Lieven D’hont, ondernemer in deeleconomie: ‘Materiaal huren moet even normaal worden als kopen’

Lieven D’Hondt: "Er zijn vaak nog drempels waardoor huren en delen niet snel genoeg doorbreekt."
Dirk Vandenberghe freelancejournalist en podcastmaker

Autodelen raakt langzaam maar zeker ingeburgerd, net als het delen van huursteps en -fietsen. Maar ook in andere sectoren kan huren een beter alternatief zijn dan kopen, meent Lieven D’hont van de Green Deal Huren en Delen. “Waarom zou je een koffer kopen die je ruim elf maanden per jaar niet gebruikt, als je voor elke reis de perfecte koffer kunt huren?”

Wie een apparaat nodig heeft, bijvoorbeeld om thuis te klussen, denkt er in de eerste plaats nog altijd aan dat product te kopen. Ook al belandt de boormachine, hakselaar of hogedrukreiniger vervolgens vele maanden in de kelder of het tuinhok, ongebruikt. Kopen blijft de eerste en vaak enige optie in zoekopdrachten op het internet. De kans dat er een huurknop verschijnt naast de aangeboden koopwaar, is zo goed als nihil. Mee daardoor wordt kopen in stand gehouden als de belangrijkste vorm van consumptie.

Genoeg consumenten zijn er zich bewust van dat huren of delen beter is voor het milieu. Daarvan getuigen verschillende deelinitiatieven die de afgelopen jaren in steden zijn ontstaan, zoals vzw’s en commerciële initiatieven waar mensen zich bij aansluiten om spullen te lenen, van fietsen voor de kinderen tot mobilhomes voor de zomervakantie. De bekendste en meest succesvolle initiatieven draaien rond mobiliteit, zoals het autodeelsysteem Dégage, waar bijna 6.500 particulieren zijn bij aangesloten.

Maar onvoldoende consumenten beseffen dat huren en delen niet alleen milieuvriendelijk is, maar vaak ook veel beter voor de portemonnee, terwijl je bovendien tijdelijk kunt gebruikmaken van topkwaliteit. “Wie iets koopt om het niet al te vaak te gebruiken, zal zelden iets zoeken in het topsegment. Soms koop je iets van mindere kwaliteit, dat vaak minder lang meegaat dan gehoopt. Als je huurt, kun je voor een eerlijke prijs kiezen voor topkwaliteit, voor het moment waarop je het nodig hebt. Daar zijn we ons onvoldoende van bewust”, zegt Lieven D’hont van de Gentse vzw WijDelen, een pionier in de deeleconomie, onder andere met het kinderfietsenproject Op Wielekes, en de Belgische versie van het internetdeelplatform Peerby.

Circulaire economie

D’hont is met WijDelen sinds een kleine twee jaar de trekker van de Green Deal Huren en Delen. Green Deals zijn een instrument van het departement Omgeving van de Vlaamse overheid om complexe maatschappelijke uitdagingen aan te pakken. Omdat huren en delen onvoldoende snel doorbreekt op de markt, kwam het thema in aanmerking voor een Green Deal-project. Verschillende spelers en initiatieven worden samengebracht om huren en delen meer in de kijker te plaatsen. De partners in het Green Deal-project krijgen ook steun van het Vlaams Agentschap Innoveren en Ondernemen (Vlaio), dat met Living Labs de overgang naar de circulaire economie financieel ondersteunt.

“Wij concentreren ons voluit op het gedeelde gebruik van producten. Dat kan via het klassieke verhuren, via een deelinitiatief of iets daartussenin, bijvoorbeeld met een abonnement. De materialen variëren van een kraan tot een schroevendraaier en alles daartussenin”, zegt D’hont. Er kunnen steeds nieuwe partners aansluiten. Zo is de Green Deal een levende en groeiende beweging.

‘Onvoldoende consumenten beseffen dat huren en delen niet alleen milieuvriendelijk is, maar vaak ook veel beter voor de portemonnee’

Lieven D’hont,

WijDelen

De Green Deal richt zich niet uitsluitend tot de sociale innovaties en burgerinitiatieven die de afgelopen jaren zijn ontstaan. “Die hebben een belangrijke rol, zeker binnen hun lokale gemeenschap”, zegt Lieven D’hont. “Daarom sloten we al charters af met Gent, Leuven, Hasselt en Kortrijk, die pioniers zijn in huren en delen, en werken we aan deals met andere steden. Maar de klassieke verhuurbedrijven maken 95 procent van de markt uit. Die zijn dus een zeer belangrijke speler voor het bekendmaken van verhuuropties, terwijl we nu zien dat er vaak nog allerhande drempels zijn waardoor huren en delen niet snel genoeg doorbreekt op de markt.”

Zichtbaarheid en nabijheid

Daarom is D’hont heel blij met de samenwerking met BERA, de Belgian Equipment Rental Association, een associatie die in juni 2023 werd opgericht en waar ondertussen een zestigtal machineverhuurbedrijven bij zijn aangesloten. Enkele grote spelers hebben ook in eigen naam het charter van de Green Deal ondertekend, maar BERA brengt als koepel expertise binnen die de kleine sociale innovaties kan helpen.

“Wij hebben als professionals een ruime ervaring met verhuren, een ervaring die een kleiner deelinitiatief vaak niet heeft. Dat kan gaan over veiligheid bij het gebruik, of over het vermijden van allerhande risico’s zoals schade of diefstal. Wij kunnen leden die op zoek zijn naar een bepaalde expertise snel helpen”, vertelt Bill Olivier, de voorzitter van BERA.

Maar binnen het grotere geheel van de Green Deal willen de verhuurders uiteraard ook helpen met het populairder maken van verhuur. “Wij halen nu het grootste deel van onze 830 miljoen euro omzet bij grotere bedrijven, en slechts 10 procent bij kmo’s en 5 tot 10 procent bij particulieren. Daar is dus zeker nog marge voor groei. Zichtbaarheid en nabijheid zijn zeer belangrijk. We moeten meer in beeld komen bij particulieren en ervoor zorgen dat onze toestellen dicht genoeg bij de eindklant beschikbaar zijn, bijvoorbeeld door meer contactpunten te creëren. Dat kan ook bij doe-het-zelfzaken, waar hoe dan ook al een grote passage van potentiële klanten is.”

Drempels wegnemen

Maar waarom zou een doe-het-zelfketen een machine verhuren van een verhuurbedrijf, als het die ook kan verkopen? “Daar zijn verschillende redenen voor”, aldus Olivier. “Uiteraard krijgen ze er een marge op, en klanten hebben vaak extra spullen nodig, zoals schroeven of spijkers of ander materiaal dat je niet kunt huren. De klant ziet het als een extra alternatief dat wordt aangeboden door de winkel en komt daardoor vaker en makkelijker terug. Want het grote voordeel van huren en delen is dat je altijd de juiste machine of het juiste instrument kunt gebruiken voor de juiste periode. Als je huurt, kun je altijd topkwaliteit gebruiken: het is onze taak om dat nog veel meer kenbaar te maken. We zien al dat zeker jongere generaties daar erg gevoelig voor zijn. Zij zien huren steeds vaker als een waardig alternatief voor kopen.”

‘Als je huurt, kun je altijd topkwaliteit gebruiken: het is onze taak om dat nog veel meer kenbaar te maken’

Bill Olivier,

BERA

Een van de drempels waarmee de verhuurmarkt kampt, is dat ze geen gebruik kan maken van aankoopsubsidies voor milieuvriendelijke toestellen. “De overheidssubsidies zijn alleen voor de eindklant, die het toestel gebruikt. Maar als je de CO2-uitstoot op een bouwwerf omlaag wilt krijgen, zou het logisch zijn ook de huurtoestellen te subsidiëren. Wij kunnen die lagere prijs verwerken in onze huurprijzen, en daarvan profiteren ook particulieren.”
BERA probeert nog wel wat andere overheidsdrempels weg te werken. Zo zijn de veiligheidscontroles voor hoogtewerkers in ons land verplicht driemaandelijks, terwijl de Europese regels jaarlijkse controles voorschrijven. “Dat is logistiek en financieel een zware extra last, die ons een competitief nadeel oplevert tegenover buitenlandse verhuurders.” Door die drempels voor verhuur weg te werken, zou verhuren in veel gevallen het nieuwe normaal moeten worden, meent Olivier, en dat kan ook inspirerend zijn voor particulieren.

Produceren om te huren

Lieven D’hont van WijDelen ziet niet alleen de professionele verhuurders van materialen als medestanders. Hij mikt ook op de producenten. “Die maken uiteindelijk de producten die verhuurd zullen worden. Wij willen er meer op inzetten om producenten aan te sporen niet meer voor de grote volumes te gaan, maar kwalitatief te produceren, afhankelijk van hoe frequent een product gebruikt wordt. Producenten en verhuurders kunnen daar elkaar versterken. Verhuurders kopen de topkwaliteit in, dat zijn materialen en instrumenten die gemaakt zijn om lang mee te gaan, frequent te gebruiken, en transporteerbaar en snel herstelbaar zijn. Producenten kunnen zich dan ook meer richten op verhuur als ze een product ontwikkelen.”

D’hont geeft een voorbeeld. “Samsonite maakt met zijn koffers een topproduct. Je kunt die verkopen, maar hoeveel keer ga je op reis met die koffer? Bovendien, deze keer ga je drie weken op zomervakantie, en in het najaar ga je op een korte citytrip. Dan kun je beter een andere koffer gebruiken. Samsonite zou dus perfect kunnen verhuren, want die koffers gaan lang genoeg mee. Dat er in bepaalde seizoenen meer wordt gereisd dan in andere, is geen bezwaar. Landbouwmachines en tenten voor jeugdkampen zijn ook vaak op hetzelfde moment nodig, en dat krijg je ook georganiseerd.”

Graag citeert D’hont Daan Weddepohl, de Nederlandse sociaal ondernemer en oprichter van het peer-to-peerplatform Peerby, dat D’hont in België introduceerde. “Hij vergelijkt het met mensen die zin hebben in een glaasje melk. Maar vaak zijn we zo georganiseerd dat je alleen vijf liter melk kunt kopen. Zo creëren we overconsumptie, maar die is direct verbonden aan de overproductie. Vandaar dat we ons naast de producenten, de verhuurders, de sociale initiatieven en de technologische innovaties via bijvoorbeeld platformen, ook expliciet richten tot de producenten.”

Kennis delen

Om de kennis over huren en delen beter en sneller te verspreiden, werkt de Green Deal ook samen met verschillende kennisinstellingen. Zo bestudeert de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) onder welke voorwaarden huren beter is dan kopen. “Een simpel voorbeeld: iemand die op het platteland op 10 kilometer van zijn dichtste buur woont, kan misschien toch zelf beter een ladder kopen als hij die een paar keer per jaar nodig heeft, terwijl je in de stad de milieu-impact kunt verminderen door ladders te delen.”

‘Kinderen hebben tijdens het opgroeien zes tot negen fietsen nodig. Het is gek die allemaal te kopen en ze later weer te proberen verkopen’

Lieven D’hont,

WijDelen

Ook het Center for Service Intelligence van de UGent is als kennisinstelling een van de partners van de Green Deal. “Onze focus ligt op service-innovatie voor een gezonde, gedigitaliseerde en circulaire wereld”, zegt professor Katrien Verleye. “Bedrijven die de focus verleggen van verkopen naar verhuren of delen zijn voor ons een service-innovatie, omdat de focus dan wordt verlegd naar alle diensten rond het product die een rol spelen bij huren of delen, zoals het voorbereiden, het geven van advies en het onderhoud.”

Eigenaarschap herdenken

Dat sluit perfect aan bij het uiteindelijke doel van de Green Deal Huren en Delen: het herdenken van het eigenaarschap. De focus moet niet langer liggen op het bezit, maar op de makkelijke toegang tot gebruiksvoorwerpen en materialen. Zo helpt de Green Deal mee aan de Vlaamse ambitie om 30 procent minder materialen te gebruiken tegen 2030.

En hoe bescheiden de impact van sociale innovaties ook is, Lieven D’hont gelooft stellig dat het een mentaliteitsverandering kan teweegbrengen. “Dan moeten we huren nog veel toegankelijker maken en de goede voorbeelden in de verf zetten. Neem ons project Op Wielekes. Kinderen hebben tijdens het opgroeien zes tot negen fietsen nodig. Het is gek die allemaal te kopen en ze later weer te proberen verkopen. Het is veel eenvoudiger die te huren, zodat de fiets kan meegroeien met het kind. En we leren de kinderen het belang van zorg dragen voor de huurfietsen, door henzelf het contract te laten tekenen. Als kinderen en ouders zien dat het werkt voor fietsjes, zullen ze ook in andere gevallen sneller huren.”

Op 28 november organiseren WijDelen en Vlaanderen Circulair de tweede editie van de Sharing Summit in het Wintercircus in Gent.

Info: wijdelen.be/sharing-summit-2024

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content