Luc Vandenbulcke (CEO DEME): ‘De technologie voor een klimaatbeleid is er, en ze kost geld’
Luc Vandenbulcke, die sinds begin dit jaar aan het hoofd staat van DEME, ziet nog veel groeimogelijkheden voor de maritieme bouwgroep. “Wij kijken naar de lange termijn. De grote problemen van deze tijd zijn voor ons hobbels in de weg.”
Sinds begin dit jaar is Luc Vandenbulcke de CEO van de groep DEME, als opvolger van Alain Bernard. Voor een koerswijziging, of zelfs maar een accentverschuiving, heeft dat niet gezorgd. “Ik ben hier al 22 jaar, en de jongste tien jaar hebben Alain en ik zeer nauw samengewerkt in de uitbouw van de offshore-activiteiten. Dat was de grote groeipoot in die periode.”
Aan het begin van de eeuw wierp Vandenbulcke zich met Hydro Soils Services, de waterbouwdochter van DEME, op de eerste aanvragen voor windmolenparken op zee. Dat leidde in 2005 tot de oprichting van GeoSea, dat vorig jaar bijna een miljard euro omzet haalde. Eind vorig jaar werd GeoSea met het zusterbedrijf Tideway geïntegreerd onder de naam DEME Offshore. “Dat is duidelijker voor de klanten. Wij zijn een langetermijnbedrijf. De belangrijkste taak van de CEO hier is het bedrijf altijd future-proof te houden. Een duurzaam bedrijf beperkt zijn milieu-impact, maar moet er ook over waken dat het niet in de fase van de typemachine blijft steken.”
Zijn er nu megaprojecten? Neen. Maar ze staan er opnieuw aan te komen
De duurzaamheid wordt ook visueel gemaakt. Het hoofdkantoor in Zwijndrecht gaat gedeeltelijk tegen de grond, om in twee tot drie jaar te herrijzen als klimaatneutraal gebouw, dat voldoende energie genereert om niet afhankelijk te zijn van het stroomnet. DEME publiceerde zopas ook zijn eerste duurzaamheidsrapport. “Daar hebben we veel tijd in gestoken”, benadrukt Vandenbulcke. “Duurzaamheid is een vaag containerbegrip. Dit rapport is ons plan, hoe wij het concreet willen aanpakken. Onze leidraad zijn de duurzame-ontwikkelingsdoelstellingen van de Verenigde Naties. Duurzame groei is niet voor niets de slogan van onze aandeelhouder Ackermans & van Haaren.”
Aan groei lijkt het nochtans wat te ontbreken. U gaat ervan uit dat 2019 een overgangsjaar wordt. Bij de presentatie van zijn jaarcijfers vroeg uw concurrent Jan De Nul zich zelfs af of crisis het nieuwe normaal wordt: “Er zijn geen mega-baggercontracten meer, en veel groeilanden zijn stilgevallen.”
LUC VANDENBULCKE. “De markt heeft altijd ups en downs gekend. Zijn er nu megaprojecten? Neen. Maar ze staan er opnieuw aan te komen. Nederland gaat energie-eilanden bouwen in zee; wij hebben het contract binnen voor de Fehmarnbelt, de weg- en spoorverbinding tussen Duitsland en Denemarken; de werken voor Oosterweel zijn net begonnen; en we mogen in Duitsland de Elbe baggeren. In Saudi-Arabië en elders in het Midden-Oosten en Afrika staan er werken op stapel.
“Bovendien moet je nuanceren. Een megacontract zoals destijds in Singapore levert per jaar niet noodzakelijk meer omzet dan de 238 miljoen voor anderhalf jaar baggeren op de Elbe. Voor ons is baggeren altijd een zaak geweest van kleine, middelgrote en soms erg grote opdrachten. Dus hebben we onze vloot zo goed mogelijk afgestemd op de bewegingen in de markt. Maar niet iedereen heeft diezelfde keuze gemaakt. Als je vooral grote schepen hebt, dan hoop je op mega-orders.”
“De bouw van offshorewindparken is een afgrijselijke industrie”, vindt Peter Berdowski, de topman van Boskalis, het grootste Nederlandse baggerbedrijf. “Het evenwicht tussen risico en rendement is onverantwoord uit balans.”
VANDENBULCKE. “Iedere vogel zingt zoals hij gebekt is ( lacht). Wij hebben een fantastische vloot. Het afgelopen jaar was het iets minder, omdat ons werkpaard, de Innovation, een volledige make-over heeft gekregen. Maar Peter geloofde vroeger niet in offshorewind, en nu eigenlijk nog niet.
“Hij heeft wel gelijk dat de prijzen enorm gedaald zijn. Onze klanten, de projectontwikkelaars, hebben hun subsidies zien wegsmelten. Nog een beetje in Frankrijk, geen meer in Nederland,… Dat is goed voor de consument, maar de markt is wel naar de grote staatsbedrijven gegaan: Vattenfall, Ørsted, EDF, Equinor,… De kleinere privé-ontwikkelaars hebben het moeilijk.
“Onze inkomsten zijn ook gedaald doordat de schaal enorm is toegenomen. Vroeger bestond een park van 500 megawatt uit 150 turbines van 3,5 megawatt. Over een paar jaar zijn dat nog 40 turbines. Ons nieuwste schip, de Orion, zal palen van 3000 ton kunnen plaatsen. Dat betekent minder turbines plaatsen, minder kabels, minder funderingen, …
“Een markt zonder subsidies trekt ook de aandacht van heel de wereld: China, Korea, Taiwan,… In de VS wordt veel geld gegeven voor concessies. Dat zal de groei van de markt nog versnellen, en een sterk groeiende markt vind ik niet afgrijselijk.”
Op welke megatrends baseert u zich bij het bepalen van uw strategie?
VANDENBULCKE. “De verstedelijking schept kansen voor de baggersector. Elke week trekken één miljoen mensen extra naar de steden. Daarnaast woont twee derde van de wereldbevolking in kuststreken. Die moeten worden beschermd tegen overstromingen, de stijgende zeespiegel, enzovoort. De bevolkingsgroei betekent ook meer containertrafiek, en steeds grotere schepen. De Chinese rederij Cosco vaart naar Zeebrugge met boten van 24.000 containers. Daarvoor moeten de vaargeulen worden uitgebaggerd, havens gebouwd, …
“Een tweede groeipool is energie. We gaan naar 100 procent hernieuwbare energie. Alleen is de timing nog onzeker, en is niet duidelijk welke technologie we zullen gebruiken in de transitie. Maar je ziet lng boomen, en ik verwacht nog een laatste opstoot van offshore-olie en -gas. We staan nog maar aan het begin van de groei in China en andere groeitijgers, dat zal in een eerste fase meer olie en gas vergen.
“Milieu en saneringen zijn een derde trend. Nu is dat vooral een West-Europese markt, maar dat wordt een wereldmarkt: overal zullen installaties worden gesaneerd.
“Ten slotte is de klimaatopwarming alomtegenwoordig. De stijging van de zeewaterspiegel verhoogt de nood aan kustverdediging. Nederland staat al ver, maar in België moeten we daar nog serieus mee beginnen. We investeren ook in herbebossing en in bestrijding van woestijnvorming. Woestijn is een gebrek aan goede grond. In feite is dat België, maar dan zonder de laag potgrond ( lacht). Als baggeraar hebben wij een overschot aan goede grond: slib. We hebben de ingenieurs om dat te doen, we moeten niet wachten tot de overheid met maatregelen komt. Al mogen we de Afrikaanse landen niet onderschatten. Ethiopië heeft meer dan 350 miljoen bomen geplant in twaalf uur. Rwanda heeft het gebruik van plastic zakjes al lang geleden afgeschaft. Veel mensen denken dat wij de mensen in Afrika en elders moeten leren hoe het moet, maar op veel vlakken kunnen wij van hen leren.”
Brengen al die trends een verschuiving bij DEME teweeg? Wordt offshore de belangrijkste poot?
VANDENBULCKE. “De baggeractiviteiten zijn de jongste vijftien jaar van 90 procent van onze omzet naar 40 tot 60 procent gedaald, en voor offshore-activiteiten moet natuurlijk ook gebaggerd worden. De verhoudingen zie ik niet spectaculair wijzigen: in alle vier de cilinders waar onze motor nu op draait zie ik groei, en ook in de interactie.”
Kan deep sea mining, het oogsten van ertsen op de oceaanbodem, een vijfde cilinder worden?
VANDENBULCKE. “Ja, maar we zijn nog lang niet zo ver. Er is nog veel werk om na te gaan wat de milieu-impact is en om de technologie te verfijnen.”
Bio
· Diploma burgerlijk ingenieur aan de KU Leuven en maritiem ingenieur aan de Polytechnische Universiteit van Catalonië
· Projectingenieur Herbosch-Kiere (1996-1998)
· Projectingenieur, werfleider, projectmanager, algemeen directeur Hydro Soil Services (1998-2005)
· Oprichter en CEO GeoSea (2005-2018)
· Lid managementteam (sinds 2011) en CEO DEME (sinds 1 januari)
· Vrije tijd: zeilen, buitensporten (wandelen, lopen, fietsen)
De milieu-organisatie Greenpeace vindt die techniek een enorme bedreiging voor de oceanen en het klimaat.
VANDENBULCKE. “Zij hebben een aantal kritieken. Ten eerste willen ze dat minstens een derde van het gebied ongerept moet blijven, en daar volgen we hen in. Dus een derde van onze concessie blijft maagdelijk terrein. We verschillen van mening over het moratorium van tien jaar dat zij willen voor wetenschappelijk onderzoek. Dat komt volgens ons neer op uitstel, want zo’n duur onderzoek kan alleen met het vooruitzicht van mogelijke winst.
“Anderzijds zit in de zogenoemde knollen op de zeebodem kobalt, nikkel, mangaan, koper. Je kunt dus vier mijnen op het land vervangen. Deep sea mining stoot ook veel minder broeikasgassen uit dan de uitbating van al die mijnen. Bovendien gaat het om grondstoffen die nodig zijn voor de transitie naar hernieuwbare energie.
Voor ons is deep sea mining een noodzakelijke markt. Maar het toezicht daarop is in sommige landen vrij beperkt, terwijl bij ons iedereen meekijkt: ngo’s, de Verenigde Naties, de wetenschappers.
Ondanks de projecten die u overal binnenhaalt, is Europa nog altijd goed voor 70 procent van de groepsomzet. Blijft dat zo?
VANDENBULCKE. “In Europa is nog genoeg werk. In eigen land is er de Visartsluis in Zeebrugge, het nieuwe dok in de Antwerpse haven, de werken aan de Oosterweelverbinding. Ook in Nederland, Duitsland, Polen zien we mooie projecten. We wachten op de laatste vergunningen voor de Fehmarnbelt. In onze domeinen verwacht ik dat de rest van de wereld zal meegroeien met Europa.”
Sommige macro-economen zijn nogal ongerust over de wereldeconomie, met de brexit, de dreigende handelsoorlog tussen China en de VS, de spanningen rond Iran,… Vreest u een impact?
VANDENBULCKE. “De brexit betekent verandering, en dat is goed voor ons. Als het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie stapt, zal het investeren in zijn havens en dat biedt kansen voor ons. Wij kijken naar de lange termijn. Dat soort crisettes zijn voor ons hobbels in de weg. Ik denk dat wij de olie- en gascrisis van 2014 wellicht meer hebben gevoeld dan de consument, want die merkte vooral de lagere olieprijzen. Venezuela ging failliet, andere landen wachtten om te investeren. Dat hebben we gemerkt, maar de nood aan kustbescherming blijft, de bevolkingsgroei en de energietransitie stoppen er niet door en de stijging van de containertrafieken evenmin.”
Een markt zonder subsidies voor offshorewind trekt de aandacht van heel de wereld
U doet onderzoek naar zonnepanelen op zee, en naar i-Land, een energie-atol op zee. Hoe ziet het energiesysteem van de toekomst eruit?
VANDENBULCKE. “De bocht naar hernieuwbare energie is in elk geval ingezet. In Portugal heb je zonneparken die energie leveren voor 20 euro per megawattuur. Dat is lager dan de marktprijs in België. De inkrimping van de fossiele-energieproductie wordt een economische realiteit, meer dan een politieke wensdroom.
“De zonnepanelen op zee zijn een initiatief van Engie Electrabel, dat nu wordt voortgezet in de Blauwe Cluster (een samenwerkingsverband van privé-bedrijven, door Vlaamse overheid erkend als speerpuntcluster, nvdr). Een zonnepaneel dat te warm wordt, produceert minder stroom. De zee werkt verkoelend, maar het zout en de golven zorgen voor andere uitdagingen. In China wordt het al gedaan, maar in beschutte gebieden. Hier kijken we naar de open zee, en toch dicht bij de elektrische infrastructuur.
“Van i-Land ben ik overtuigd dat het er komt. Dubai kijkt ernaar, en de multifunctionele eilanden die Nederland in zee wil bouwen, zijn vergelijkbaar. Het atol kan energie opslaan, maar ook voor andere doelen worden gebruikt.”
U investeerde persoonlijk in Lifepowr, een start-up voor elektrische batterijen. Waarom?
VANDENBULCKE. “Batterijen zullen een deel van de oplossing zijn. Het transport van hernieuwbare energie zal over steeds grotere afstanden gebeuren, dus er zal ook lokale opslag nodig zijn. Het is geen grootschalige opslag, maar veel kleine batterijen samen vormen ook een grote. Maar schilder me niet af als een businessangel, zoals een collega van u deed. Ik heb in het bedrijf van Dries Bols geïnvesteerd, omdat een vriend me aan hem introduceerde, Dries een goed idee had en geld nodig had om het te commercialiseren. Ik geloof in zijn bedrijf. Nu heb ik af en toe een leuk gesprek met hem. That’s it.”
Zit er een businesscase in de bestrijding van de plasticsoep op de oceaan?
VANDENBULCKE. “Het is een zeer complex vraagstuk, omdat je wel de plastic, maar niet de vis eruit wil halen. Daarom bestuderen we het in onze thuismarkt, met een proefproject op de Schelde. Onze redenering is dat het plastic in de open zee daar komt via de rivieren. Dus willen we het daar stoppen. Ik heb veel respect voor Boyan Slat (de jonge Nederlander die de plastic-vuilnisbelten op de oceaan wil opruimen, nvdr), maar ik geloof niet dat zoiets kan lukken. Ik wens hem het allerbeste, maar de oceaan is een zeer onherbergzame omgeving.”
U tekende de petitie Sign 4 My Future. De ondertekenaars vragen een krachtig klimaatbeleid, maar ik hoor nooit hoe dat er concreet moet uitzien.
VANDENBULCKE. “Ik heb veel bewondering voor de jongeren die op straat kwamen betogen. Het is hun planeet. Ook de onze, maar zij zullen er nog langer op leven. Ik vind het vooral belangrijk dat het signaal wordt opgepikt. Want de technologie is er, en ze kost geld. Maar er zijn dus wél oplossingen. Staatssecretaris Philippe De Backer heeft een tweede zone voor offshorewindparken afgebakend: laat ze ons bouwen.
“Er moeten veel keuzes gemaakt worden, veel wetgevende kaders gecreëerd. Ik begrijp dat het moeilijk ligt als de hoogspanningsnetbeheerder Elia een kabel door West-Vlaanderen wil trekken voor de elektriciteit van de offshorewindparken. Maar de politiek moet moedige keuzes durven te maken voor het nationale belang. De overheid zou bijvoorbeeld ook in openbare aanbestedingen kunnen eisen dat wordt gewerkt met ‘groene’ schepen. Waarmee ik niet uitsluitend de onze bedoel (het logo en de schepen van DEME zijn groen, nvdr).
“Ik heb die petitie dus getekend omdat de initiatiefnemers gelijk hebben. Bij alles wat we doen, zou duurzaamheid een voorwaarde moeten zijn. Als ik naar het Midden-Oosten vlieg, is het goedkoper per vliegtuig van Brussel naar Amsterdam te gaan dan per trein. Dat is niet logisch.”
Intussen zitten we al twee maanden zonder regering. Dat brengt volgens sommigen een gedeeltelijk herroepen van de kernuitstap dichterbij.
VANDENBULCKE. “Ook dat is een complex probleem. De politici die ik ontmoet, zijn ernstige mensen. Iedereen erkent het belang om snel een regering te hebben, en niemand talmt om te talmen.
“Wat de kernuitstap betreft, pleit ik vooral voor consistentie. Er is een beslissing genomen, het is voor niets goed dat daarover nog maar eens een debat wordt gevoerd. Dat staat de oplossing in de weg. Angela Merkel besliste de Duitse kerncentrales te sluiten, haar voorganger Gerhard Schröder hervormde de sociale zekerheid. Over die beslissingen hadden ze een akkoord gevonden met alle partijen, waardoor het beleid ook na hun legislatuur wordt voortgezet. De volgende regering zou dat in België ook moeten kunnen.”
Ethische code geldt overal
DEME kwam sinds de eeuwwisseling twee keer in het vizier van het gerecht. Een ondertussen afgesloten onderzoek peilde naar betalingen voor de bescherming van de werknemers in Nigeria, een ander naar mogelijke onregelmatigheden bij het binnenhalen van een baggerorder voor het Siberische Yamal-gasveld. Over dat lopende onderzoek geeft CEO Luc Vandenbulcke geen commentaar.
Met de stelling dat we te streng voor onszelf zijn, en moeten accepteren dat het in sommige landen niet zonder smeergeld kan, is hij het echter grondig oneens. “Dat is een verouderd koloniaal beeld. In die landen is het normbesef even groot als bij ons. Wij leiden mensen op over onze ethische code, die een belangrijk aspect is van ons duurzaamheidsrapport.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier