Vrije Tribune
‘Maak van starters ondernemers, geen knuffelberen’
In Vlaanderen, en bij uitbreiding in België, word je als het ware doodgeknuffeld als je een businessidee hebt. Financiering door de overheid of via privé-initiatieven is vaak geen probleem. Maar na de warme knuffel voelen starters zich al te dikwijls losgelaten. Dat zegt Gert Gijbels, afgevaardigd bestuurder Netwerk Ondernemen.
Onze overheid is – gelukkig maar – goed georganiseerd als het gaat om de financiering van starters met achtergestelde leningen of subsidies. Zo is er iStart van iMinds, geeft PMV startersleningen, werkt LRM in de regio Limburg met klimopleningen,… Er zijn ook privé-initiatieven die starters van kapitaal kunnen voorzien, zoals incubatoren. Een voorbeeld is Telenet Idealabs. Daarnaast bestaan er nog filantropische initiatieven, zoals de Pulse Foundation.
Maar wordt al dat starterskapitaal wel even nuttig ingezet? Met andere woorden: wat is de return on jobs, als die er al ooit komt? Om daarop een antwoord te formuleren, moeten we naar de volgende levensfase van een startende onderneming kijken.
Op zoek naar zaaikapitaal
Nadat het idee gefinancierd is, moet de ondernemer zaaikapitaal zoeken. Het bedrijf zal in het begin nog niet over noemenswaardige inkomstenbronnen beschikken. Het ophalen van dat zaaikapitaal gebeurt meestal via businessangels of kleinere fondsen die in het verhaal van de starter mee willen stappen.
Daar loopt het in te veel gevallen al mis in België. Ondernemers stuiten in deze fase op de zogenoemde startersparadox. Financiers of investeerders verlangen van de starter dat hij of zij al een kant-en-klaar verkoopbare service of product heeft ontwikkeld (een minimum viable product of MVP). Maar de meeste starters zijn dat product of die dienst nog aan het bouwen of testen wanneer ze uit de incubatiefase komen. Geen MVP betekent geen zaaikapitaal, en geen zaaikapitaal betekent in vele gevallen geen MVP. Ziedaar de startersparadox.
In de ons omringende landen springt men daar anders mee om. Starters kunnen er veelal rekenen op zaaikapitaal op basis van een idee. Toch is die buitenlandse focus op hypergroei ook niet het antwoord als we ondernemingen en banen willen creëren. Kijken we maar naar Silicon Valley, waar almaar meer jonge bedrijfjes niet meer aan de hooggespannen verwachtingen van hun gulle financiers kunnen voldoen. Zoals vaak zal de gulden middenweg uiteindelijk de meest realistische weg zijn.
Gebrek aan doorgroeiers
Kapitaal alleen is bijgevolg niet zaligmakend en kan zelfs hypnotiserend werken. Als een starter te veel geld ophaalt, verliest hij of zij in sommige gevallen het belangrijkste uit het oog: de klanten.
Zij zijn en blijven nog altijd het beste kapitaal. Klanten lokken is essentieel, want zij brengen ook kapitaal binnen. Een startend bedrijf moet op tijd naar zijn klanten gaan en niet te lang in een labo blijven zitten om een product te bouwen. Snel naar de buitenwereld gaan en bijsturen op basis van feedback van de klanten is belangrijk.
‘Maak van starters ondernemers, geen knuffelberen’
Ook wordt in ons land te weinig aandacht besteed aan de subtoppers. Dat is jammer. Zij kunnen met investering én begeleiding best wel uitgroeien tot jobmotoren. Die begeleiding is broodnodig om starters te laten focussen op winstgevendheid. Zelfs entertainmentprogramma’s als ‘Mijn Pop-up Restaurant’ leggen die achilleshiel van vele starters bloot.
We moeten starters blijven koesteren, maar tegelijkertijd moeten we hen verplichten een gezonde business uit te bouwen. Eerst de eigen inkomsten en dan het externe kapitaal. Die houding alleen zal voor een natuurlijke triage zorgen tussen goede en slechte startende ondernemingen. Bedrijven met een sexy idee maar een belabberd toekomstperspectief zullen sneller door de mand vallen. Dat geeft dan weer extra zuurstof aan die starters die potentieel hebben.
Net daar ook liggen de meerwaarde, de sterkte en het doel van organisaties als Netwerk Ondernemen. Starters krijgen er toegang tot een nationaal en internationaal netwerk van andere ondernemers, waardoor ze opnieuw in contact komen met investeerders, klanten,… Dat stelt hen in staat versneld te groeien. Want start-ups hebben naast hun ondernemende enthousiasme ook begeleiding van ervaren rotten nodig, zodat zij kunnen doorgroeien en op termijn duurzame jobs weten te creëren.
En daarmee sluit ik naadloos aan bij het motto van André Mulliez, oprichter van Réseau Entreprendre/Netwerk Ondernemen en destijds CEO van de Phildar Groep: “Om jobs te creëren, moeten we ondernemers creëren.” Ik vul daar voor onze beleidsmakers graag aan toe: “En geen knuffelberen”.
Gert Gijbels, afgevaardigd bestuurder Netwerk Ondernemen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier