Lennart Joos (Out of the Blue) over CO2-afvang: ‘We zijn nog absoluut niet waar we moeten zijn’

LENNART JOOS "CO2-afvang wordt de nieuwe oliesector." © Emy Elleboog
Luc Huysmans senior writer bij Trends

In zowat elk klimaatplan ter wereld is het afvangen van CO2 onontbeerlijk om de rekening te doen kloppen. Alleen staat de technologie nog in de kinderschoenen. “Er gebeurt wel wat op het terrein, maar we zijn nog absoluut niet waar we moeten zijn”, zegt Lennart Joos, de oprichter van Out of the Blue.

In het IJslandse Hellisheidi legt het Zwitserse bedrijf Climeworks de laatste hand aan de Orca. Dat moet de grootste installatie worden om CO2 uit de lucht te halen. De capaciteit van 4000 ton per jaar kan over drie tot vier jaar maal tachtig gaan. Alleen blijft zelfs een capaciteit van 320.000 ton per jaar een druppel op een hete plaat. We stoten met zijn allen jaarlijks een kleine 40 miljard ton CO2 uit.

In ons land kreeg het energiebedrijf Eneco enkele maanden geleden te horen dat het voor een nieuwe gascentrale die het wil bouwen in Manage in Henegouwen de CO2 moet opvangen en opslaan. Maar die technologie bestaat nog niet op industriële schaal, verdedigde het bedrijf zich. “Dat klopt en klopt niet”, lacht de Gentse ondernemer Lennart Joos. De technologie bestaat, maar is nog duur, en je kan nergens naartoe met de afgevangen emissie. “Er gebeurt wel wat op het terrein, maar we zijn nog absoluut niet waar we moeten zijn.”

Dat zal niet zo blijven, verwacht Joos. “Bedrijven zullen tegen 2030 geen andere keuze hebben dan hun CO2 af te vangen of uit de omgeving te capteren. Het wordt een grondstof, net alsof je nu aardgas of staal koopt.” Hij richtte iets meer dan twee jaar geleden Out of the Blue op. De start-up zoekt financiering om CO2 af te vangen uit de zee. Met die technologie is Joos een pionier. De meeste andere bedrijven mikken op methodes om de koolstofdioxide uit de lucht te halen. Maar ook die technologie staat nog in de kinderschoenen. Volgens het Internationaal Energieagentschap (IEA) zijn er wereldwijd vijftien installaties operationeel, die samen 9000 ton CO2 afvangen. Er wordt tegen 2023 een grote installatie van 1 miljoen ton gebouwd in de Verenigde Staten, al zou de CO2 daarvan vooral worden gebruikt om meer olie en gas op te pompen uit bestaande olievelden.

Zonder het afvangen en opslaan van CO2 is het volgens het IEA “waarschijnlijk onmogelijk” om te koolstofneutraliteit te bereiken.

Veel projecten

De meeste beleidsmodellen gaan ervan uit dat de sector van de CO2-afvang tussen 2030 en 2050 snel volwassen zal worden. Het IEA voorspelt dat er tegen 2050 voor 8,6 miljard ton CO2 wordt afgevangen. Dat is bijna anderhalve keer zo veel als wat in het klimaatakkoord van Parijs werd afgesproken. Zonder het afvangen en opslaan van CO2 is het volgens het IEA “waarschijnlijk onmogelijk” om te koolstofneutraliteit te bereiken.

Dat blijkt ook uit een rapport van Neil Grant en Ajay Gambhir van het Imperial College in Londen. Indien grootschalige CO2-afvang niet uit de startblokken raakt, dan moeten de emissies twee keer zo snel naar beneden. Om dat doel te bereiken, zouden er vier keer zo veel hernieuwbare energiebronnen moeten bij komen, moeten vervuilende activiteiten als luchtvaart drastisch worden ingekrompen, en moeten lagebroeikasbrandstoffen als waterstof versneld worden ingevoerd.

De noodzaak aan CO2-afvang wekt de interesse van grote partijen. In dertien Europese landen lopen meer dan veertig projecten. In het Luikse Lixhe is er sinds 2019 een pROEFfabriek waar HeidelbergCement, Lhoist, Cemex, Tarmac, Calix, ECN, Imperial College en PSE een reactor hebben gebouwd die per jaar ongeveer 18.000 ton CO2 scheidt van magnesiummineralen. In Hannover wordt aan een demonstratiemodel gebouwd.

De Antwerpse havenbeheerder Port of Antwerp bracht eind 2019 zeven chemie- en energiebedrijven samen in het consortium Antwerp@C. Air Liquide, BASF, Borealis, ExxonMobil, INEOS, Fluxys en Total hopen tegen 2030 de helft van de 18,65 miljoen ton broeikasgassen die jaarlijks in de haven worden uitgestoten, af te vangen. De bedoeling is die te hergebruiken of op te slaan. Om dat te realiseren, zou er een centrale pijpleiding komen, een installatie om CO2 vloeibaar te maken en tijdelijk op te slaan, en transport via een pijpleiding naar Rotterdam of per schip naar Noorwegen, en van daar naar lege gasvelden in de Noordzee.

Een stevige duw in de rug komt ook van bedrijven die zichzelf klimaatneutrale doelen stellen of krijgen opgelegd. Joos: “Die bedrijven verminderen hun uitstoot, en waar dat niet kan compenseren ze de emissies. De klassieke manier om dat te doen is bomen planten. Alleen zal daarvoor niet genoeg plaats op aarde zijn. Bedrijven als de softwaregigant Microsoft en het fintechbedrijf Stripe gaan nog verder, en willen tegen 2030 hun historische ecologische voetafdruk compenseren. Dan heb je geen andere keuze meer dan CO2 uit de lucht te halen.”

Twijfel over de technologie

Ondanks de bijna onwrikbare zekerheid die uit de beleidsplannen blijkt, is er nog flink wat twijfel over de technologie. Grote spelers als Linde, Siemens en MHI hebben apparatuur om CO2 af te vangen bij grote industriële installaties, zoals raffinaderijen en staalovens. Het voordeel is dat een groot deel – 10 procent en meer – van de uitgestoten gassen CO2 is. De gassen worden gewassen met amines. Door die vloeistof vervolgens te verhitten kan je de CO2 recupereren. Maar dat procedé is relatief duur en is er veel water en hitte, en dus energie, voor nodig.

Volgens de Amerikaanse Stanford-professor Mark Z. Jacobson zijn windmolens of zonnepanelen altijd te verkiezen boven een fossiele energiecentrale die met CO2-afvang zijn emissies zegt te drukken. Want er is nog altijd luchtvervuiling, en er zijn de kosten voor de afvangapparatuur. Als je bovendien alle emissies optelt die bij de ontginning en het transport van fossiele brandstoffen vrijkomen, dan wordt niet 85 tot 90 procent, maar slechts 10 tot 11 procent van de uitstoot afgevangen.Toch lijkt de grootschalige afvang op korte termijn economisch het meeste kans op slagen te hebben. Grof geschat kost het minstens 60 euro om een ton CO2 af te vangen. Daarbovenop komt ruwweg 20 euro voor opslag, en, indien er nog geen CO2-net is, nog minstens 20 euro voor het transport. Dat is samen minimaal 100 euro per ton CO2. In het Europese emissiehandelssysteem ETS nadert de prijs voor het recht om een ton CO2 te mogen uitstoten 50 euro. “Dat doet bij veel bedrijven de alarmbellen afgaan”, zegt Joos. Economisch is het een pak moeilijker voor bedrijven zoals Climeworks en andere, die CO2 uit de lucht halen. “In de lucht zit geen 10 procent, maar amper 0,04 procent CO2. Bovendien is dat al uitgestoten CO2, en is de vraag: wiens probleem is het dan? Het is duurder, moeilijker en er is geen businesscase.”

LENNART JOOS
LENNART JOOS “Ik geloof niet in het hergebruik van CO2 om de klimaatverandering aan te pakken.”© Emy Elleboog

Opslag in cement

Het gebrek aan een verdienmodel geldt voor elke vorm van CO2-verwijdering. “Ik geloof niet in het hergebruik van CO2 om de klimaatverandering aan te pakken”, stelt Joos. “Wereldwijd stoten we per jaar een kleine 40 miljard ton CO2 uit. De markt van CO2 in petrochemie is ongeveer 100 miljoen ton. Slechts driekwart daarvan is enhanced oil recovery, dat CO2 in oude olievelden pompt om er nog meer olie en gas uit te kunnen halen. Er gaat dus maar zo’n 25 miljoen ton per jaar naar de bubbels in je frisdrank of in voedselverpakkingen, en naar enkele chemische processen. Het hergebruik is dus zeer beperkt. Los daarvan kost hergebruik energie, en als die niet groen of nucleair is, stoot je opnieuw CO2 uit.”

De klassieke manier om emissies te compenseren is bomen planten. Alleen zal daarvoor niet genoeg plaats op aarde zijn’

Lennart Joos, Out of the Blue

Naast hergebruik wordt ook geëxperimenteerd met de mogelijkheden om CO2 op te slaan in bijvoorbeeld cement. Met 4 miljard ton per jaar is dat de meest geproduceerde grondstof ter wereld. Alleen wordt er tegelijk CO2 uitgestoten bij de productie van cement, en is het niet mogelijk om een ton CO2 in een ton cement te stoppen. “Het is bijna onmogelijk om door grondstoffen te produceren de miljarden tonnen aan opslagcapaciteit die we nodig hebben, te realiseren. Ik bots soms op bedrijven die diamanten maken met CO2 uit de lucht, of CO2 gebruiken om wodka te produceren. De eenheid voor diamant is karaat, wat een vijfde van een gram is. En voor wodka heb ik berekend dat je 173 liter per dag moet drinken om je eigen uitstoot te compenseren. Dat komt niet goed.” ( lacht)

Daarnaast is er nog de opslag van koolstofdioxide in oude gas- en olievelden, zonder enhanced oil recovery. “Het is de enige optie die qua schaalgrootte in de buurt van de grootte van het probleem komt”, vindt Joos. “We moeten miljarden tonnen CO2 opvangen en verwijderen, maar er worden elk jaar ook miljarden tonnen olie en gas gewonnen.”

In de Noordzee wordt de olie- en gaswinning steeds meer afgebouwd. Joos: “Over tien jaar zal veel infrastructuur daar moeten worden verwijderd: boorplatformen, pijpleidingen, enzovoort. Voor we dat doen, zou ik voorstellen zo veel mogelijk CO2 in die velden op te slaan. In het Noorse Sleipnir is er een demonstratieproject, Northern Lights, waar ze sinds de jaren negentig CO2 opslaan in geologische formaties. Die data zien er hoopgevend uit.”

Geopolitiek gevecht

Daar komt Out of the Blue op de proppen. “Onze oceanen zijn een enorme buffer voor de klimaatverandering. Ze vangen 90 procent van de warmte op en een derde van de CO2-emissies. Maar daardoor zien de wereldzeeën enorm af. Ze verzuren, wat er onder meer toe leidt dat de koraalriffen afsterven”, schetst Joos.

Daarom wil Joos de CO2 uit het zeewater halen. Dat is niet alleen makkelijker dan uit een gas, maar in een kubieke meter water zit ook 150 keer meer CO2 dan in een kubieke meter lucht. “Er zijn ook logistieke voordelen. Je kunt extractie-eilanden bouwen rond boorplatformen: drijvende vlotten die CO2 uit de zee halen, en zich dicht bij installaties bevinden die CO2 kunnen opslaan. Bovendien kan je windkracht gebruiken om bijvoorbeeld een pomp aan te drijven.”

De jonge ondernemer maakt zich sterk dat zijn oplossing kan helpen om bedreigde ecosystemen te helpen beschermen, doordat ze de zuurtegraad van het water lokaal kan verminderen. maar hij botst op de kip-of-eivraag. Zonder demonstratieproject geen investeerders, maar zonder investeerders geen proefinstallatie. “Ik blijf zoeken. Er is maar één businessangel nodig die er iets in ziet, en het netwerk en het geduld heeft om er iets mee te doen.”

Joos twijfelt er niet aan dat CO2-verwijdering big business wordt. “Tegen 2030 moeten we 55 procent minder uitstoten. We zitten niet eens in de buurt. Dat wordt een enorme uitdaging. Nog niet iedereen voelt de sense of urgency. Dat is jammer, want hoe langer we wachten, hoe meer het zal kosten.”

“Het wordt een geopolitiek gevecht om de technologie rijp te krijgen. Landen die CO2-afvang zullen aanbieden, kunnen andere landen geld vragen. Dat wordt de nieuwe oliesector. Reken maar uit: 10 miljard ton CO2 per jaar opvangen tegen 100 euro per ton is een markt van een biljoen euro. In Europa gebeurt daar niet genoeg mee. Het Verenigd Koninkrijk, de Verenigde Staten en Canada werken er wel aan, en zij zullen daar later de vruchten van plukken.”

40 miljard ton CO2 stoten we met zijn allen jaarlijks uit

15 installaties om CO2 uit de lucht te halen, zijn wereldwijd operationeel. Samen vangen ze 9000 ton CO2 af.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content