Na een kurkdroge zomer schakelt Vlaanderen naar code oranje en zien bedrijven steeds vaker de risico’s van watertekorten. Ook voor kmo’s is de nood om te anticiperen hoog: zij hebben minder buffers dan grote spelers en zien hun continuïteit bedreigd door een structureel tekort aan bruikbaar water.
Vol enthousiasme vertelt Alexander Verduyn, de co-CEO van Group Verduyn, hoe zijn groenteverwerkend familiebedrijf uit Kortemark vanaf 2026 deels het ongebruikte water van de naburige steenbakkerij Wienerberger zal kunnen recupereren. “Op 200 meter van onze fabriek hebben we het mooiste water van de streek en tot nu stroomde het zomaar weg.”
De West-Vlaamse buren Verduyn en Wienerberger sloegen de handen in elkaar voor de aanleg van een bufferbekken van 40.000 tot 60.000 kubieke meter. Daarin komt water terecht dat Wienerberger oppompt uit zijn kleigroeve zodat die droog kan worden ontgonnen. Zelf heeft de steenbakker slechts een derde (25.000 kubieke meter) van dat water nodig. Tot nu vloeide wat overbleef weg naar de waterlopen.
Code oranje
Projecten om water te recupereren en te hergebruiken worden voor kmo’s als Group Verduyn prangend door de lage stand van het grondwater. In augustus registreerde het KMI amper 17,8 mm neerslag in Ukkel, wat overeenkomt met 21 procent van de normale neerslaghoeveelheid. Door het opgebouwde neerslagtekort schakelde Vlaanderen op 28 augustus over van code geel naar code oranje voor droogte. Dat is het op één na hoogste niveau. Vanaf code rood volgen crisismaatregelen. Code oranje betekent niet dat er nieuwe verbodsmaatregelen op bedrijven wordt losgelaten. “Het betekent in de eerste plaats dat de droogtesituatie breed wordt opgevolgd en gecoördineerd”, zegt Katrien Smet, woordvoerder van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). “De genomen maatregelen gelden dan voor heel Vlaanderen en niet per provincie.”
De focus ligt in deze fase vooral op de waterlopen. “Op dit moment zijn er enkel maatregelen voor de bevaarbare en onbevaarbare waterwegen”, legt Smet uit. Er gelden captatieverboden op bepaalde onbevaarbare waterlopen, iets wat vooral landbouwbedrijven raakt. “Voor bedrijven die geen water capteren uit onbevaarbare waterlopen, verandert er minder. De huidige maatregelen gaan eerder over het gegroepeerd schutten aan sluizen, het installeren van pompen op het Albertkanaal of diepgangbeperkingen voor de scheepvaart.”
De Vlaamse Droogtecommissie, waar de VMM een belangrijke rol in speelt, evalueert wekelijks de indicatoren zoals neerslag, verdamping en grondwaterstanden en bepaalt op basis daarvan of code oranje van kracht blijft. “We hebben een groot neerslagtekort opgebouwd en hebben aanzienlijk veel regen nodig”, benadrukte Katrien Smet naar aanleiding van de verlenging op 8 september. “Pas als de situatie verbetert, kunnen we weer naar code geel en daarna naar groen.”
Drinkbaar water
De aanhoudende droogte doet almaar meer kmo’s nadenken over de impact van watertekorten. Group Verduyn wilde niet wachten tot de schaarste echt voor problemen zou zorgen. “Ons bedrijf heeft de voorbije jaren nog geen watertekorten gekend”, zegt Alexander Verduyn. “Maar langere periodes van droogte kunnen ons in de problemen brengen.”
Hij acht het niet onmogelijk dat de waterschaarste tot hogere prijzen leidt. Een eigen voorraad is dan een troef. “Toen bij de start van de oorlog in Oekraïne in 2022 de energieprijzen door het dak gingen, schoten we wakker. Zulke prijsstijgingen voor elektriciteit of water kunnen je als bedrijf een paar jaar terugslaan. Dat willen we met dit project vermijden.”
‘Tot nader order staan er geen prijsstijgingen voor water op de agenda’
Vandaag beschikt Group Verduyn al over een bekken van 40.000 kubieke meter waarin de regen van de eigen daken terechtkomt. Met het nieuwe bekken is een gezamenlijke investering van 680.000 euro gemoeid, waarvan 345.000 euro via subsidies. Voor Group Verduyn gaat het project echter verder dan het louter opvangen en gebruiken van het groevewater van Wienerberger. Verduyn investeert ook in een extra zuiveringsinstallatie die het water kan behandelen tot drinkbare kwaliteit. Dat is noodzakelijk voor de verwerking en afwerking van de groenten. “Wij willen met dit project drinkbaar water maken. Tel je dat mee, dan evolueren we richting een investering van om en bij 350.000 euro. Een stevige som waarover we goed gepraat hebben in de familie, maar die belangrijk is voor onze bestaanszekerheid.”
‘Geen verdienmodel’
Als water een schaars goed blijft, kan een grote voorraad dan op termijn meer worden dan enkel een garantie voor de continuïteit? De telers die nu mee instappen, betalen een bijdrage afhankelijk van hun afname, maar kan water ook echt een inkomstenbron worden? Alexander Verduyn nuanceert. “De prijs die de telers betalen, hangt af van wat ze nodig hebben. De werkingskosten, zoals elektriciteit voor de pompen en het onderhoud van het bekken, worden op die manier verdeeld over de gebruikers.”
Verduyn stipt meteen aan dit project geen klassieke inkomsten hangen. “Wij zien dit niet als een verdienmodel. We willen geen winst halen uit onze extra voorraad. We zijn nu wél zeker dat water geen belemmerende factor is voor toekomstige groei of bij de ontwikkeling van nieuwe producten. Wat niet wegneemt dat we zuinig zullen blijven werken.” Van stijgingen van de waterprijs is op dit moment voor alle duidelijkheid nog geen sprake. “De waterprijs aanpassen is een politieke beslissing”, laat Katrien Smet verstaan. “Tot nader order staan er geen prijsstijgingen op de agenda.”
Grote investeringen
Het project van Group Verduyn en Wienerberger ontving steun dankzij Proeftuinen Droogte, een oproep van de VMM voor de ondersteuning van samenwerkingsprojecten voor beter watergebruik. Proeftuinen Droogte maakt op zijn beurt deel uit van de Blue Deal, het programma waarmee de Vlaamse regering de strijd aanbindt met waterschaarste en droogte. De lancering in 2020 resulteerde in meer dan 400 projecten die zorgen voor minder verharding, meer vernatting en maximaal circulair watergebruik. De projecten moeten leiden tot 50 miljoen liter hemelwater dat anders wordt gebruikt, 6.000 hectare bijkomende natte natuur en 50 kilometer milieuvriendelijker ingerichte waterlopen.
De eerste golf Blue Deal-projecten levert zichtbare verbeteringen op lokaal niveau op, zeker in termen van infiltratie en buffering. Maar in verhouding tot de totale Vlaamse wateruitdaging is dat slechts een begin. In lijn met het decreet over het integraal waterbeleid, keurde de Vlaamse regering deze zomer het ontwerp van Blue Deal 2025-2029 goed. De samenhang met het industrieel beleid wordt sterker uitgewerkt en de bestaande instrumenten voor bedrijven worden beter afgestemd. Daarmee kan de waterzekerheid van ondernemingen verbeteren. De ontwerpnota benadrukt onder meer de rol van collectieve projecten op bedrijventerreinen, waar bedrijven overschotten en tekorten op elkaar kunnen afstemmen. Zulke initiatieven zijn ook interessant voor kleinere ondernemingen, die vaak niet de schaal hebben om grote investeringen alleen te dragen. “Je moet je als kmo laten begeleiden en goed omringen”, zegt Alexander Verduyn daarover. “Kmo’s die een concreet initiatief voor ogen hebben, raad ik aan om er vroeg mee te beginnen. Laat het idee niet te lang pruttelen. Ga in de beginfase al op zoek naar stevige partners.”
Hoe groot de impact van de nieuwe meerjarenfinanciering zal zijn, kan nog niet worden ingeschat. Hoeveel middelen de Vlaamse regering precies zal vrijmaken, hangt af van de begrotingsbesprekingen. “De Blue Deal verduidelijkt de financiering tot 2029”, zegt Katrien Smet van de VMM. “Of er nog bijkomende middelen komen, moet nog besproken worden.” Voor bedrijven die broeden op een concreet project blijft het dus nog even afwachten welke initiatieven Vlaanderen effectief zal kunnen ondersteunen en op welke schaal.