Leerkrachten staken: geen kwestie van hogere lonen
Vier vakbonden hebben het onderwijspersoneel opgeroepen om op 20 maart te staken. Ze viseren niet zozeer de huidige minister, maar willen de volgende regering laten weten dat het water de leerkrachten aan de lippen staat. Is de ontevredenheid een luxeprobleem of heeft de sector een punt?
Terwijl scholieren op straat komen voor een beter klimaat, hebben ook hun leerkrachten besloten te staken. Niet voor een kordater klimaatbeleid, maar voor meer investeringen in het onderwijs. De oproep komt van de vier onderwijsvakbonden: het Christelijke Onderwijzersverbond (COV), de Christelijke Onderwijscentrale (COC), het liberale VSOA Onderwijs en de socialistische ACOD.
De bonden schuiven diverse eisen naar voren, maar de belangrijkste vraag is die naar meer investeringen in het onderwijs. Dat is opvallend, want in de Vlaamse begroting is het departement Onderwijs goed voor ruim 13 miljard euro. “Het budget voor Onderwijs is deze regeerperiode gestegen met 1,2 miljard”, reageert minister van Onderwijs Hilde Crevits (CD&V). “We hebben het onderwijs grondig hervormd in het belang van leerlingen en leerkrachten. Veel hervormingen lopen nog, en er starten er ook enkele volgend schooljaar.”
Meer dan centen
Dat geven de bonden ook toe. Ze wijzen erop dat de stijging van het budget logisch is omdat het onderwijs een open financiering kent. Hoe meer leerlingen er zijn, hoe meer geld er naar onderwijs gaat. “We beweren niet dat er geen investeringen in het onderwijs gebeuren, maar wel dat er structureel meer investeringen nodig zijn”, zegt Nancy Libert van ACOD Onderwijs. “Kijk naar het ziekteverzuim: 40 procent is te wijten aan psychosociale oorzaken. Een kind kan zien dat er iets mis is met de werkdruk.”
Waar loopt het mis? De klassen worden niet zoveel groter, maar per klas stijgt het aantal leerlingen met specifieke noden wel. Die extra werkdruk komt boven op een stijgende administratieve planlast. “Dat is al langer geweten en er wordt hier en daar wel geïnvesteerd”, zegt Libert. “Maar vaak blijft dat een druppel op een hete plaat. Neem de extra kinderverzorger in het kleuteronderwijs. Die mag 8 uur per week komen om de ergste noden op te vangen, maar dat is te weinig.”
De staking van het onderwijspersoneel draait dus niet om een loonsverhoging, maar om meer personeel. “Ik vind het goed dat de bonden het over de inhoud willen hebben”, zegt Vlaams parlementslid en onderwijsexpert Koen Daniëls (N-VA). “Al moeten de oplossingen niet enkel van de overheid komen. Je kunt je afvragen of van die extra middelen die naar onderwijs vloeien er niet te veel terechtkomt bij de koepels en de structuren die op hun beurt extra planlast veroorzaken. Ik neem aan dat de bonden trouwens ook een bijsturing van het M-decreet zullen steunen om te bereiken wat nodig is: gewoon onderwijs als het kan, buitengewoon als het nodig is.”
Politica en onderwijsspecialist Elisabeth Meuleman (Groen) ziet de staking als een logisch gevolg van besparingen die dateren van het begin van de legislatuur. Ze verwijst onder meer naar het hoger onderwijs en het basisonderwijs. “Er zijn nadien inderdaad investeringen gekomen, maar onvoldoende”, zegt ze. “Denk aan de scholenbouw of aan het M-decreet. Deze regering trok daar meer middelen voor uit, maar de middelen uitsmeren over alle scholen, is minder efficiënt dan ze gericht besteden aan buitengewoon onderwijs.”
Te weinig leraren
Nochtans is de staking niet gericht tegen het beleid van Crevits, laten de bonden weten. Ze zien het als een wake-upcall voor de volgende regering. Die moet meer investeren in onderwijs. Al was het maar om het oplopende lerarentekort op te vangen. Tegen 2024 zou dat oplopen tot meer dan 5000.
Dat tekort is volgens de bonden voor een groot stuk te wijten aan het fenomeen dat te veel jonge leerkrachten een carrière in de privésector verkiezen boven het onderwijs. Daar zijn de perspectieven voor jonge leerkrachten beter, klagen ze. Daarbij is het nettoloon niet het probleem, geven de bonden toe, maar wel de extralegale voordelen zoals een bedrijfswagen of een gsm. Bovendien biedt de vlakke lerarenloopbaan nauwelijks promotiekansen en hebben jonge leerkrachten weinig werkzekerheid.
“Meer middelen is geen oplossing”, zegt onderwijseconoom Kristof De Witte (KU Leuven). “Met de besteding van middelen per leerling zitten we al bij de hoogste van alle OESO-landen. Er is inderdaad een lerarentekort, maar de krapte op de arbeidsmarkt laat zich ook in andere sectoren voelen. In het onderwijs is de leeftijdspiramide bovendien niet meer scheefgetrokken dan in andere sectoren.”
“Iedereen heeft het recht te staken”, reageert Crevits. “De timing vind ik wel ongelukkig. De staking is aangekondigd net op het moment dat het Vlaams Parlement over de nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor de leraren stemde. Dat gaat om een pakket maatregelen met een investering van 150 miljoen euro. Daarin zit een loonsverhoging, maar ook maatregelen voor startende leraren, zoals de lerarenplatforms die we dit schooljaar hebben ingevoerd. Via dat platform hebben meer dan 3300 leraren een jaar lang werk- en loonzekerheid en krijgen ze coaching. Die coaching wordt volgend jaar uitgebreid.”
“Ik heb wel moeite met het concept van een preventieve staking”, zegt Daniëls. “Maar aan de andere kant moeten we het onderwijs opnieuw onderwijs laten zijn. De enige grondstof van Vlaanderen zijn onze hersenen. Ontwikkelen we die niet maximaal, dan schieten we in de voet van onze economische en sociale welvaart.”
5000 leraren
zullen er tegen 2024 te kort zijn.
Het loopbaanpact
Naast de hervorming van het secundair onderwijs was het loopbaanpact een van de belangrijke onderwijswerven van deze legislatuur. In 2017 stelde minister Hilde Crevits maatregelen voor om zo’n pact te sluiten. Ze wou daarbij het aantal werkuren op school voor alle leerkrachten verhogen tot 22 uur. Dat stuitte op verzet.
Daarop volgde een studie over de tijdsbesteding van de leerkrachten in het basisonderwijs en in het secundair. Begin vorig jaar bleek dat leerkrachten gemiddeld 41 uur per week werken. Voor de minister zijn die cijfers een basis om het akkoord dat ze in 2017 met de sociale partners bereikte, verder uit te werken. De bonden verwachten dat een lerarenloopbaanpact iets voor de volgende regering is.
Volgens onderwijsexpert Koen Daniëls (N-VA) wordt de discussie te vaak verengd naar het loon. “Als de vakbonden 108 miljoen euro koopkrachtverhoging vragen boven op de automatische indexering en de tweejaarlijkse verhoging, is dat maximaal 17 euro per personeelslid in het onderwijs. Geen enkele leraar vraagt dat. Voor dat geld hadden we wel 2500 mensen extra kunnen aantrekken. De zorgen van de leraars gaan niet over hun loon, maar over inhoud en kwaliteit, en de vrijheid van de leraar”, zegt hij.
Ideologische breuklijnen leiden in het onderwijs niet altijd tot het beste compromis. Nancy Libert (ACOD): “Neem de modernisering van het secundair onderwijs. Die start op 1 september. Alleen zijn de handboeken niet klaar. Zulke ingrijpende wijzigingen moeten beter worden voorbereid. In het onderwijs ben je bezig met mensen. Dat is wat anders dan wisselstukken vervangen bij een auto. Het is geen optie om wat uit te proberen en dat en cours de route bij te sturen. Wij vinden dat te veel maatregelen worden geïmplementeerd zonder dat leerkrachten de kans krijgen zich voor te bereiden.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier