Luc Vandenbulcke (topman DEME): ‘Ik kan iedereen aanraden vijftien jaar vooruit te kijken’

LUC VANDENBULCKE "We willen in elk van onze activiteiten groeien." © Emy Elleboog
Luc Huysmans senior writer bij Trends

Dit jaar kruipt DEME onder de rokken van zijn moeder CFE uit. De bagger- en maritiemedienstengroep krijgt ook een eigen beursnotering. ‘Maar we houden vast aan onze langetermijnvisie’, zegt topman Luc Vandenbulcke.

Het eindejaarsoffensief van DEME mocht er wezen. Begin november sloot het een contract van 1,1 miljard dollar (950 miljoen euro) af voor de Coastal Virginia Offshore Windfarm (CVOW). Een maand later besliste de meerderheidsaandeelhouder Ackermans & van Haaren dat DEME vanaf de zomer van 2022 onder de vleugels van moederbedrijf CFE wordt gehaald en een eigen beursnotering krijgt op Euronext Brussel.

Het leidt niet tot extra druk bij Luc Vandenbulcke. De burgerlijk ingenieur kreeg drie jaar geleden de teugels in handen bij DEME. Ook na de beursgang is hij niet van plan de lange termijn uit het oog te verliezen, zelfs al moet hij dan om de drie of zes maanden rapporteren aan ongeduldige beleggers. “We rapporteren al jaren aan CFE. Ons voordeel is dat we langetermijnaandeelhouders hebben, die dat ook willen blijven. We moesten niet naar de beurs om makkelijker overnames te kunnen doen, want die deden we in het verleden ook: Hochtief, A2Sea, onlangs SPT Offshore. We willen duurzaam groeien. Maar we zijn wel aannemers: soms heb je een topproject, soms is het wat minder. Ik hoop de kortetermijndruk te kunnen weghouden van de werkvloer.”

Kustbescherming wordt wereldwijd een groot vraagstuk. Hoe gaan we om met een zeespiegel die 3 meter stijgt tegen 2100?

Is DEME klaar voor de beursgang?

LUC VANDENBULCKE. “We moeten ons op bepaalde domeinen nog versterken, en daar zijn we mee bezig. We hebben er nood aan om rechtstreeks ons verhaal te doen aan onze investeerders. De krant De Tijd noemde me onlangs een offshoreprofeet, maar daarmee doe je onrecht aan onze baggeractiviteiten – kustbescherming wordt almaar belangrijker – en aan onze energie- en milieutakken. In elk van die domeinen willen we groeien.”

Waar staat DEME over vijf of tien jaar?

VANDENBULCKE. “Dan zijn we nog altijd de marktleider voor offshorewindprojecten. We zien de wereldwijde offshoremarkt groeien met meer dan 10 procent per jaar. In bagger groeien we mee met de markt. We zetten ook sterk in op alternatieve energie: we willen bijvoorbeeld een rol spelen in waterstof. Het grote probleem van elektriciteit is de opslag en het transport. Waterstof en zijn verwante producten komen daaraan tegemoet.

“Binnen vijftig jaar is er een wereldmarkt van groene elektronen en moleculen. Daarvoor is hernieuwbare energie nodig, en havens en een internationaal netwerk. Dat zijn dingen die we kennen. Ik verwacht wel nog een laatste opstoot van de olie- en gasmarkt. Want de vraag naar energie blijft hoog, en zeker gas wordt gezien als een transitiebrandstof.”

Komt de groei in de toekomst van grote, langdurige projecten?

VANDENBULCKE. “Het zal meer verspreid zijn, maar het effect blijft hetzelfde. Wij zien overal mogelijkheden. Kustbescherming wordt wereldwijd een groot vraagstuk. Hoe gaan we om met een zeespiegel die 3 meter stijgt tegen 2100? Als we daar pas in 2099 aan beginnen, zal het niet lukken. Het zal niet gebeuren met een muur rond de Lage Landen. We moeten met de natuur meebouwen. Dat vereist tijd: als je een eikenbos wilt, ben je tachtig jaar bezig. Nederland spendeert elk jaar miljarden euro’s aan kustverdediging, België kijkt ook naar langetermijnoplossingen. In andere landen is dat besef kleiner.”

LUC VANDENBULCKE
LUC VANDENBULCKE “De hoge prijzen zullen voor een stuk de energietransitie versnellen.”© Emy Elleboog

De grootste baggeraar ter wereld is niet Belgisch of Nederlands, maar Chinees. Weegt de concurrentie van CHEC op uw marges?

VANDENBULCKE.“Soms zijn de Chinezen prijsbepalend, maar niet overal. Ik merk ook een ander marktsentiment dan een aantal jaar geleden. Toen leek iedereen met hen in zee te willen. Dat is nu minder het geval. De Chinese invloedssfeer blijft groot, maar in India vind je geen Chinezen. Ook in Taiwan, Japan en de Filipijnen komen we ze niet veel tegen. Nu, we moeten vooral zorgen dat er een gelijk speelveld is in Europa. Staatssteun is hier verboden, maar CHEC is wel een staatsbedrijf. Daar moeten de Europese overheden waakzaam voor blijven.”

Twee jaar geleden kwam 70 procent van de omzet van DEME uit Europa. Nu gaat u een windpark optrekken in de Verenigde Staten en voor meer dan 300 miljoen euro de haven van Abu Qir bouwen in Egypte. Wilt u als beursgenoteerd bedrijf uw inkomsten geografisch meer spreiden?

VANDENBULCKE. “Die contracten hebben niets met de beursgang te maken, wel met onze langetermijnstrategie. We baggeren in Egypte, maar we hebben ook net een project in de Elbe afgewerkt, we hebben het contract voor de Schelde en zijn actief in Polen. In offshorewindparken ligt het iets anders. We hebben altijd geloofd dat die markt zou internationaliseren. Dat gebeurt nu. Wij willen ons marktleiderschap bevestigen, dus volgen we. In Duitsland en België is er even een pauze, maar in de Verenigde Staten, Taiwan, Japan, China en Zuid-Korea begint offshore pas. De Amerikanen bouwen geen parken van 200 of 300 megawatt zoals in Europa, maar mikken op gigawatts. We hebben nu pas de technologie en het materiaal om parken van die omvang te bouwen.

Wij willen ons marktleiderschap bevestigen

“Offshore is hoe dan ook sterk in beweging. Er is de jongste jaren prijsdruk geweest, maar wanneer de vraag opnieuw aantrekt, zullen de marges ook verbeteren. Ik zie ook de drijvende windturbines doorbreken: het zou wel eens meer kunnen zijn dan de 10 procent marktaandeel die tegen 2030 werd voorspeld. Op veel plaatsenwordt de zee vrij snel te diep om funderingen te plaatsen. In Californië, Noorwegen, Japan en elders zijn drijvende turbines de oplossing. Tegen 2050 zal dat de dominante technologie zijn.”

U wilt marktleider blijven in offshore, maar u kunt moeilijk overal tegelijk aanwezig zijn.

VANDENBULCKE. “Het is een heel diverse markt. In elk segment – turbines, funderingen, erosiebescherming, kabels leggen – is er andere concurrentie. In turbines hebben we, afhankelijk van het jaar, een marktaandeel van 40 procent. Dat kunnen we niet blijven houden, maar we willen wel het nummer één blijven. Idem voor funderingen: daarvan hebben we er wereldwijd 2.500 geplaatst, dat is 25 tot 30 procent van het totaal.”

De milieutak blijft een beetje het kleine broertje: geografisch beperkt en vrij specifiek. Blijft dat op termijn een kernactiviteit?

VANDENBULCKE. “We hebben de bedrijven die daarrond werkten samengevoegd tot DEME Environmental. In België en Nederland hebben we al veel brownfields gesaneerd, al worden er steeds nieuwe toxische producten ontdekt. Tussen nu en tien jaar zullen producten die we nu nog lozen, mogelijk toxisch blijken te zijn. In ons grondrecyclagecentrum in Kallo behandelen we ook PFOS-vervuilingen. We gaan ook naar het buitenland, maar we proberen de nabijheid wel te behouden. Het is een sector waarvoor je de milieuwetgeving heel goed moet kennen, dus voor een onbekende klant zullen we niet buiten Europa gaan werken.

Luc Vandenbulcke (topman DEME): 'Ik kan iedereen aanraden vijftien jaar vooruit te kijken'

“Maar het leunt nauw aan bij onze baggeractiviteiten. Kijk, we bouwen infrastructuur, we verplaatsen slib en grond. En als er vervuiling is, kunnen we die behandelen.”

Deme loopt ook voorop in de plannen voor diepzeemijnbouw, mineralen delven op de bodem van de zee. Wanneer begint u te oogsten?

VANDENBULCKE. “We volgen twee sporen. De Internationale Zeebodemautoriteit ISA wil tegen 2023 de regelgeving finaliseren. Wat is het speelveld? Welke royalty’s moeten worden betaald? Welke milieuwetgeving moet worden gevolgd? Parallel onderzoeken we de milieu-effecten en de publieke aanvaarding. We zijn ervan overtuigd dat de impact veel kleiner is dan de ontginning op het land, maar dat vereist studies en technologische ontwikkelingen.”

Hoe staat het met de rechtszaak over fraude bij de toekenning van een contract rond het Yamal-gasveld?

VANDENBULCKE. “Het juridische traject loopt, en daar werken we aan mee. Voor wie denkt dat zoiets nu eenmaal bij grote werven hoort: de scheidingslijn tussen wat kan en niet kan is voor mij níét vaag. Als dat betekent dat we op sommige markten minder succesvol zijn, dan is dat maar zo. Bij duurzame groei hoort compliance.”

U bent een vaste klant in de ranglijst van Beste Werkgever. Vindt u vlot personeel?

VANDENBULCKE. “De vacatures komen vlot binnen, maar voor specifieke profielen blijft het moeilijk. Mensen zijn ons grootste aandachtspunt. We hebben veel talent nodig om te kunnen groeien, zeker in een wereld die steeds complexer wordt. Daarom bouwen we in de hoofdzetel DEME Labs, dat een toekomstgerichte werkplek moet bieden. Daarvoor hebben we onze mensen gevraagd hoe zij werk zien binnen tien tot vijftien jaar. Heb je wel of geen bureau nodig, een plaats waar je samen kunt discussiëren of juist een stille ruimte? Vergaderen we binnenkort in Metaverse?

“Toen ik destijds mijn eerste sleutel-op-de-deurproject afleverde, hadden we een projectleiding van vijf à zes mensen. Nu zit je al snel aan vijftig à zestig mensen, door de hogere eisen voor kwaliteit, milieu, communicatie, contractbeheer en noem maar op. Per eenheid omzet heb je dus meer mensen en meer specialisaties nodig. We hebben nog altijd veel ingenieurs, maar het gaat ook om veiligheid, kwaliteit, financiële analisten, human relations.”

Wat verwacht u van 2022?

VANDENBULCKE. “Een goedgevuld orderboek en goedgevulde projecten ( glimlacht). Met de beursgang wordt het natuurlijk een spannend jaar. Daarnaast hoop ik dat we corona langzaam achter ons kunnen laten. Het leidt tot gigantische logistieke problemen om mensen ter plaatse te krijgen. Met sommige partners hebben we al bijna twee jaar geen face-to-facecontact meer gehad. We zullen natuurlijk nooit meer twee dagen reizen voor een vergadering van een uurtje. Maar het is wel belangrijk elkaar in de ogen te kunnen kijken en samen sake te drinken.

Voor wie denkt dat frauduleuze parktijken nu eenmaal bij grote werven horen: de scheidingslijn tussen wat kan en niet kan is voor mij níét vaag

“Op een ruimer niveau vrees ik dat de polarisatie nog zal toenemen. Er is veel nood aan goede communicatie. De levensstandaard in de wereld nivelleert, niet alleen het Westen verbruikt nu veel energie en water. Europa zal nog meer moeten focussen op waar het goed in is: logistiek, farma, chemie, offshore-energie, biotech en op termijn ook waterstof. De huidige bloei van offshore is te danken aan keuzes van twintig jaar geleden. We moeten dus ver vooruitkijken en niet te veel bezig zijn met de input van het moment.”

Dat is niet waar het beleid in uitblinkt.

VANDENBULCKE. “Een langetermijnvisie uitwerken is heel moeilijk, dat besef ik. Ik kan tien, vijftien jaar vooruit plannen voor het bedrijf. In de politiek is dat een eeuwigheid. Maar als we blijven denken in termijnen van een paar jaar, profiteren de extremen die inspelen op het probleem van de dag. Dat is geen verwijt aan iemand, want ik heb veel respect voor politici. Maar die kortetermijnredeneringen zijn moeilijk combineerbaar met problemen als energie en klimaat.”

Zoals blijkt met de kernuitstap.

VANDENBULCKE. “Dat is een heel moeilijk maatschappelijk debat, zonder winnaars aan het einde van de politieke discussie. Ik kan alleen iedereen aanraden vijftien jaar vooruit te kijken. Tegen dan zullen er bijvoorbeeld veel elektrische auto’s en warmtepompen zijn. Nederland wil 5 miljard euro spenderen om te kijken of het twee nieuwe kernreactoren kan bouwen. Wij werken in het Verenigd Koninkrijk mee aan de kernreactor in Hinkley Point. Die kost intussen 21 miljard euro, ver boven budget, en krijgt een gegarandeerde elektriciteitsprijs van 92,5 pond (110 euro) per megawattuur gedurende 35 jaar. Daar hoor ik in het huidige debat weinig over.

“Er wordt veel gepraat over pyrolysetechnieken om groene waterstof te produceren in gascentrales, maar die bestaan net zo min als de kleine modulaire kernreactoren waarover nu gepraat wordt. De grootste zekerheid is dat hernieuwbare energie alleen maar belangrijker zal worden.”

Intussen gaan de energieprijzen door het dak.

VANDENBULCKE. “Die hoge prijzen zullen voor een stuk de energietransitie versnellen. Vijftien jaar geleden werd ik uitgelachen toen ik voorspelde dat hernieuwbare energie de goedkoopste energiebron zou worden. Nu is dat een feit.”

Bio

· 50 jaar

· Diploma burgerlijk ingenieur KU Leuven en maritiem ingenieur Polytechnische Universiteit van Catalonië

· Projectingenieur Herbosch-Kiere (1996-1998)

· Projectingenieur, werfleider, projectmanager, algemeen directeur Hydro Soil Services

· Oprichter en CEO GeoSea (2005-2018)

· Lid managementteam (2011-nu) en CEO DEME (sinds 1 januari 2019)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content