Katrien Vermeire trekt opnieuw aan de alarmbel: ‘De eventsector leeft van crisis naar crisis’

KATRIEN VERMEIRE “Polici halen events en cultuur door elkaar.” © FOTOGRAFIE JONAS LAMPENS
Bert Lauwers
Bert Lauwers redacteur bij Trends

Katrien Vermeire stond tijdens de coronacrisis op de barricaden voor de eventsector. Nu trekt ze noodgedwongen opnieuw aan de alarmbel. “We moeten uit deze vicieuze cirkel van irrelevantie geraken”, waarschuwt ze.

Geen enkele sector werd tijdens de coronacrisis zo hard getroffen als die van de evenementen. De West-Vlaamse Katrien Vermeire vocht als een leeuwin om haar audiovisueel bedrijf John & Jane en de vele andere ondernemingen in de sector te redden, ook toen haar man bijna het leven liet na een coronabesmetting. Vermeire was ook een bezieler van de Sound of Silence, een beweging die bij politici en het grote publiek ijverde voor steun aan de geplaagde sector. Het leverde haar de bijnaam ‘Jeanne d’Arc van de eventsector’ op. Maar ook nu de pandemie uitgedoofd is en de sector opnieuw op kruissnelheid draait, maakt Vermeire zich grote zorgen. Door het gebrek aan een duidelijke structuur is de versnipperde eventsector ook nu nog kwetsbaar. Het tekort aan data maakt dat het economische belang van de sector niet bekend is en dat er geen beleid kan worden opgemaakt voor werkgelegenheid, opleidingen, innovatie en steun in tijden van nood, klinkt het. “Noem het een wanhoopskreet”, zegt Vermeire. “We zijn opnieuw verzonken in onze business en vergeten wat er is gebeurd. De sense of urgency is alweer weg.”

We moeten werk maken van een sector die collectief naar buiten komt, zodat we ook de volgende crisissen kunnen overwinnen

Maar de pandemie is voorbij. U kunt toch opgelucht ademhalen?

KATRIEN VERMEIRE. “Ik heb geleerd dat je nooit op beide oren mag slapen. De sector leeft van crisis naar crisis. Ook de financiële crisis heeft de sector een heel zware klap gegeven. Leisure, vrijetijdsbesteding, is het eerste waar bedrijven en mensen op besparen als het moeilijk gaat. Elke crisis is dus een potentieel gevaar. We moeten werk maken van een sector die collectief naar buiten komt, zodat we ook de volgende crisissen kunnen overwinnen.”

Wat moet dan gebeuren?

VERMEIRE. “Er bestaan studies over onze sector, opgesteld met de grote consultancyfirma’s van deze wereld, maar die zijn onvolledig. Eigenlijk weet nog altijd niemand wat onze sector betekent. Onbekend is onbemind. Met een duidelijke definitie kan onze branche volledig in kaart worden gebracht. Dat heeft grote voordelen. Een voorbeeld: de sluitingspremies tijdens corona werden toegekend op basis van de Nacebel-codes (de door België uitgediepte Europese Nace-codes voor klassen van economische activiteiten, die ook bepalen of een sector in aanmerking komt voor steunmaatregelen, nvdr). De horecasector werkt volgens een handvol van die codes. Horeca Vlaanderen zei me: ‘Wij hebben data waarmee we kunnen aantonen wat we betekenen op het gebied van bruto binnenlands product en werkgelegenheid.’ Ze weten ook wat ze moeten doen rond opleidingen. Dat moeten wij ook hebben. Ons specifieke economische weefsel moet worden gebouwd op eigen Nacebel-codes.

“Ook een eigen paritair comité is broodnodig. Momenteel kunnen de beleidsmakers niet inschatten hoeveel voltijdse equivalenten we tewerkstellen. Is er een crisis, dan zijn de kosten ervan niet meetbaar. Met een eigen paritair comité maken we aanspraak op sectorfondsen. En hoe meer werkingsmiddelen, hoe meer je kunt duwen richting beleid. Nu is het een beetje vechten tegen de bierkaai. Ik roep daarom iedereen op zich aan te sluiten bij de sectorfederatie. Heel veel spelers in deze sector zeggen dat ze dat niet willen, omdat de federatie niets heeft gedaan. Tja, dan zit je in een vicieuze cirkel. Met zulke voorstellen breken we eindelijk uit de vicieuze cirkel van irrelevantie waarin we nu zitten. Dan zal meteen ook duidelijk worden wat wij betekenen voor andere sectoren, zoals het toerisme en de horeca.”

Er werken naar schatting 80.000 mensen in onze sector. Dat zijn veel kiezers voor wie hem ter harte neemt

U oppert ook het idee van een Vlaamse eventmeester, naar analogie met de Vlaamse Bouwmeester.

VERMEIRE. “(Knikt) Iemand die het eventlandschap in kaart brengt en de sector tijdelijk beleidsmatig capteert, een tussenschakel is tussen de sectorfederatie en de politiek, en zegt wat er moet gebeuren, zodat deze sector in de volgende crisis niet opnieuw in de hoek staat.”

Er is toch een Event Confederation, die alle eventfederaties wil overkoepelen?

VERMEIRE. “Die is opgericht tijdens de coronacrisis en heeft onder leiding van Stijn Snaet al heel mooie stappen ondernomen. Maar ze heeft noch de middelen, noch voldoende drukkingskracht. We hebben geen studiedienst die performante voorstellen kan doen. Een Vlaamse eventmeester in samenwerking met de Event Confederation zou dat allemaal kunnen versnellen.”

Maar de sense of urgency mag u nu zeker wel vergeten, nu de verkiezingen op kousenvoeten dichterbij sluipen?

VERMEIRE. “Er werken naar schatting 80.000 mensen in onze sector. Dat zijn veel kiezers voor wie dit ter harte neemt. Ik maak me daar heel vaak druk in. Het ligt moeilijk. Neem onze vraag voor een eigen paritair comité. Ik heb wel geleerd dat alles zijn tijd vergt, maar de crisis is uitgebroken in 2020. Het zou fijn zijn als we in 2025, vijf jaar later, toch al bepaalde successen zouden kunnen boeken.”

Worden dan geen stappen vooruit gezet?

VERMEIRE. “Je hebt paritair comité 304 voor het vermakelijkheidsbedrijf, voor werknemers die voor organisaties werken die behoren tot de podiumkunsten. Dat paritair comité heeft ook wel een bepaalde flexibiliteit voor onze sector. Maar heel wat actoren worden daardoor uitgesloten, zoals de beurzensector en deels ook de eventkantoren. Het is een werk van lange adem. En we hebben geen tijd te verliezen.”

Kennen politici de eventsector niet?

VERMEIRE. “Zij halen events en cultuur door elkaar. Natuurlijk, er zijn parallellen: we verbinden mensen, laten ze samenkomen. En achter beide sectoren zit een economisch belang. Daarin zie ik geen verschil tussen een theatervoorstelling en een corporate event.

“Maar de sense of urgency is inderdaad weg. Ze denken: die doet wel weer verder, ze heeft haar plan getrokken en zal dat wel blijven doen. Die instelling zal er ook niet van vandaag op morgen uitgaan. Ik weet wel dat wij niet altijd top of mind zijn, dat er veel grotere problemen zijn in Vlaanderen en in de wereld. Dus moeten we niet doen alsof wij de belangrijkste zijn. Al vinden wij onze sector allemaal superbelangrijk. Maar er moet wel met ons om de tafel gezeten worden, zodat we op korte termijn oplossingen vinden. Ik denk wel dat politici hebben gezien hoe belangrijk het voor de mensen was samen te zijn en hoe belangrijk verbondenheid is. Als politici in juli naar Tomorrowland kunnen gaan, zijn ze er trouwens allemaal graag bij (lacht). Of stel je maar eens voor wat er zou gebeuren als ze op hun congres geen klank en licht zouden hebben.

KATRIEN VERMEIRE “Eigenlijk weet nog altijd niemand wat onze sector betekent. Onbekend is onbemind.”
KATRIEN VERMEIRE “Eigenlijk weet nog altijd niemand wat onze sector betekent. Onbekend is onbemind.” © FOTOGRAFIE JONAS LAMPENS

“Tijdens de coronapandemie werd altijd geschreven dat de eventsector in België een van de beste is. Iedereen kijkt altijd naar Tomorrowland of Rock Werchter, maar er wordt al te vaak vergeten hoeveel businessevents of beurzen worden georganiseerd tussen september en juni. Ook die zijn een grote katalysator voor het toerisme en de horeca. Ik kan je verzekeren dat hier buiten het festivalseizoen businessevents worden gedaan die top of class zijn. Belgische crews doen de grootste modeshows in Parijs of zorgen voor de technische productie van het Eurosongfestival. Eerlijk waar, ze laten liever een Belgische crew overvliegen dan met lokale mensen te werken, want dan weten ze dat het top zal zijn. We hebben hier zoveel knowhow waar we, om het op zijn West-Vlaams te zeggen, preus op zijn. Wij zijn een heel mooi exportproduct, dat almaar aan belang wint, en dat kunnen we alleen maar sterker maken. Maar nogmaals: momenteel is dat allemaal irrelevant, want we hebben geen data om op het beleid te wegen. Dat is een grote frustratie, want het staat groei in de weg en leidt ertoe dat we nog steeds geen deftig congrescentrum hebben in Brussel. Daar wordt enorm over geaarzeld. Maar als bekend zou zijn wat wij binnenbrengen aan bbp of wat het zou opleveren voor de stad, had dat centrum er al gestaan. Nu wijken grote bedrijfsevenementen uit naar andere steden of buurlanden die er wel een hebben, en verliezen we belangrijke inkomsten.”

Tijdens corona vertrokken heel wat werknemers in de eventsector. Hoe groot was die braindrain?

VERMEIRE. “Bij ons is een kwart van de mensen vertrokken. Voor de coronacrisis hadden wij tien jaar geïnvesteerd in het opleiden van die mensen. Als ze dan plots verdwijnen, ben je die investering kwijt. We zijn dus constant op zoek naar mensen, maar het is supermoeilijk om de juiste profielen te vinden.”

Die mensen keren niet terug?

VERMEIRE. “Nee, en ik begrijp het wel. Zij weten wat hard en flexibel werken is en zijn erg gewild. Ze konden bijvoorbeeld meteen naar de zonnepanelensector, waar ze vaste uren hebben en vaak om 17 uur thuis zijn. Al was corona ook niet allemaal kommer en kwel. Het liet ons toe na te denken over hoe we als bedrijf en als sector verder willen, hoe we omgaan met de work-lifebalance. Daar spenderen we nu veel meer aandacht aan. Ik heb liever dat mijn medewerkers het volhouden dan dat ze op vijf jaar opgebrand zijn.”

Vrijetijdsbesteding is het eerste waar bedrijven en mensen op besparen als het moeilijk gaat. Elke crisis is een gevaar

Wat zijn de vooruitzichten?

VERMEIRE. “De sector heeft twee jaar niet gewerkt, waardoor nu heel grote verliezen moeten worden weggewerkt. Ook bij John & Jane. Maar ik ben blij te kunnen zeggen dat we dit jaar opnieuw hetzelfde niveau van inkomsten beginnen te halen als vorig jaar. Toen was het alsof een bom ontplofte. De vraag was enorm. Maar we konden niet volgen, omdat we te weinig mensen hadden. We hebben heel vaak nee moeten zeggen. Het grote verschil met vroeger is dat nu veel meer wordt gediscussieerd over de prijs. Gelukkig werken we vaak voor eventkantoren en beurs- en festivalorganisatoren. Zij snappen het belang van goedopgeleide technici.”

Covid raakte uw bedrijf midscheeps, maar trof ook uw echtgenoot, die het virus ternauwernood overleefde. Maakt dat u nog meer ongerust over de toekomst?

VERMEIRE. “Het trauma, zowel op bedrijfs- als op privévlak, blijft. Maar ik blijf strijden, want op een dag komt er een nieuwe crisis, en dan wil ik niet meer meemaken dat we opnieuw in het hoekje gedrongen worden en pas na vier maanden steunmaatregelen krijgen. Opnieuw, die vicieuze cirkel van irrelevantie wil ik niet meer zien.”

Vandaar de bijnaam ‘Jeanne d’Arc van de eventsector’?

VERMEIRE. “Het kan melig klinken, maar we werken met dertig mensen in ons bedrijf. Alleen al voor hen, maar ook voor alle anderen in de sector, doe ik dit. En voor de volgende generaties, want ik wil dat de sector wél een stem en een gezicht heeft, wanneer mijn kinderen ooit zeggen dat zij ook in de eventsector aan de slag willen gaan.”

Bio

· Geboren in Oostende, 39 jaar

· Studie sociaal assistent, onderwijs, boekhouding en fiscale wetenschappen

· 2007: sectorverantwoordelijke Familiehulp

· 2008: GOK-coördinator Vrij Technisch Instituut Oostende

· 2011: accountmanager Calcule

· 2015: managing director Deltarent

· 2016: managing director John & Jane

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content