Kunnen de Big Four binnen afzienbare tijd een Big Eight worden?
EY, Deloitte, KPMG en PwC – de Big Four van de professioneledienstenverleners – staan alweer voor een existentiële keuze.
“Whoever said don’t question things? We say question everything.” Zo begon de tv-spot die EY in 2021 uitzond tijdens de Super Bowl, de finale van het American-footballseizoen. De professioneledienstenverlener schortte op 11 april de plannen op om zijn audit- en consultancyactiviteiten van elkaar te scheiden. Een groot knelpunt was dat zowel de accountants als de consultants het liefst de belastingafdeling bij zich wilden houden.
De opschorting is een zware klap voor de grote bazen van EY, die onderschat hebben wat een zware klim Project Everest, zoals het plan werd genoemd, zou worden. Voor EY’s concurrenten in de zogenoemde Big Four – Deloitte, KPMG en PwC – lijkt het een bevestiging van hun grote gelijk. Zij staan afkerig van een gelijkaardige splitsing. Joe Ucuzoglu, wereldwijd hoofd van Deloitte, houdt vol dat het “multidisciplinaire model de basis is” van het succes van zijn bedrijf. Bill Thomas, zijn tegenhanger bij KPMG, zegt dat de beslissing van zijn bedrijf in de vroege jaren 2000 om zijn adviestak (die sindsdien opnieuw is opgebouwd) naar de beurs te brengen “niet de juiste beslissing” was. Bob Moritz, die PwC leidt, zegt dat het bij elkaar houden van de afdelingen van cruciaal belang is voor het vermogen van zijn bedrijf om talent aan te trekken en te behouden.
Op het spel staat de toekomst van een van de belangrijkste oligopolies in de zakenwereld.
Hippe boekhouder
Dat alles betekent niet dat de Big Four binnen afzienbare tijd toch geen Big Eight kunnen worden. De commerciële logica van de splitsing wordt in veel opzichten steeds dwingender. Niet alleen voor EY, ook voor zijn drie concurrenten. Op het spel staat de toekomst van een van de belangrijkste oligopolies in de zakenwereld. De vier zijn de superzwaargewichten van de professioneledienstenverlening. Zij doen de audits van de rekeningen van 493 van de bedrijven in de Amerikaanse S&P 500-index en een groot deel van de Europese grootste bedrijven. Zij bieden hun cliënten ook een one-stopshop voor advies over zaken als overnames en digitalisering. Vorig jaar hadden ze samen 1,4 miljoen mensen in dienst en haalden ze 190 miljard dollar aan vergoedingen binnen.
De motor achter die grote groei was de snelle uitbreiding van hun adviesactiviteiten, die nu goed zijn voor de helft van hun gecombineerde inkomsten (zie grafiek). Aan het begin van de eeuw hadden EY, KPMG en PwC hun adviesafdelingen afgesplitst of verkocht als reactie op de nieuwe regelgeving inzake belangenconflicten, die hen verbood advies te verkopen aan cliënten van wie ze ook de rekeningen controleerden. Maar omdat er in audits weinig ruimte was om uit te breiden, keerden de giganten al snel terug naar de snelgroeiende adviessector.
De hergroepering heeft in veel opzichten vruchten afgeworpen. Het heeft de grote vier geholpen om jonge, pientere mensen aan te trekken. Een carrière als boekhouder lijkt nu eenmaal aantrekkelijker als die gepaard gaat met de mogelijkheid om aan grote overnames te werken of regeringen over belangrijke zaken te adviseren. De breedte van de Big Four heeft hen ook geholpen om klanten voor zich te winnen. Deskundigheid in belastingen en waarderingen hebben hen geholpen om hun positie als favoriete accountant van grote ondernemingen te versterken, aldus Bill Thomas van KPMG. Volgens Bob Moritz heeft het multidisciplinaire model PwC en de andere ook geholpen om zich aan te passen aan het digitale tijdperk. Software en data ondersteunen nu bijna alle diensten die de firma’s aanbieden. De auditors profiteren van de technologische kennis van de adviseurs, terwijl de adviseurs profiteren van het anticyclische karakter van het auditwerk.
Zwakke reputatie
Dat alles verklaart waarom sommigen zich verzetten tegen een nieuwe opsplitsing. Het feit dat de Big Four franchiseachtige structuren hebben, met onafhankelijke partnerschappen in elk land, maakt het ook moeilijk om grote koerswijzigingen door te voeren. Maar de argumenten om samen te blijven, verzwakken gestaag nu de activiteiten van de grote vier steeds meer verschuiven naar advies. De regels over de onafhankelijkheid van accountants worden stilaan een last. Nieuwe eisen in Europa en elders voor bedrijven om hun accountants te laten roteren, meestal om de tien jaar, hebben geleid tot conflicten tussen audit- en adviespartners.
Tegelijk verliest de accountantscontrole haar reputatie. Sarah Rapson, plaatsvervangend hoofd van de FRC, de Britse toezichthouder op de accountantscontrole, vreest dat de Big Four niet langer de “cultuur van scepticisme en uitdaging” bevorderen waarop de accountantscontrole berust. Op 31 maart verbood APAS, de Duitse toezichthouder, de plaatselijke tak van EY twee jaar lang om nieuwe beursgenoteerde auditklanten aan te nemen, omdat het er niet in was geslaagd onheil te ontdekken bij Wirecard, een fintechlieveling die de Duitse fraude van de eeuw werd. Vorig jaar kreeg KPMG van de FRC een boete van 14 miljoen pond voor het verstrekken van misleidende informatie bij twee controles. In 2020 kreeg Deloitte van de FRC een boete van 15 miljoen pond voor tekortkomingen bij de controle. Die fouten hebben de Big Four een slechte naam bezorgd. Tegelijkertijd worden ze steeds kapitaalhongeriger omdat ze willen uitbreiden naar andere diensten, zoals compliance, loonadministratie en cyberbeveiliging. De adviesafdeling afsplitsen, zou geld vrijmaken voor de accountancyafdeling.
Bij elkaar blijven is misschien ook niet meer zo nuttig om talent aan te trekken. Doordat de Big Four hun klanten steeds meer specialistische diensten moeten aanbieden, hebben junior medewerkers minder mogelijkheden om zich met verschillende taken bezig te houden. Weinig ondernemers staan te springen om cyberbeveiligingsadvies van een accountant.
Accenture
Joe Ucuzoglu van Deloitte waarschuwt dat opsplitsingen “nog nooit zijn verlopen zoals bedoeld”. Het adviesbedrijf dat KPMG twee decennia geleden onder de naam BearingPoint naar de beurs bracht, ging in 2009 failliet. En de verkoop van de oude adviesactiviteiten van EY en PwC aan respectievelijk Capgemini en IBM, twee IT-adviesbureaus, leidde tot cultuurbotsingen.
Terwijl EY herstelt van zijn val van de Everest, zal het net als zijn drie rivalen tweemaal nadenken alvorens opnieuw aan een soortgelijke expeditie te beginnen. Toch is het onwaarschijnlijk dat de logica van een opsplitsing op lange termijn zal verdwijnen. Er is het voorbeeld van Accenture, de beursgenoteerde adviesgigant die is voortgekomen uit de puinhopen van Arthur Andersen. Het bedrijf haalt nu een omzet van 62 miljard dollar, meer dan elk van de grote vier. Sinds de beursnotering in 2001 is de marktwaarde vertwintigvoudigd tot 185 miljard dollar. Dat vooruitzicht is misschien te verleidelijk om te weerstaan.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier