Luk Wyns (scenarist Knokke Off): ‘De lockdowns had ik nooit overleefd zonder Gamma’
Hij kreeg even tranen in de ogen bij de première van het tweede seizoen van Knokke Off, bekent Luk Wyns, terwijl hij als scenarist toch wist wat er op het scherm zou komen. “Dan weet je pas echt dat het goed is.” Wyns leerde stilaan de controle over een productie los te laten, maar blijft toch een perfectionist en een keiharde werker. “Ik heb ook de waarde van geld leren kennen als je het niet hebt.”
Luk Wyns (65) is volop aan het schrijven aan nieuwe scenario’s, maar clausules in de contracten verhinderen hem om te vertellen waar die toekomstige series over gaan. Net nu hij de pensioengerechtigde leeftijd heeft bereikt, moet hij voor het eerst in zijn loopbaan de ene opdracht na de andere weigeren. Dat hij veel gevraagd is als scenarist, heeft hij grotendeels te danken aan het succes van Knokke Off, een reeks die op Netflix als High Tides ook hoge toppen scheert in het buitenland. Na zes maanden stond de teller al op 75 miljoen bekeken uren voor de tien afleveringen van de eerste reeks.
Voor Wyns is het even wennen. Als producent en regisseur zat hij vaak mee achter de knoppen van series als Crimi Clowns. “Tot op het frame monteerde ik alles mee. Nu heb ik voor het eerst een opdracht die ik niet helemaal afwerk. Ik geef het scenario af en wens de regisseur veel succes. Ik ga wel eens naar de set om een praatje te maken met de acteurs en te kijken of de regisseur wel probeert te doen wat ik in mijn verbeelding heb, maar daar blijft het bij. Je gaat toch met wat stress naar de première. En natuurlijk zit er al eens een scène in met iets minder impact dan je had gedroomd, maar dit is wel een topreeks. Je voelt ook dat er een fanbase is die snakt naar meer. Ik voelde me heel goed na de première in het casino van Knokke-Heist. Ik heb heel veel vertrouwen in de makers. Ik kende Tom Goris, die het eerste seizoen regisseerde, en Anthony Van Biervliet, de producent en bedenker van de reeks.”
U vond het niet moeilijk de controle uit handen te geven?
LUK WYNS. “Dat was best lastig. Voor mij was het een waardevol experiment. Mensen die niet kunnen loslaten, mogen nog zo goed zijn, ze zullen niet gelukkig zijn in hun baan. Erger nog, hoe beter ze zijn, hoe problematischer het wordt om de dingen los te laten. Ik heb het mezelf moeten aanleren. Ik ben nu heel blij dat ik niet meer heel die productionele kar hoef te trekken. Dan zit je als regisseur op een set van iets wat je zelf hebt geschreven en waarin je een rol als acteur opneemt, en worden er ineens problemen gemaakt over geld, of afspraken worden niet nagekomen. Los dat maar eens op terwijl je iedere dag van 6 uur ’s ochtends tot 11 uur ’s avonds bezig bent. Dat lukte. Maar zoiets kun je niet blijven volhouden.”
Bij het grote publiek raakte u in de jaren negentig bekend met de serie De familie Backeljau en de radiospotjes voor Gamma waarin de familie de hoofdrol speelt. Die reclamespotjes, die u altijd bent blijven maken, klinken nog altijd even fris. Hoe houdt u dat zo lang vol?
WYNS. “Het is tweeledig. Ten eerste, het verdient goed. De lockdowns had ik nooit overleefd zonder Gamma. Ik heb toen veel geld verloren door het wegvallen van allerlei projecten en doordat ik mensen in vaste dienst had. Ik ben dat nu aan het inhalen. Daarom neem ik ook zoveel hooi op mijn vork. Ik wil me zo snel mogelijk safe voelen om alleen nog de zaken te doen die ik graag doe, in mijn tempo. Alleen dat laatste lukt nog niet helemaal (lacht).
“Die Gamma-spotjes zijn inderdaad niet op automatische piloot gemaakt. Zodra de opname is afgerond, monteert mijn zoon een eerste versie. Die is al perfect, maar daarna ga ik schuiven met volumes en met frames, een 24ste van een seconde. Die timing maakt soms het verschil tussen een lach of niet. Dat is het geheime recept: nooit tevreden zijn. Dit is niet voor niets de langst lopende radioreclame ter wereld. We zorgen er elke keer opnieuw voor dat het een oorwurm wordt.”
Is dat perfectionisme niet ongelofelijk vermoeiend?
WYNS. “Er is iets met mijn brein waardoor ik me daar vooral ongelofelijk mee amuseer. Ik heb een soort van geheugenverlies voor het resultaat. Ik monteer iets, en ik zie of hoor meteen wat er fout aan is, omdat ik kijk en luister alsof ik het voor de allereerste keer hoor of zie. Voor de meeste regisseurs en monteurs is het heel lastig om niet te zien wat ze willen zien. Ik heb een soort afwijking waardoor dat wel lukt. Dan schuif je een paar millimeter met een beeld, en als het dan plots perfect is naar je gevoel, krijg je vlinders in je buik, echt alsof je verliefd bent op een vrouw.”
Is dat ook niet een beetje de mentaliteit van een kleine zelfstandige? Nooit tevreden zijn, altijd de controle willen houden?
WYNS. “Mijn moeder was een kleine zelfstandige, met een winkeltje met voeding in Schoten. Ik hielp haar geregeld. Dan poetste ik de aardbeien op, zodat je daar meer voor kon vragen. Mijn vader werkte in de fabriek, en ik heb gezien hoe hard mijn moeder werkte, zodat ze een beetje geld kon overhouden voor de behandeling van mijn klompvoeten. Anders had ik nu nog altijd gemankt. Ik voel me nog altijd die arbeiderszoon die wroetend probeert naar boven te krabbelen. Een beetje zoals Daan in Knokke Off, ja.”
‘Mensen die niet kunnen loslaten, mogen nog zo goed zijn, ze zullen niet gelukkig zijn in hun baan’
Helpt zo’n achtergrond om zich in te leven als u een reeks als Knokke Off schrijft?
WYNS. “Ik ken die wereld wel een beetje, ook dankzij mijn kinderen. Mijn dochter wordt achttien en zit in augustus ook met haar vrienden in Knokke. Ik zat zelf op het Sint-Jan Berchmanscollege in Merksem en tussen mijn vrienden zaten er wel wat rijke kinderen uit Brasschaat, Schilde en Schoten, jongens en meisjes die gingen skiën in Courchevel. Als arbeiderszoon zag ik een compleet andere wereld als ik bij hen thuis kwam. Maar zij kwamen ook altijd graag naar ons rijhuisje, waar het gezelliger was en het eten veel lekkerder. Ik hield wel van het college. In het laatste jaar van de Latijn-Griekse sprak een leraar ons toe met de woorden: ‘Welkom, toekomstige intellectuelen!’ Dat vond ik geweldig, de zoon van Mady van het groentewinkeltje die zo werd aangesproken. Als intellectueel heb ik het misschien niet ver geschopt, maar ik had wel een slimmigheid die toen al werd opgemerkt.”
En u leerde dus al vroeg de waarde van geld kennen? Wilde u veel geld verdienen toen u achttien was?
WYNS. “Ik heb de waarde van geld leren kennen, ook als je het niet hebt. Als er thuis spanningen waren, ging het over een gebrek aan geld. Ik dacht: dat wil ik niet. Ik wilde graag goed verdienen, maar ik wilde nooit iets doen wat ik niet graag deed. Dat is natuurlijk een moeilijke combinatie. Veel mensen die veel geld verdienen, doen dat met dingen die ze zelf vreselijk vinden. De rijkste mensen zijn carrièrematig vaak het ongelukkigst. Dan willen ze op Mars gaan wonen. Ik heb altijd mijn beslissingen genomen op basis van wat ik graag wilde doen. Ik ben een ondernemer die ook risico’s durft te nemen, maar er zijn nooit echte spanningen geweest over geld.”
Kunt u een voorbeeld geven van zo’n risico?
WYNS. “Ik ben ooit een eigen reclamebureau begonnen. Het bureau waarmee ik de spotjes voor Gamma maakte, vond het tijd om over te schakelen op een ander concept, zonder mij. Of Gamma zou nooit meer van Luk Wyns afraken. Maar Gamma zag zijn omzet vervolgens halveren, en de expansie waar ze mee bezig waren, viel volledig stil. Dus vroeg Gamma of ik terug aan boord wilde komen. Dat was eerst nog met hetzelfde reclamebureau, tot er weer spanningen ontstonden en de directie me liet weten dat ik zelf een ander bureau mocht kiezen. Toen heb ik er zelf een opgericht. Pas dan merkte ik welke marges er al jaren werden genomen op mijn werk. Ik vroeg geen opslag, gewoon hetzelfde. En iedereen was tevreden.”
Een reclamebureau, een productiehuis… U heeft het nooit erg gevonden om een team te leiden?
WYNS. “Helemaal niet! Waar ik eigenlijk nog het meest trots op ben, is dat mensen na een opnameperiode waar ik regisseerde en produceerde vervolgens uitzwermen en me opbellen of berichten sturen om te zeggen hoezeer ze de sfeer op onze set missen, hoe leuk ze het vonden om voor ons te werken. Dat doet snel de ronde in het wereldje. Ik heb nooit moeite gehad om goede mensen aan te trekken. Ik had negen mensen in vaste dienst, van wie ik de meeste door corona helaas heb moeten ontslaan, maar die werken nog allemaal voor mij op freelancebasis. Ik heb altijd gestreefd naar een warme, familiale sfeer, zonder hiërarchische verschillen tussen de regisseur en de koffiedame. En als er al eens spanningen zijn, dan wil ik dat de medewerkers naar mij toe komen. Ik wil hun stress overnemen, zodat ze beter functioneren.”
‘Je hebt geen megabudget meer nodig om het technisch niveau te halen dat vereist is om internationaal te gaan’
U bent niet zo gevoelig voor stress?
WYNS. “Jawel. Zeker als ik word tegengewerkt. Dan kan ik vloeken en tieren op die godverdomse klootzakken en debielen. Maar dat duurt nog geen vijf minuten en dan ben ik het kwijt. Maar ik roep nooit tegen de mensen met wie ik werk. Ik fulmineer over mensen die niet doen wat ze beloven.”
U draait al een hele tijd mee. Zijn de Vlaamse series kwaliteitsvoller geworden?
WYNS. “Wij zijn altijd heel hoog aangeprezen geweest. In Nederland kijken ze al jaren op naar onze series. Daar is ook meer geld. Daarom heb ik ook altijd geprobeerd met Nederland samen te werken. Het grote verschil is dat je nu geen megabudget meer nodig hebt om het technisch niveau te halen dat vereist is om internationaal te gaan. Televisie maken is op sommige vlakken zelfs goedkoper geworden, en gelukkig maar, want de budgetten van de zenders stijgen niet. Maar vergis je niet: het is niet omdat je een monsterbudget hebt dat je ook een topreeks maakt. Het allerbelangrijkste blijft een goed scenario met dialogen die niet in kleutertaal zijn geschreven, en goede hoofdrolspelers.”
Er was onlangs nog de noodkreet van DPG Media en Play dat de Vlaamse zenders worden bedreigd door de grote techgroepen als Netflix en Google. Hebben zij een punt?
WYNS. “Zeker. VTM heeft ook een mea culpa geslagen, gezegd dat het meer had moeten blijven investeren in comedy. En dan zeggen de producers: maar we komen er niet met het budget dat jullie ons ter beschikking stellen. Ze zitten een beetje tussen hamer en aambeeld.”
Maar ondanks alles lijkt de Vlaamse beeldindustrie wel een gezonde sector?
WYNS. “Ja. We doen bijvoorbeeld veel producties dankzij de taxshelter. Producenten uit Engeland en Duitsland komen naar hier en krijgen topploegen. Ze zijn erg tevreden over de coproducenten met wie ze hier kunnen werken. Omdat wij met peanuts iets knaps kunnen maken. Wij zijn met beperkte middelen erg creatief. Van Crimi Clowns was bijna een internationale remake gemaakt. Vroeg zo’n geïnteresseerde producent wat een bepaalde scène had gekost, dan deed ik de werkelijke prijs maal tien en kreeg ik te horen: ‘O, dat valt best mee.’ Die mensen zijn onder de indruk van wat wij met weinig middelen maken.”
‘Als er al eens spanningen zijn, wil ik dat de medewerkers naar mij toe komen. Ik wil hun stress overnemen, zodat ze beter functioneren’
U bent begonnen in de hoogtijdagen van de klassieke tv. Daarna kwam de dvd, dan streaming, en nu zitten we opnieuw in een tussenfase.
WYNS. “Nu hebben de socials het overgenomen. Wat ik eigenlijk wel leuk vind aan dat fenomeen, is dat iedereen die talent en de nodige drive heeft, rijker kan worden dan de rijkste klassieke filmmaker. Dat is heerlijk. Als ik nu jong zou zijn, werd ik een YouTuber of TikTokker. Sommige dingen lijken nergens naar en zijn slecht gemonteerd, maar dat is nu eenmaal de democratie van de sociale media. Ik hou van een snelle montage, maar in vergelijking met TikTok ben ik een langzame.”
Bent u bang van artificiële intelligentie (AI)?
WYNS. “Als we AI juist gebruiken, zal dat het leven van scenaristen makkelijker maken, en televisiefictie misschien wat goedkoper. Om een nieuwe reeks te pitchen, kun je een vraag stellen aan ChatGPT: ‘ik wil een politieserie met een duivel op de achtergrond en brandende auto’s die uit de lucht vallen’. Met een beetje sleutelen heb je een mooie visual en kun je een mooi document maken om een reeks te verkopen.
“Wat wel vervelend is, is dat we ons moeten aanpassen aan het algoritme. Minder populaire personages moeten eruit bijvoorbeeld. Toch moet je sommige rollen een groeikans geven. Opdrachtgevers begrijpen dat niet altijd, die spelen op safe. Ik begrijp dat wel, maar het is niet bevorderlijk voor de creativiteit. En humor, dat zal met AI nooit lukken, toch niet de eerste twintig jaar. Daarvoor is humor niet logisch genoeg. Als je wiskunde begrijpt, is niets zo makkelijk als wiskunde. Maar als je taal begrijpt, sta je nog heel ver af van humor. Voor humor is ruimdenkendheid nodig. Dat heeft AI nog niet onder de knie.”
Er kwam kritiek op Knokke Off, omdat u druggebruik zou idealiseren. Hoe gaat u daarmee om?
WYNS. “Er was inderdaad even een rimpeling omdat Bart De Wever die opmerking over drugs maakte. Maar je kunt dat vergelijken met de schoolshootings in de Verenigde Staten. Die jongeren schieten niet omdat ze het zien op tv, wel omdat ze makkelijk aan een wapen raken. Net zoals je in Antwerpen makkelijk aan coke komt. Dat moet je niet onder de mat schuiven. Ik idealiseer ook helemaal niet. Die mensen zitten in de complete leegte, hebben geld te over en proberen die leegte op te vullen met alcohol en drugs, maar het verergert hun situatie alleen maar. Een tienjarig meisje dat haar vader neerschiet, een meisje dat wat begrip vraagt voor haar bipolariteit, maar door een overdosis in een coma terechtkomt, dat lijkt me niet echt het idealiseren van drugs.”
De gemeente Knokke-Heist financiert de reeks mee. Maken zij geen bezwaar?
WYNS. “Zij zien in de reeks duidelijk geen onwaarheden over hun prachtige gemeente. Ik kom graag in Knokke, en ik ben er nog altijd heel graag gezien.”
Bio
• Geboren in Merksem in 1959
• Studeerde aan de Studio Herman Teirlinck
• Werkt als acteur, auteur, film- en tv-producent en scenarist
• Brak door bij het grote publiek met de comedyreeks De familie Backeljau
• Maakte de dark-comedyreeks Crimi Clowns
• Is scenarist van de populaire reeks Knokke Off, het tweede seizoen is momenteel te zien op VRT
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier