Lobbymachine Saab strijkt neer in Brussel voor vervangingscontract F-16’s
Het Belgische leger vervangt 35 F-16-straaljagers, een investering van zo’n 3,5 miljard euro. Grote namen strijden om het contract. Het Zweedse Saab is een outsider, maar benadrukt dat zijn Gripen niet alleen moderner, maar ook goedkoper is dan de jets van de concurrenten. En het brengt meer contracten mee voor de Belgische industrie.
“Ik weet dat Saab een outsider is voor de vervanging van de F-16’s van de Belgische luchtmacht”, bevestigt Håkan Buskhe, de CEO van de Zweedse defensiegroep, in een exclusief interview met Trends. “Ik weet ook dat België de aanbestedingsprocedure ernstig zal voeren. Daarom doen we ons uiterste best om als buitenbeentje meer in het spotlicht te komen. Wie onze kaarten bestudeert, zal zien dat we de beste troeven hebben.”
Saab pakt het lobbywerk grondig aan. In augustus streek een twintigkoppig team rond Per Alriksson neer in Brussel om België warm te maken voor zijn Gripen-jets. “We zijn het verkenningsteam, dat de weg voor de onderhandelaars helpt uit te stippelen”, zegt de gewezen gevechtspiloot.
De aankoop van de 35 nieuwe vliegtuigen kost in de periode 2020-2030 in totaal 3,5 miljard euro. Er zijn vijf kandidaten: de Joint Strike Fighter (F-35) van Lockheed, de Super Hornet van Boeing, de Typhoon 2 (Eurofighter) van het Brits-Duits-Italiaanse consortium Airbus-BAE-Alenia, de Rafale van het Franse Dassault en ten slotte de Gripen van Saab.
Defensie zou een voorkeur hebben voor de F-35, omdat die ook atoombommen kan afwerpen en dankzij de Stealth-technologie onzichtbaar is voor radars. Onze luchtmacht werkt bovendien veel samen met de Nederlanders, die de F-35 besteld hebben. Nederland zou het liefst hebben dat België dat type bestelt, omdat dat de operaties zou vergemakkelijken.
“De Gripen is het jachtvliegtuig van de volgende generatie, dat we nu volop ontwikkelen voor de Zweedse luchtmacht”, argumenteert Buskhe. “Het kan meer bommen laden, heeft een sterkere motor, werkt met performantere elektronica en sensoren en kan met allerlei snufjes beter de radar ontwijken dan de meeste concurrenten. De Belgische luchtmacht kan met Gripens meer betekenen voor de Nederlanders, omdat het de samenwerking kan vervolledigen met expertise die zij met de F-35 minder hebben.”
Tegen de Gripen speelt het feit dat Zweden geen lid is van de NAVO. Maar dat is volgens Buskhe geen punt. “De NAVO-leden Hongarije en Tsjechië vliegen ook met de Gripen, die perfect inzetbaar is met andere types van vliegtuigen.”
Een F-35 kost volgens de berichtgeving 135 miljoen euro. Gripens werden al verkocht voor 40 tot 55 miljoen euro. “Het heeft weinig zin in het ijle over de kostprijs te speculeren”, sputtert Buskhe tegen. “Die hangt af van het totaalpakket dat de koper wil.” Ter vergelijking: Zwitserland betaalde drie jaar geleden 122 miljoen euro voor de Gripen. In dat bedrag waren wel training, ondersteuning, dienst na verkoop, onderhoud en wisselstukken inbegrepen.
Het grote nadeel van de F-35 zijn de operationele kosten. Die lopen op tot 310 miljoen euro per jaar, en dat voor veertig jaar. Dat is de helft van het aankoopbudget van het leger. Het gerenommeerde magazine Jane’s Defence Weekly berekende dat de Gripen 4700 dollar per uur kost aan onderhoud. Dat is twee derde van de operationele kostprijs van de F-16 (de tweede goedkoopste). De F-35 kost zes keer meer dan de Gripen. “Het belangrijkste van een vliegtuig is dat je ermee vliegt, niet dat je het hebt”, redeneert Per Alriksson.
Defensie reageert
Kolonel Harry Van Pee is directeur van het Air Combat Capability Program, dat de aankoop voorbereidt. Hij benadrukt dat Defensie momenteel neutraal staat tegenover het type vliegtuig dat vereist is. Hij nuanceert de totale kostprijs van 15 miljard, die ook door sommige politici wordt vooropgesteld voor de vervanging. Dat bedrag behelst de kostprijs over veertig jaar van de capaciteit van alle jachtvliegtuigen, dus inbegrepen die van de F-16’s die nog tot 2028 blijven vliegen in afwachting van de vervanging. Ook personeels- en infrastructuurkosten vallen onder dat bedrag. Het gaat over 15 procent van het defensiebudget en bij de vooropgestelde verhoging verlaagt dat aandeel zelfs tot 9 procent. “De totale functioneringskosten van de opvolger bedragen volgens onze prognoses zo’n 185 miljoen euro per jaar, en dat is zeer vergelijkbaar met wat de F-16 vandaag kost”, klinkt het.
De kolonel nuanceert ook – zonder partij te kiezen – de relatief lage kostprijs van de Gripen. “Weet dat het artikel in Jane’s Defence Weekly ging over een studie die het moederbedrijf Janes op vraag en op kosten van Saab zelf gemaakt heeft”, stelt hij. “Degene die voor de studie betaalt, bepaalt natuurlijk wat er bestudeerd wordt. Het kwam er voor Saab dus op aan de juiste vraag te stellen, en dat hebben ze ook gedaan. De 4700 dollar waarvan sprake, bestaat hoofdzakelijk uit de kosten van de brandstof. Het is ongetwijfeld zo dat de Saab Gripen in brandstof de goedkoopste zal zijn. Het brandstofverbruik is recht evenredig met de stuwkracht die de motor ontwikkelt, en de Gripen heeft van de vijf veruit de lichtste motor. De brandstofkosten maken al bij al maar een beperkt deel van de werkingskosten uit.”
Uit de bevindingen van de prospectiefase van Defensie blijkt volgens de kolonel dat geen enkele kandidaat in gebruik beduidend duurder of goedkoper zou zijn dan een andere. “In dat verband dient te worden opgemerkt dat het meneer Buschkes job is zijn product in de markt te zetten”, merkt Van Pee nog op. “Daar is niets mis mee, hoe meer aan marketing gedaan wordt, hoe heviger de concurrentie, en hoe beter de deal die wij kunnen bekomen. Als het even kan, proberen wij van het Program Office ons ver van al die marketinginitiatieven te houden.”
Economische compensaties
Swedish Aeronautical AB (Saab), gesticht in 1937, draait een omzet van 2,9 miljard euro, waarvan de helft uit vliegtuigen komt. Het automerk, een spin-off, werd 25 jaar geleden verkocht aan GM. Saab wordt gecontroleerd door de Investor Group van de familie Wallenberg. Die is onrechtstreeks ook actief in ons land via AstraZeneca, Ericsson, SKF, Atlas-Copco en ABB.
“Vroeger vloeide veel van het geld voor de aankoop van legervliegtuigen terug naar de Belgische vliegtuigindustrie, maar via Investor kan het pakket bestellingen nu ruimer worden”, aldus Alriksson. “Samen met het Zweedse innovatieagentschap Vinova bekijken we mogelijkheden tot samenwerking tussen beide landen in veertien deeldomeinen.”
Economische compensaties zijn in strijd met de Europese Defensierichtlijn van 2012. Die eist een open aanbestedingsprocedure voor militaire uitgaven. De richtlijn laat wel compensaties toe als die een gevolg zijn van “essentiële veiligheidsbelangen van de lidstaat”. Dat opent perspectieven voor de ‘industriële participatie’.
Klassiek rekent een land er bij grote defensiecontracten op dat de helft van het betaalde bedrag terugvloeit naar eigen ondernemingen. “Dat zal veel meer zijn als Saab het haalt”, voorspelt Buskhe. “Een kwart van onze omzet vloeit naar onderzoek en ontwikkeling. Die kan gebeuren in samenwerking met Belgische bedrijven. We hebben het terrein al verkend en zien veel Belgische technologie, zoals sensoren, kijkers, beeldschermen, vliegtuigonderdelen, die perfect kunnen worden ingezet in de brede waaier van onze producten. België heeft een groot potentieel voor de defensie-industrie. Neen, we zeggen niet met wie we al hebben gesproken. Dat zal later blijken.”
Buskhe waarschuwt dat Saab geen one shots wil financieren om het aankoopcontract eventueel te financieren. “Onze groep wenst enkele duurzame activiteiten uit te bouwen. Daar hebben we zelf ook meer voordeel bij.”
Corruptiedossiers
Bij legercontracten zijn corruptie en andere wanpraktijken niet ongewoon, zoals ooit bleek bij de aankoop van Agusta-helikopters. In de media verschenen berichten over omkoping van politici en militairen bij de deal rond de Gripens voor Zuid-Afrika, Brazilië en de Tsjechische republiek. Het Britse Serious Fraud Office onderzocht de aankopen, omdat het Britse BAE bij de verkoop de commerciële strategie van Saab bepaalde. BAE werd in de Verenigde Staten veroordeeld tot een boete van 400 miljoen dollar in die zaak. BAE verkocht na de affaire zijn aandelen in Saab terug aan de familie Wallenberg.
“Wij hebben niets illegaals gedaan”, benadrukt Buskhe. “Saab is nergens veroordeeld. We weten dat de defensie-industrie geen al te beste reputatie heeft. Daar werken we aan. We houden zeer gewetensvol een witboek bij met alle contacten die we hebben gehad met politici en ambtenaren. Dat hebben we al bezorgd aan elke overheid die er ooit om heeft gevraagd.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier