Kunst afbetalen in termijnen: Vlaanderen lanceert de renteloze kunstlening
Binnenkort kunnen kunstliefhebbers een renteloze lening afsluiten om werk van levende Vlaamse en Brusselse kunstenaars te kopen. De nieuwe instroom van kunstverzamelaars moet vooral de kunstenaars ten goede komen. Al hebben de galeries een streepje voor.
Een jong publiek aanspreken, het houdt ook de galeries bezig. “Wij willen jonge mensen ook de kans geven kunst te kopen, in plaats van alleen op de gevestigde verzamelaars te rekenen”, zegt galeriehoudster Sofie Van de Velde, die ook ondervoorzitter is van de BUP, de vakvereniging van de Belgische kunstgaleries. “Natuurlijk is het belangrijk voor kunstenaars dat ze in de grote collecties terechtkomen. Maar je hebt de twee nodig.” Jonge mensen hebben doorgaans geen dik gevulde portefeuille. “Je kunt kopers een werk in termijnen laten afbetalen”, legt Van de Velde uit. “Wij doen dat ook. Maar je creëert zo een cashflowprobleem, waardoor het moeilijk wordt nieuwe projecten te financieren. De BUP ijverde al lang voor een renteloze lening. We rekenden er al niet meer op dat ze er nog zou komen. Tot Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz (Open Vld) het plan weer op tafel heeft gelegd. We zijn enorm blij dat die lening er eindelijk is.” De renteloze kunstlening – die in Vlaanderen Kunst Aan Zet heet – is geen nieuwigheid: in Nederland en Groot-Brittannië bestaat het systeem al lang (zie kader ‘Een limiet is er voorlopig niet’).
“We willen meer mensen aansporen galeries te bezoeken en actuele kunst te ontdekken, en mogelijk ook echt een werk te kopen”, stelt Hans Ruebens van Kunst in Huis, dat Kunst Aan Zet coördineert. “Het doel is niet alleen een verjonging, maar ook een verbreding van het publiek.” Als de renteloze lening een succes wordt, moet dat uiteindelijk de kunstenaars – en dan vooral jonge en beginnende artiesten – ten goede komen. “Er zijn heel weinig artiesten die alleen van hun kunst kunnen leven. Velen moeten verscheidene banen combineren om het hoofd boven water te houden”, weet Sofie Van de Velde. “Kunst Aan Zet wil ervoor zorgen dat werk van jonge kunstenaars meer wordt gekocht. Het is een van de doelstellingen die ik heel belangrijk vind.”
Geen kosten
Door Kunst Aan Zet kunnen particulieren minimaal 500 tot maximaal 7000 euro lenen om bij een Vlaamse of Brusselse galerie een werk aan te schaffen van een levende – dus niet noodzakelijk jonge – kunstenaar die in Vlaanderen of Brussel is gevestigd. Een wederverkoop – waardoor de kunstenaar geen substantieel deel van de koopsom krijgt – komt niet in aanmerking. Wie tot 2100 euro leent, kan het krediet aflossen met maandelijkse betalingen over 6 of 12 maanden. Vanaf 2000 euro kan hij kiezen tussen een aflossingstermijn van 6, 12 of 18 maanden, en vanaf 4500 euro tussen 6, 12, 18 of 24 maanden. Een koper kan verscheidene kredieten tegelijk afsluiten, maar het af te lossen bedrag mag niet uitkomen boven de limiet van 7000 euro.
De koper betaalt geen rente of andere kosten: hij lost enkel de aankoopsom van het werk af. Hij moet de lening online aanvragen bij Hefboom, een coöperatieve die ook microkredieten aan sociale en duurzame projecten verschaft. Die financiële tussenschakel stort het bedrag op de rekening van de galerie, min een commissie van 5 procent om de dossierkosten te dekken. Kunst in Huis en Hefboom krijgen van de Vlaamse overheid een forfaitair werkingsbudget om Kunst Aan Zet te organiseren. De renteloze kunstlening beschikt over een licentie van de federale overheidsdienst Economie en de financiële waakhond FSMA.
Vanaf 5 september – de start van het Brussels Gallery Weekend – proberen 22 galeries in Brussel en Vlaanderen de lening zes maanden uit. “In die fase bekijken we wat werkt en niet werkt”, zegt Hans Ruebens. “Als het nodig is, sturen we het systeem bij.” In het voorlopige aanbod zitten gevestigde galeries zoals Baronian Xippas en Meessen De Clercq in Brussel en Gallery Sofie Van de Velde in Antwerpen, tot kleine galeries in Waregem, Lovenjoel en Merendree. “We hebben gezorgd voor een goede mix”, stelt Hans Ruebens. “Er zitten galeries in alle provincies bij. En naast de kunstgaleries is er een fotogalerie en een designgalerie.”
Professionele kunstorganisatie
Vanaf maart 2020 kunnen ook andere galeries en kunstorganisaties deelnemen aan de renteloze kunstlening, op voorwaarde dat ze in Vlaanderen of Brussel gevestigd zijn, twee jaar actief zijn en minstens twee kunstenaars vertegenwoordigen die in Vlaanderen of Brussel werken. Ze hoeven niet te bewijzen dat ze aan bepaalde artistieke kwaliteitsnormen voldoen. “Je kunt alleen een renteloze lening afsluiten bij een professionele kunstorganisatie”, legt Hans Ruebens uit. “Individuele kunstenaars kunnen niet deelnemen.”
Uit een onderzoek van Kunstenpunt uit 2015 was gebleken dat slechts iets meer dan de helft van de Vlaamse professionele kunstenaars in de databank van die cultuurorganisatie was verbonden aan een galerie. Een minderheid van hen werd vertegenwoordigd door een buitenlandse of een Waalse galerie. Recentere cijfers heeft Kunstenpunt niet, maar de organisatie “vermoedt dat de vertegenwoordiging door galeries niet fundamenteel is gewijzigd.” Dat zou betekenen dat niet eens de helft van de kunstenaars in de databank van Kunstenpunt toegang heeft tot de voordelen van de renteloze kunstlening.
Bestaat het gevaar dan niet dat vooral de galeries voordeel trekken van het systeem, en niet de kunstenaars? “Wij zijn ons daarvan bewust”, erkent Hans Ruebens. “Maar op korte termijn kan het niet anders. Het systeem moet beheersbaar blijven. Wij kunnen geen artistieke beoordeling maken van de individuele kunstenaars die zich willen aansluiten. Galeries fungeren ook als een soort kwaliteitsfilter, al zijn er ook gevestigde artiesten die zonder galerie werken. De voorwaarden laten wel een breed spectrum van aanbieders toe. Dat kunnen ook offspaces (onafhankelijke en alternatieve kunstruimtes, nvdr), musea, ateliers en kunstenaarscollectieven zijn. Tijdens de pilootfase gaan we actief op zoek naar partners om het aantal verkooppunten en kunstenaars tegen maart 2020 uit te breiden.”
Het blijft dan wel opvallend dat in de testfase bijna uitsluitend is gekozen voor klassieke galeries. Een uitzondering is artlead.net, een onlineplatform dat gelimiteerde kunstenaarsedities aanbiedt tegen democratische prijzen. “Met de 22 galeries die meedoen aan de testfase, bereiken we al 200 kunstenaars”, benadrukt Hans Ruebens. Dat is een mooi aantal, maar kunnen de extra inkomsten uit de renteloze kunstlening echt een verschil maken als ze over zoveel artiesten worden verspreid? “Dat zullen we moeten ondervinden”, antwoordt Hans Ruebens.
Mystery visitor
De campagne wil niet alleen de renteloze kunstlening promoten, ze wil ook misvattingen over galeries uit de wereld helpen. “Veel mensen gaan naar musea en tentoonstellingen, en lezen over kunst, maar stappen nooit een galerie binnen”, heeft Hans Ruebens uit een publieksonderzoek geleerd. “Ze zien een galerie als een plek waar je naartoe gaat om iets te kopen. Ze weten vaak niet welke galeries er in hun stad zijn. Ze denken ook dat kunst enorm veel geld kost. Terwijl kunst niet duur hoeft te zijn. Kunst Aan Zet wil de galeries beter bekend maken bij het publiek. We willen duidelijk maken dat het toegankelijke plaatsen zijn waar je gratis actuele kunst kunt zien, zonder enige koopverplichting. Als we daarmee een nieuwe instroom van bezoekers op gang brengen, is dat al een succes. En als mensen dan ook echt iets willen kopen, maakt de renteloze kunstlening dat gemakkelijker.”
Sofie Van de Velde is zich ervan bewust dat de galeries aan hun imago moeten werken. “De kunstbranche is een mythische wereld, waarin veel onduidelijk is voor het publiek, al beseffen de galeries dat soms zelf niet”, zegt ze. “Daarom vinden wij het belangrijk toegankelijk te zijn. We willen geen galerie zijn waar de medewerkers zonder op te kijken achter hun computer zitten. We verwelkomen iedereen die hier binnenkomt. Alle informatie – ook over de prijzen – is aanwezig en we staan altijd open voor vragen van de bezoekers.”
In de loop van de testfase stuurt Kunst Aan Zet een mystery visitor op de 22 pilootgaleries af. Die anonieme bezoeker maakt een rapport over hoe toegankelijk en klantvriendelijk de galerie is. “We onderzoeken waar ze ondersteuning nodig heeft, zodat ze nog beter aansluit bij de opzet van Kunst Aan Zet”, zegt Hans Ruebens. “Het rapport van die mystery visitor wordt een standaardonderdeel van de procedure om aan te sluiten bij de renteloze kunstlening.” Dat is geen kwaad idee, vindt Sofie Van de Velde. “Wij staan elke dag open voor feedback. Er zijn zo veel blinde vlekken, je weet soms zelf niet meer hoe je gepercipieerd wordt. Kunst Aan Zet zal de drempel van de galeries zeker verlagen.”
‘Een limiet is er voorlopig niet’
Sinds 1997 hebben meer dan 50.000 kopers in Nederland een renteloze lening afgesloten via de KunstKoop-regeling. Ze kochten voor 164 miljoen euro aan kunstwerken. Uit een enquête van de Nederlandse Gallerie Associatie uit 2017 – de recentste cijfers – bleek dat 16 procent van de Nederlandse kunstkopers de voorbije drie jaar minstens één keer een lening had afgesloten. 8 procent van de kopers zou een werk ‘zeker’ niet hebben aangeschaft als de renteloze lening niet had bestaan, 46 procent zei dat ze dat ‘waarschijnlijk’ niet hadden gedaan. In 2018 waren ruim 120 Nederlandse galeries aangesloten bij het systeem. Er werden dat jaar 478 leningen aangegaan voor 1,87 miljoen euro.
Kunst Aan Zet wil zich niet aan die cijfers spiegelen. Een financiële doelstelling is er niet, stelt Hans Ruebens. “We zijn ambitieus, we hebben het liefst zo veel mogelijk leningen, maar het resultaat is vooraf moeilijk in te schatten. Een limiet op het aantal leningen is er voorlopig niet.” Hefboom verwacht op kruissnelheid 80 à 120 aanvragen per jaar.
Als Kunst Aan Zet de vraag naar hedendaagse kunst doet toenemen, bestaat het risico dan niet dat de galeries hun prijzen optrekken? Dan zou de drempel weer verhogen. “Het aanbod in België is voldoende groot om aan te nemen dat de prijzen niet stijgen, maar we zullen waakzaam blijven”, reageert Hans Ruebens. In Nederland is zo’n effect nooit vastgesteld, is te horen bij het Mondriaan Fonds, dat de KunstKoop-regeling coördineert. “Er zijn natuurlijk veel factoren die de prijs van kunst bepalen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier