De Walvis begon in 1987 als een sprong in het diepe, maar in de afgelopen drie decennia is de viswinkel en traiteur uitgegroeid tot een bloeiende onderneming. Zaakvoerder Cornelis van der Zande voorziet intussen, als tweede generatie in zijn familie, Leuven en omstreken van verse vis.
Toen Arno van der Zande en zijn vrouw Dominique Buysschaert eind jaren tachtig na het sluiten van hun café De Arno’s een nieuwe zaak in Leuven wilden beginnen, waagden ze een sprong in het diepe. Ze werden vishandelaar. “Mijn ouders waren totale autodidacten”, zegt Cornelis van de Zande. “De viskennis van mijn vader reikte niet verder dan de sardines die hij op de markt in Brussel vanuit de koffer van zijn camionette had verkocht, maar vishandelaar was geen beschermd beroep, dus besloot hij het erop te wagen. Mijn ouders hadden drie kinderen, een beetje schulden en een hoop gezonde ambitie om iets uit te bouwen.”
Op dat moment was Cornelis drie jaar oud. Hij groeide op in vishandel De Walvis: “Ik deed uiteraard vakantiejobs in de winkel, maar had tot mijn achttiende nooit de ambitie in de zaak te stappen. Toch ben ik er drie jaar later voltijds beginnen werken. In 2019 nam ik De Walvis alsnog over met mijn vennoot Freek Albregt. Tot een paar maanden voor de overname heb ik getwijfeld om het te doen, want het ondernemerschap is nog iets anders dan het vakmanschap. Daar heb ik lang koudwatervrees voor gehad.’
Digitalisering facturen
De tandem die Van der Zande met zijn vennoot vormt, bleek de gouden formule te zijn: “Samen hebben we meer dan veertig jaar ervaring. Mijn vennoot doet alle betalingen, ik focus op personeelszaken. Ik sta in contact met de boekhouder, zo hebben we allebei zicht op de inkomende en uitgaande facturen. Die kwartaalaangiftes voelen wel echt als werk – het is het zwaarste onderdeel van mijn job. ’s Ochtends met bakken vis sleuren, de toog opbouwen en alle kaartjes mooi zetten, daar geniet ik van. Er mag een hele rij tot buiten staan, dan nog is dit geen werk maar genieten. Dat zag ik ook bij mijn ouders. De winkel was als een broertje of zusje voor mij.”
Ondernemerschap is nog iets anders dan vakmanschap
De boekhouding verloopt nu ook een pak anders dan bij de vorige generatie, vertelt de ondernemer: “Ik kan me nog heel goed herinneren dat we op maandag met een een grote omslag naar de bank moesten. Dat is nu een stuk comfortabeler, en ik denk dat jonge ondernemers niet beseffen hoe anders het vroeger was. Die digitalisering bespaart ons uren werk per week. Mijn eerste facturen maakte ik in een spreadsheet, daarna vroeg ik een IT’er dat in mijn kassasysteem te integreren. Voor vaste klanten houd ik de bonnetjes bij en stel ik eens per kwartaal een factuur op. Dat is voor mij een kleine moeite, maar ik kan daar iemand een gunst mee bewijzen.”
Winkel
Twee jaar na de lancering van De Walvis gingen de ouders van Cornelis een extra uitdaging aan door de viswinkel uit te breiden met een restaurant. “Toen de zaak in 1989 goed begon te draaien, serveerden ze visgerechten in een kleine ruimte achter de winkel”, zegt Cornelis van de Zande. “Er was geen uitgebreide kaart, maar alles wat huisgemaakt, op basis van vis die niet verkocht werd. Daarmee waren ze hun tijd eigenlijk ver vooruit. Toen het niet meer te combineren viel, werd het restaurant een traiteur. Ook nu kan ik er nog steeds van genieten iets te bedenken waardoor we minder restjes moeten weggooien. Zo maakten we onlangs aardappelkroketjes met stukjes gerookte heilbot. Ik word er blij van zoiets te vinden.”
Ook het internet biedt nog ruimte voor groei, al wil Van der Zande de zaken ook nog kunnen bolwerken: “Ik heb mij er nog niet aan gewaagd, want als het aanslaat, krijg ik niet alles op tijd gemaakt. Het lijkt me praktisch onmogelijk, zeker ook omdat we met verse vis werken. Die koop je met je ogen. Vorig jaar hadden we het geluk dat een student marketing drie weken lang onze sociale media beheerd heeft. Dan zie je wel dat het wat oplevert, als je er intensief mee bezig bent. Ik zal de kracht ervan dus zeker niet ontkennen.”