Komiek en ondernemer Kamal Kharmach: ‘Arm blijven was geen aangenaam status quo’
Vanaf 30 september helpt Kamal Kharmach ondernemers hun bedrijf beter te maken in het tv-programma Andermans zaken. De jonge stand-upcomedian groeide op in armoede, maar is nu een ervaren ondernemer die de wereld het liefst bekijkt door een economische bril. “Mijn vrouw en mijn psycholoog zeggen dat ik nooit stop met als een econoom te denken.”
Kamal Kharmach lijkt vreemd gecast om in het nieuwe VRT-programma Andermans zaken ondernemers te begeleiden. Hij is vooral bekend als komiek. Maar Kharmach is een man van bijna twaalf stielen, zonder ongelukken. Naast zijn comedy- en tv-werk doceert hij bedrijfskunde aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen en is hij ondernemer. Vorig jaar verkocht hij zijn donutketen Donutello en nu is hij bezig andere bedrijven op te richten. “Ik kom uit een arm gezin uit Borgerhout”, verklaart Kharmach. “Arm blijven was geen aangenaam status quo. Ik had al heel vroeg de ambitie iets te kunnen doorgeven aan mijn kinderen. Materiële zaken als dat zou kunnen, maar zeker ook een soort honger om niet bij de pakken te blijven zitten.”
‘Bij kleine ondernemers is er nog te veel financiële ongeletterdheid. Ze hebben een waardevol project, maar falen vaak door vermijdbare problemen
“Ik vertel mijn studenten dat ze zo hoog mogelijk moeten mikken, en zeker niet voor een 10 op 20 mogen gaan. 12 op 20 is het minimum, want je krijgt altijd een beetje minder dan je verwacht. Maar als je op het allerhoogste mikt en je bereikt slechts 80 procent van je doel, dan heb je nog altijd enorm veel.”
Hoe voelt het om op uw 29ste ondernemers te begeleiden en dan nog wel op televisie?
KAMAL KHARMACH. “Dat voelt verrassend normaal aan. Ik ken de theorie van de bedrijfskunde, maar ook de praktijk. We hebben bijna twee jaar aan dit programma gewerkt, om de toon juist te krijgen. Je moet de deelnemers in hun waarde laten bij het benoemen van problemen. Ondernemers werken hard, maar bij kleine ondernemers is er nog te veel financiële ongeletterdheid. Ze hebben een waardevol project en werken met veel passie, maar falen vaak door vermijdbare problemen. Dat is dubbel jammer, omdat het niet alleen de ondernemers en hun omgeving treft, maar ook hun werknemers en hun gezinnen. Ik vind het daarom nog altijd een heel domme zet dat wie een onderneming wil opstarten niet langer het attest bedrijfsbeheer moet kunnen voorleggen. Er is nu een generatie bezig die soms nauwelijks weet wat cashflow of een kaskrediet is.
“Ik heb niet de geloofsbrieven om multinationals te adviseren. Ik focus daarom op kleine ondernemers. Maar dat gebeurt grondig, op basis van objectieve data, die ik ook door andere experts laat checken. Ik wilde de boekhouding zien, en het bedrijf en de psychologie van de ondernemers doorgronden. Het is normaal dat ze daar eerst wat afkerig tegenover staan. Maar elke aflevering groeide het wederzijdse vertrouwen. Ik weigerde een programma te maken waar ik met een camionette aankwam, om hun zaak een likje verf te geven of een beetje het joviale komiekske te spelen.”
Humor helpt wel om het ijs te breken.
KHARMACH. “Ik heb vroeg geleerd humor actief in te zetten. Als dikkerdje werd ik vaak geplaagd, je moest snel iets terug kunnen zeggen of de mensen op andere manieren doen lachen. Humor is een van de moeilijkste dingen die er zijn. Bazen zouden ook altijd iemand moeten aanwerven met een goed gevoel voor humor. Humor gebruikt dezelfde competenties die belangrijk zijn in het bedrijfsleven. Je moet er snel en creatief voor denken. Je wilt een specifieke emotie afdwingen bij een diverse groep mensen. Je moet dus inzicht hebben in je markt. Humor verschilt in niets van een goede marketingstrategie.”
‘Ik zit voortdurend te rekenen en dingen af te wegen. Als ik het openbaar vervoer neem, kijk ik naar de slimste route, niet de snelste
Ziet u achter alles economische fenomenen?
KHARMACH. “Mijn vrouw en mijn psycholoog zeggen dat ik nooit stop met als een econoom te denken. Ik heb een door en door economische insteek. Hoe kan ik mijn gedrag, de input, een klein beetje wijzigen om mijn output te verbeteren? Als ondernemer wil ik het elke dag beter doen, en daarbuiten ook. Mijn vrouw zegt dat het nooit goed genoeg is voor mij. Stilstaan is achteruitgaan, zo denken de meeste economen ook.
“Ik zit voortdurend te rekenen en dingen af te wegen. Als ik het openbaar vervoer neem, kijk ik naar de slimste route, niet de snelste. Als ik sneller kan aankomen via een halte die wat verder ligt, maar dan meer moeten stappen, zijn de opportuniteitskosten te hoog. Het risico is te groot dat ik door dat haasten en stappen niet scherp genoeg ben. Ik zal ook nooit een slechte film uitkijken in de cinema. ‘Ik heb er voor betaald’, is een van de grootste fouten die je kunt maken. Het zijn gezonken kosten. Je krijgt dat geld niet meer terug en de film levert je geen extra geluk op.”
Had u die houding ook al voor uw studie economie?
KHARMACH. “Ik was van jongs af aan gefascineerd door economie. Als elfjarige keek ik al naar Kanaal Z en in het middelbaar las ik de economieboeken van mijn neef, die naar de hogeschool ging. Toen begon ik ook de buren te helpen met hun belastingen. Ik kreeg de bijnaam den boekhouder. De mensen in onze buurt konden het advies van een echte boekhouder niet betalen, om geen fouten te maken en de voordelen te krijgen waar ze recht op hadden. Ik zag voortdurend het mattheuseffect rondom mij. De armen botsten voortdurend op obstakels en daardoor werd de kloof met de rijken groter.
“Later ben ik economie gaan studeren, maar geen bedrijfskunde. Ik heb een master in de sociale economie, omdat ik de maatschappelijke impact op de samenleving wilde onderzoeken. Dat leek me leuker. Mijn thesis had zelfs geen echt economisch thema. Ik wilde een model maken dat vriendschapsgroepen in kaart bracht, om afwijkend gedrag te voorspellen, zoals criminaliteit. Het theoretische deel vonden ze niet goed, maar door de invalshoek en het onderzoek kreeg ik toch een grote onderscheiding.”
Wilde u die thesis maken om uw jeugd beter te begrijpen?
KHARMACH. “Dat was zeker een drijfveer. Ik groeide op in Borgerhout, maar ik ging naar een college met veel middenklassejongeren. Ik heb alle soorten vrienden gehad: van Syriëstrijders en drugsdealers tot mensen die nu ingenieur en dokter zijn. In mijn directe omgeving zag ik mensen die op weg waren om handelsingenieur te worden, en dan toch nog het slechte pad op gingen. We verspillen nog veel talent in België door het beleid en andere institutionele drempels.
“Ik koos niet voor een economische richting omdat ik per se in een bedrijf wilde werken. Ik weet nog dat ik na mijn studie het aanbod kreeg actuaris te worden, voor echt superveel geld. Mijn reactie was: de mens die mij deze baan geeft, moet nog veel meer geld verdienen. In zo’n spel wilde ik niet meestappen, ik wilde iets doen met een grotere maatschappelijke relevantie. Ik ben even crisismanager en sociaal werker geweest, maar ik kreeg een aanbod om assistent te worden aan de universiteit. Maar toen begon mijn comedy- en tv-carrière te lopen, en moest ik dat snel stopzetten. Ik merkte al gauw dat ik het lesgeven begon te missen. Daarom ben ik blij dat ik nu docent bedrijfskunde kan zijn. Economie en humor zijn allebei mijn passie.”
Was het een groot risico om voluit voor een comedycarrière te gaan?
KHARMACH. “Mijn ouders hebben toen een tijdje niet met me willen praten. Ze begrepen niet waarom ik een mooie carrière aan de universiteit liet schieten voor het onzekere artiestenbestaan, ook al was het mijn droom. Maar ik kon tonen dat het goed ging en dat ik ervan kon leven. Ze draaiden snel bij.
“Nu is het omgekeerd. Ik zeg weleens tegen hen dat ik al die media-aandacht beu ben en dat ik liever iets anders zou doen. ‘Dat zou toch jammer zijn. Je bent nu toch een mooi rolmodel’, zeggen ze dan. Nu is het weer niet goed ( lacht). Misschien zal ik later ook wel zo zijn tegenover mijn dochtertje.”
Een van uw nevenactiviteiten groeide uit tot een keten, Donutello. Waarom donuts?
KHARMARCH. “Dat was deels een heel rationele keuze. De huidige ‘verantwoordelijken voor de aankoop’, zoals dat in de economie heet, zijn opgegroeid met The Simpsons en andere Amerikaanse series. Je zag wel vaak donuts op het scherm, maar niet prominent in het straatbeeld. Ik vond dat een gat in de markt. Ik vind donuts zelf ook lekker, maar het leukste aan die periode was het optimaliseren achter de schermen. Op het einde had ik vijf winkels en was het niet langer rendabel ter plekke te bakken. Ik heb toen ergens een fabriekje moeten opzetten. Ik leerde toen veel bij over de wetgeving en het plannen van de logistiek en de productie.
‘Ondernemen is een mentaliteit. Een die almaar belangrijker wordt, ook als werknemer
“In een jaar was dat nieuwe operationele stramien zo goed als klaar. Daarna voelde ik me meer een baas dan een ondernemer. Patron spelen, alleen maar maaltijdcheques en andere administratie regelen, vond ik niet leuk. Bovendien werd de donutzaak zo groot, dat ik eigenlijk mijn tv- en comedy-activiteiten en het doceren moest stopzetten. De keuze om te verkopen was snel gemaakt.”
Intussen is die vrijgekomen tijd in uw agenda weer ingenomen. Hoe krijgt u zoveel gedaan?
KHARMACH. “Ik delegeer heel veel: alles wat iemand anders goedkoper kan doen voor minstens hetzelfde resultaat. Dat is weer een economische insteek. Ik spreek bijvoorbeeld de meeste zaken in en laat iemand anders ze uittikken. Dat kost mij geld, maar ik wil mijn uren zo productief mogelijk invullen en de ballast beperken. Ik slaap ook heel weinig. Ik kom meestal rond middernacht thuis van het werk en dan blijf ik nog enkele uren wakker, om te schrijven of mails te beantwoorden. Dan los ik mijn vrouw af, om op ons pasgeboren dochtertje te passen en het laatste flesje te geven. Het valt nu allemaal even vanzelf op zijn plaats.”
Wat vindt u van het economische inzicht van uw studenten aan de hogeschool?
KHARMACH. “We focussen te veel op de klassieke vakken. Iedereen in het secundair onderwijs zou moeten leren hoe een hypotheek in elkaar zit, ook iemand die Latijn volgt. De studenten aan de hogeschool waar ik les geef, zijn onvoldoende financieel geletterd, behalve in de bachelor bedrijfseconomie.”
Voelt u veel ondernemingszin bij uw studenten?
KHARMACH. “Er zitten wel enkele ondernemers tussen, en sommigen vragen mijn hulp. In mijn lessen probeer ik veel voorbeelden te integreren van hoe bedrijven werken. Ik druk hen ook op het hart dat ondernemen een mentaliteit is. En dat die mentaliteit steeds belangrijker wordt, ook als werknemer. Ik vind dat ons onderwijs nog veel te weinig inspeelt op het verdwijnen van de traditionele samenleving. De baan voor het leven bestaat niet meer. Je wordt almaar meer verplicht ondernemer van je eigen leven te zijn en je talenten als je grootste grondstof te zien.”
Zien ondernemen doet ondernemen. Had u voorbeelden in uw omgeving?
KHARMACH. “Ik kom uit een arm gezin en in mijn omgeving waren weinig ondernemers. Een neef had een snackbar, maar niet met grote ambitie. Het grootste probleem, dé vloek van armoede, is een verengd perspectief op het leven. Wie bijna niks heeft, is doodsbang iets te verliezen. Mijn rijkere vrienden in het college en aan de universiteit hadden die risicoaversie niet, omdat ze nooit de schaarsheid van geld hadden gekend. Ze wisten dat ze desnoods bij hun mama en papa terecht konden. Ze durven veel meer en ze kunnen daardoor ook meer krijgen.
“Ik heb veel geluk gehad. Na mijn eerste successen als comedian wilde ik het geld niet verbrassen aan feestjes in de BV-scene. Misschien komt dat ook door de armoede in mijn jeugd. Ik heb mijn geld proberen te herinvesteren. Zonder comedy had ik nog altijd niks gehad. Er hangt nog zoveel af van het feit of je al dan niet rijke ouders hebt. Ik lig enorm wakker van het potentieel dat we hier in België verliezen omdat we er niet in slagen talent te herkennen en te matchen.”
Naar welke ondernemers kijkt u op?
KHAMARCH. “Onder meer Jan Toye (ex-topman van Brouwerij Palm, nvdr.). Ik spreek hem regelmatig. Hij heeft me al veel geholpen met advies. Ik bewonder hem ook enorm als ondernemer en als mens. Ik zie hem als mijn mentor, al weet hij dat zelf niet. Daarnaast heb ik veel bewondering voor Karel Van Eetvelt. Hij heeft al in zoveel verschillende sectoren topfuncties gehad.
“Internationaal kijk ik op naar Jay-Z. Hij groeide op in grote armoede en werd toch een van de meest succesvolle rappers en ondernemers. Ik heb veel respect voor mensen die uit het niets doorbreken. Ik denk dat bedrijven dat nog te weinig waarderen. Van twee mensen met min of meer dezelfde competenties zou ik altijd de persoon kiezen die de meeste obstakels heeft moeten overwinnen. Diversiteit wordt door bazen nog al te veel verengd tot een kleurtje. Ze moeten daarmee stoppen, het gaat om een andere kijk op het leven en andere ervaringen. Dat zijn zaken die bedrijven kunnen stuwen of tot nieuwe, sterke merken kunnen leiden. Kijk naar Adil El Arbi en Billal Fallah, zij hebben een drang om waarde te creëren. Zoiets moeten we koesteren. Nogmaals, ik maak me echt zorgen over het gebrek aan sociale mobiliteit in dit land.”
Is België nog een meritocratie, waar je er met hard werken wel zult komen?
KHARMACH. “Neen, het is een netwerkocratie. Wie je kent, is jammer genoeg belangrijker dan wat je in huis hebt. Kijk maar naar onze politiek.”
‘Ik heb niet te klagen’
De coronacrisis treft de creatieve sector hard. Maar Kamal Kharmach klaagt niet. “Ik heb ontzettend veel geluk gehad. Mijn omzet voor dit jaar was al binnen voor de lockdown begon. Mijn voorstellingen met de eindejaarsconference (die hij doet voor de VRT, als opvolger van Geert Hoste, nvdr.) had ik al afgerond voor de geboorte van mijn dochtertje. Natuurlijk heb ik ook wat schade door annuleringen van voorstellingen en draaidagen, maar dat is niets vergeleken met wat veel van mijn collega’s meemaken. Sinds de lockdown hebben de meesten zo goed als geen inkomsten, en geen perspectief op beterschap. Ik zie dezelfde zware impact in Borgerhout. De mensen verdienden daar al niet veel, en de tijdelijke werkloosheid valt nog een percentage lager uit. Ik heb echt niet te klagen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier