeley in Californië heeft Byteflies een pied-à-terre.

De Sensor Dot kwam een halfjaar geleden op de markt. Dat is een compact toestel dat gezondheidsparameters kan opmeten, zoals de ademhaling, de hartslag en hoeveel de patiënt zweet. Danneels opent een stijlvolle doos met een dockingstation en vijf kleine bakjes. “Je kunt de sensoren op verschillende manieren op je lichaam bevestigen, meestal met een plakker. Om je resultaten te meten, plaats je de Sensor Dot in het dockingstation, dat verbonden is met een computer of een smartphone.”

Na zijn doctoraat trok Hans Danneels naar Silicon Valley om er voor Nokia te werken. Toen het Finse bedrijf in zwaar weer kwam, verkocht het zijn smartphonedivisie en kwam Danneels bij de afdeling Digital Healthcare terecht. “Daardoor had ik veel contacten met technologiebedrijven én spelers uit de gezondheidszorg. Uit dat zaadje ontstond Byteflies”, zegt Danneels.

“Wij willen een kant-en-klare toolkit aanreiken waarmee farmabedrijven aan de slag kunnen. Het probleem bij de ontwikkeling van geneesmiddelen zijn de klinische tests”, zegt CEO Hans Danneels. “Die zijn enorm duur en kunnen jaren in beslag nemen. Digitale technologie kan helpen. Anders dan wearables voor consumenten, zoals Fitbit en Apple Watch, zijn die van ons wel accuraat. Wij zijn geen consumentenbedrijf. Met ons platform en onze sensoren kunnen spelers uit de gezondheidssector aan de slag, zoals farmabedrijven, onderzoeksinstellingen en start-ups. Ze moeten geen product from scratch ontwikkelen. Onze grote ambitie is dat over vijf tot tien jaar een hele waaier aan wearabletoepassingen op het platform van Byteflies draait.”

Wanneer zal Byteflies winst maken?

HANS DANNEELS. “Dat is een moeilijke vraag. We kunnen op korte termijn winstgevend zijn, maar dat vertraagt onze groei. We willen met Byteflies een grote speler worden en enkele miljoenen patiënten kunnen opvolgen. Daarvoor hebben we investeerders nodig. Het is zeker niet de bedoeling snel te verkopen. We zijn jong en kunnen nog lang werken. Veel bedrijven die worden opgekocht, zien hun product al gauw uit elkaar vallen. De overnemer is alleen geïnteresseerd in het team of het marktaandeel. Wij werken hard aan een product dat een impact kan hebben, we willen niet het risico lopen dat het ineens gedaan is. De gezondheidszorg zal de komende jaren enorm veranderen. Als start-up kunnen we daarop een stempel drukken.”

Hoeveel medewerkers hebt u ondertussen?

DANNEELS. “We zijn met twaalf: tien hier en twee in de Verenigde Staten. In België focussen we op de productontwikkeling. Ons land is heel sterk in engineering. Dat heb ik ook gemerkt toen ik bij Nokia moest samenwerken met ingenieurs van Berkeley, Stanford en MIT. Dat zijn toppers, maar wij hoeven niet onder te doen. Onze opleidingen zijn kwalitatief even hoogstaand. Het belangrijkste verschil met de Verenigde Staten is het commerciële denken. Dat begint al heel jong. Scouts die koekjes verkopen, weten dat ze dat later op hun cv kunnen zetten. Amerikanen zijn veel meer bezig met hun carrière, met de mogelijkheden, met de grote droom. The sky is the limit.

“De oorlog om talent woedt ook heviger in de Verenigde Staten, zeker als je kijkt naar de profielen die wij nodig hebben: ICT, elektronica, datascience, computertechnologie. Goede mensen vinden is het moeilijkste en het meest uitdagende aan mijn baan, naast het commerciële. Gelukkig hebben we mooie troeven. Het soort profiel dat solliciteert bij Google of Apple is vaak anders dan dat bij een start-up. Bij ons heb je meteen veel impact op het bedrijf en op de producten. Dat heb je bij Google niet. Zelfs al ben je de beste, daar blijf je een nummer met een afgebakende taak.

“Onze medewerkers willen niet alleen technologisch aan een product werken, ze willen aan iets bijdragen. In de Verenigde Staten voel je dat nog harder. In Silicon Valley heb je veel bedrijven die klein starten en echt groot worden. Over een paar jaar the next big thing worden, dat is ook onze bedoeling.”

Machinelearning heeft de wind in de zeilen, onder meer door de krachtige ICT-infrastructuur van Google. Hoe draagt u daaraan bij?

DANNEELS. “Wearables kunnen medische informatie opmeten, ook buiten het ziekenhuis. Nauwkeurigheid en personalisering zijn extreem belangrijk, maar de data die je binnenhaalt, moet je kunnen verwerken. Daarin is machinelearning sterk. Op lange termijn genereren we zo nieuwe inzichten over ziektes, omdat machines beter en meer gegevens kunnen analyseren dan mensen. Dat moet je doelgericht doen. Data om de data hebben geen zin. Dat interesseert artsen niet. Zij willen weten wat ze moeten doen om personen beter te maken.”

Kan een machine een dokter op termijn vervangen?

DANNEELS. “De digitale dokter, dat klinkt goed, maar dat zie ik niet snel gebeuren. Wearables kunnen wel faciliterend werken. Voor regelmatige standaardonderzoeken hoef je niet naar het ziekenhuis, waardoor de arts meer tijd krijgt om gericht bezig te zijn met de patiënten die het nodig hebben. Ook in rusthuizen ontbreekt het verpleegkundigen vaak aan tijd om zich om hun patiënten te bekommeren. Wearables kunnen daarbij helpen. Je hoeft geen vier keer per dag langs te gaan voor metingen, maar je kunt je patiënten assisteren als ze het nodig hebben.”

Kan machinelearning ziektes uitroeien?

DANNEELS. “Dat geloof ik wel. We krijgen steeds meer inzichten in ziektes. Hoe ontstaan ze? Waardoor verergeren ze? Welke correlaties zijn er met bepaalde activiteiten? Onze gezondheidszorg is nog heel reactief. Een ziekte ontstaat en wordt erger en erger. Je neemt medicatie om in veel gevallen de symptomen te onderdrukken. Als we meer inzicht krijgen in hoe ziektes ontstaan, kun je preventiever werken. Dat zal een enorme impact hebben.”

Is de gezondheidstechnologie een bedreiging voor de traditionele farmasector?

DANNEELS. “De technologische vooruitgang is niet nieuw. Iedereen weet dat die eraan komt. Voor de farmabedrijven is de uitdaging hoe ze daarmee moeten omgaan. De voorbije drie jaar zagen we al veel veranderen. De farmabedrijven steken hun voeten in het water. Elk bedrijf ontplooit initiatieven, gaat partnerschappen aan, investeert. Sinds dag één leggen wij contacten. UCB is een mooi voorbeeld. Samen zoeken we naar betere oplossingen voor de patiënten, en dat is meer dan een holle marketingslogan.”

En de gezondheidszorg?

DANNEELS. “Ook de overheid in Vlaanderen en België neemt veel initiatieven, niet alleen in wearables, maar ook voor digitale patiëntendossiers en andere vernieuwingen. Soms zijn er initiatieven op een hoog niveau van ziekenhuisdirecties of de politiek, maar vaak ook van onderuit. Dokters, specialisten, verpleegkundigen en mensen met ervaring op de werkvloer zijn vaak erg enthousiast om digitale technologie te gebruiken. Natuurlijk zijn er ook sceptici. De grote uitdaging blijft: hoe gaan we alles in elkaar klikken?”

Is onze infrastructuur daar klaar voor?

DANNEELS. “De ziekenhuizen – van een paar ken ik de details – besteden daar veel aandacht aan en zijn klaar voor de toekomst. Er wordt veel nagedacht over digitale infrastructuur, veiligheid, privacy, connectiviteit. Zelfs als we niet precies weten hoe onze gezondheidszorg er over tien jaar uitziet, is het duidelijk dat we de nieuwe technologie moeten integreren.”

Hoe gaat dat dan?

DANNEELS. “Het is niet erg moeilijk te voorspellen welke basistechnologie achter de toepassingen zal zitten. Je moet data van plaats a naar b in het ziekenhuis kunnen verspreiden, en zo veel mogelijk van buiten het ziekenhuis registreren. Je moet netwerken bouwen. In de nieuwe ziekenhuizen denken ze niet alleen na over het aantal bedden, maar ook hoe je die moet verbinden, met welke servers.”

Hoe zit het met de veiligheid?

DANNEELS. “Privacy en security zijn essentieel voor elke bedrijf dat bezig is met data, zeker als het over gezondheid gaat. Anders word je afgestraft. Wij ontwikkelen geen sociale media, maar medische toepassingen. Privacy is een van de zaken waar we hard op inzetten. Wij generen geen gepersonaliseerde data en die verkopen wij ook niet. Wij verzamelen data om één enkele reden: zo goed mogelijk een nieuwe inzichten ontwikkelen die nuttig zijn voor de patiënt.”