Julien De Wilde stopt binnenkort als voorzitter van Agfa-Gevaert: ‘Agfa wordt geen bad bank’
Voor Julien De Wilde (75), de voormalige CEO van Bekaert en Alcatel-Bell, nadert het professionele einde met rasse schreden. Over enkele maanden stopt hij als voorzitter van Agfa-Gevaert, net nu de beeldvormingsgroep wordt opgesplitst.
Nadat hij in 2006 was afgezwaaid als CEO van de staaldraadgroep Bekaert, heeft Julien De Wilde de handen meer dan vol gehad als voorzitter van twee Vlaamse industriële probleemgevallen: Nyrstar en Agfa-Gevaert. De eerste heeft sinds de oprichting in 2007 enkel turbulente tijden gekend, vooral sinds de zinkverwerker de bijna desastreuze beslissing nam een rist dure zinkmijnen te kopen. Bij Agfa liep het gelukkig niet zo’n vaart, al kreeg het bedrijf uit Mortsel ook heel wat tegenwind van de conjunctuur, de grondstoffen en de vakbonden.
Bij Nyrstar eindigde de taak van De Wilde als voorzitter in de lente van 2016. Bij Agfa houdt het midden mei op, na de algemene vergadering van de groep, die focust op een lang aangekondigde opsplitsing. Agfa gaat van drie divisies – Graphics, Healthcare en Specialty Products – naar twee aparte bedrijven onder één holding. Het ‘oude’ Agfa omvat dan onder meer drukplaten voor drukkerijen, inkten en medische beeldvorming, terwijl het ‘nieuwe’ Agfa Healthcare is gebouwd rond IT-systemen voor ziekenhuizen. Nog voor De Wilde bij Agfa de deur achter zich dichttrekt, zal ook het lot van Agfa Healthcare bekend zijn: een verkoop, een partnerschap of een beursgang.
U vertrekt op een cruciaal moment
JULIEN DE WILDE. “Ja, maar de laatste tien jaren waren allemaal cruciaal. Ofwel zaten we opgezadeld met een schuld van een miljard, ofwel mislukte een of ander plan. Op zulke momenten kun je niet weggaan. Nu is er interesse in Agfa-Gevaert, meer bepaald van de Duitse activist Active Ownership Capital, die voor meer dan 10 procent in het kapitaal is gestapt. Drie jaar geleden stond niemand aan de deur.”
Hoe staat het met de operationele opsplitsing van Agfa?
DE WILDE. “Die is rond.”
Dus kan het nu allemaal snel gaan?
DE WILDE. “Absoluut. De plannen liggen op tafel. We moeten de waarde voor alle partijen maximaliseren, dus niet alleen voor de aandeelhouders, die ik enorm dankbaar ben omdat ze ons zijn blijven steunen zonder een dividend te ontvangen.”
Wat is uw voorkeursscenario voor Healthcare?
DE WILDE. “Ik heb er een, maar dat kan wijzigen naargelang de timing van de operatie. Een beursgang is een van de scenario’s, hoewel dat misschien niet mijn voorkeur wegdraagt. Maar stel dat we bij wijze van spreken voor een beursgang kunnen gaan tegen een waardering van 25 keer de bedrijfskasstroom in plaats van 14 of 15 keer, kan dat nog het beste scenario worden.”
Wat is nu uw rol?
DE WILDE. “Als voorzitter moet ik ervoor zorgen dat iedere belanghebbende aan bod komt. Uiteraard zijn er af en toe discussies met Christian (Reinaudo, de CEO van Agfa, nvdr). Maar we zitten op één lijn. Een bedrijf kan geen voorzitter hebben die tegelijk CEO wil spelen. Dat is een ramp. Je moet je plaats kennen als voorzitter.”
Hebt u ooit gevreesd dat Agfa het niet zou halen?
DE WILDE. “De eerste zes maanden van mijn voorzitterschap. Toen was het op het nippertje, met al die schulden. Maar dan is Jo Cornu CEO geworden, iemand voor wie ik enorm veel respect heb. We hadden al bij Alcatel samengewerkt en kennen elkaar zeer goed. Ik hoef maar naar hem te kijken om te weten wat hij denkt. Jo heeft fantastisch werk geleverd, maar hij wist ook dat we als raad van bestuur vierkant achter hem stonden en hem nooit in de rug zouden schieten. Hij zorgde voor de ommekeer. Toen kwam Christian. Die leverde eerst schitterend werk bij de afdeling Healthcare, en nam dan de rol van CEO over. En kijk, we zijn niet failliet, zoals Kodak. Maar het had anders kunnen lopen, als eind 2007, begin 2008 niet was ingegrepen.
Als je in de problemen zit, mag je onderzoek & ontwikkeling nooit terugdraaien. Ik heb het meegemaakt in andere bedrijven, en telkens kregen ze er spijt van
“Daarna zijn er nog dieptepunten geweest, maar niet van dezelfde orde. We hadden ook beslist dat de uitgaven voor onderzoek & ontwikkeling 5 procent van de omzet zouden blijven, ook al was er bijna geen geld meer. Als je in de problemen zit, mag je je O&O nooit naar beneden halen. Ik heb het meegemaakt in andere bedrijven, en telkens kregen ze er spijt van. We hebben ook in IT heel belangrijke beslissingen genomen, al hadden we sommige dingen beter kunnen doen. Enkele acquisities zijn niet zo goed afgelopen. Heel pijnlijk, maar dat hoort bij zaken doen. Als je geen risico’s neemt, moet je niet in het zakenleven stappen.”
Bij de opdeling gaan de oudere, chronisch dalende activiteiten naar Agfa. Agfa Healthcare heet de groeimotor te zijn. Agfa is al omschreven als een soort bad bank. Maakt dat de mensen nerveus?
DE WILDE. “Dat denk ik niet. Dat is ook geen bad bank. Wij hebben strategisch goede keuzes gemaakt voor Agfa. Maar dat zal er pas over enkele jaren uitkomen, als het allemaal een beetje naar wens verloopt.”
Maar er gaat vrijwel geen actiedag voorbij of de mensen van Agfa zijn er bij. De werknemers zijn redelijk strijdvaardig.
DE WILDE. “Ja, en soms ergert me dat een beetje. Maar als zij daarna blijven meewerken in het belang van de maatschappij, is dat voor mij prima.”
En ze werken mee?
DE WILDE. “Tot nu toe wel. Het is ook niet goed vakbonden te hebben die niets zeggen. Iedereen speelt zijn rol, ook zij, en hier wordt vrij goed gecommuniceerd met die bonden.”
Het is geen stilte voor de storm?
DE WILDE. “Dat is niet wat ik hoor. Waarom zou het? Het is niet de eerste keer dat de structuur wordt gewijzigd. Jullie zeggen trouwens al tien jaar dat healthcare en printen niks met elkaar te maken hebben. Kom dan nu niet vertellen dat we dat bijeen moeten houden. Er is trouwens heel veel te doen in printing. We weten allemaal dat kranten achteruitgaan en dat film verder zal dalen, maar er zijn andere toepassingen, zoals printen op hout of textiel. Waarom zouden we daar niet goed in kunnen zijn? Je moet optimistisch zijn. We hebben hier fantastische patenten én de mensen die dat kunnen realiseren. Dat is vaak met vallen en opstaan, maar zo gaat dat nu eenmaal.”
Klaus Röhrig van Active Ownership Capital werd gecoöpteerd als bestuurder. Wat voor iemand is hij?
DE WILDE. “Een heel aangename man die het goed voor heeft met het bedrijf. Maar we moeten er geen doekjes om winden: hij heeft vooral geïnvesteerd in healthcare-activiteiten. Maar hij is helemaal niet als die Amerikaanse hefboomfondsen die ik hier heb gekend in de eerste helft van de jaren 2000 en die zich als rondschietende cowboys gedroegen. Röhrig is geen cowboy.”
U bent al bijna drie jaar weg als voorzitter bij Nyrstar. Hoe kijkt u nu naar het bedrijf?
DE WILDE. “Ik heb altijd gezegd dat Nyrstar een doorstart kan maken als het zijn recyclagefabriek in het Australische Port Pirie aan de praat krijgt. Dat hoofdaandeelhouder Trafigura daar weer geld in pompt, betekent dat het dat ook denkt. De wereld heeft nu eenmaal behoefte aan recyclage van alle soorten metalen.”
Blij dat u daar weg bent?
DE WILDE. “Helemaal niet. Ik heb ook zelf niet beslist weg te gaan. Ik moest weggaan. Kijk, wij hebben beslist mijnen te kopen. De markten zijn nadien in elkaar gestort. Achteraf gezien was het dus de verkeerde beslissing. Maar we hebben ook beslist die fabriek in Port Pirie te bouwen, die de sleutel voor een behoorlijk voortbestaan van Nyrstar kan worden.”
Roland Junck, toen de CEO van Nyrstar en architect van die aankoop van mijnen, was een vriend.
DE WILDE. “Ja, we kennen elkaar zeer goed, maar nu heb ik hem al een paar jaar niet meer gezien. Hij vertoeft in Engeland. Het was ook een triestig einde, iets waar je niet vrolijk van wordt. Maar wij zijn zeker geen vijanden geworden.”
Wat was de lastigste periode in uw carrière?
DE WILDE. “Het einde van Nyrstar. Je ziet die zinkprijs naar beneden donderen…”
Wat beschouwt u als het hoogtepunt van uw carrière?
DE WILDE. “Als ingenieur was dat Alcatel. Wat daar zat aan intelligentie en kennis was fenomenaal. Wat het runnen van een bedrijf en de juiste dingen doen betreft, was Bekaert het hoogtepunt. Daar werd geen tijd verspild aan dingen die niets opbrengen, en er werd geen geld uitgegeven dat nog niet verdiend was. Dat zat in de genen van dat bedrijf, wellicht in de genen van veel West-Vlaamse bedrijven. Ik betreur wel dat er vandaag niet langer de tijd en de middelen zijn om jonge mensen op te leiden, zoals wij zijn opgeleid. Wij waren, wat dat betreft, een bevoorrechte generatie.”
Hebt u ergens spijt van?
DE WILDE. “Ik heb nog altijd spijt dat ik niet gedoctoreerd heb in de VS. Alles was klaar om het te doen, maar uiteindelijk ben ik om heel persoonlijke redenen niet gegaan. Op zakelijk gebied heb ik er echt veel spijt van dat de nalatenschap van Alcatel Bell niet groter is. Wij deden op den Bell schitterende dingen, niet alleen technologisch maar ook in personeelsbeleid. Alcatel had zijn Alcatel-universiteit, opgericht door wijlen John Goossens. Ik ben er niet in geslaagd dat wereldwijd in Alcatel meer te laten doordringen. Ik heb dat niet goed aangepakt, het allemaal te snel willen doen.”
Welke mandaten hebt u nog?
DE WILDE. “Ik ben nog voorzitter van de Waregemse projectontwikkelaar ION, en dat blijft voorlopig zo. Die is opgericht door twee fantastische kerels, en is in enkele jaren enorm gegroeid. En ik ben ook voorzitter van het zorgcentrum Sint-Jozef in Wetteren. Er is nog onvoorstelbaar veel werk in de zorgsector, onder meer voor de noodzakelijke samenwerking tussen ziekenhuizen en woon-zorgcentra. Maar dat gaat allemaal zo traag.”
U bent net 75 geworden.
DE WILDE. “Een oude, maar heel gelukkige vent. De familie is gezond en de vier kleinkinderen doen het goed op school. En ik heb veel tijd om te lezen en speel golf. I’m fine.”
Niet dommer dan Hollanders
“Ik ben geen voorstander van kernenergie, maar we kunnen niet zonder, toch niet de eerstvolgende vijftien jaar”, zegt Julien De Wilde. “Met enkel hernieuwbare energie komen we er niet. Ik roep dus op de koppen bijeen te steken, de dogma’s te vergeten en er met een open geest naar te kijken. En nog iets: bij Nyrstar, een zeer grote verbruiker van elektriciteit, vroegen we ons vaak af waarom hier bijvoorbeeld geen gascentrales werden bijgebouwd. Het grote probleem is de traagheid van besluitvorming. Hier gebeurde niets, maar net over de grens in Zeeland bouwden de Nederlanders wél zo’n centrale, en net die centrale gaat ons nu helpen. Zijn wij nu zoveel dommer dan de Hollanders? Neen, we zijn veel minder besluitvaardig.”
Bio
· Burgerlijk ingenieur scheikunde KU Leuven
· 1969-1988: verscheidene functies bij Texaco
· 1988-1989: hoofd centrum voor onderzoek en business development Recticel
· 1989-2002: diverse functies bij Alcatel Bell en Alcatel Group, onder meer CEO Alcatel Bell
· 2002-2006: CEO Bekaert
· 2007- april 2016: voorzitter Nyrstar
· 2008-heden: voorzitter Agfa-Gevaert
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier